Zo slaat Noord-Italië zich door klimaatverandering heen
Er waait een koude oostenwind door de bergen van Noord-Italië als we vrijdag 20 januari voor de laatste keer op de piste naar beneden suizen. De thermometer wijst op een hoogte van ruim 2000 meter -15 graden aan. De lucht laat een afwisseling van wolken en melkachtig blauw zien, er valt heel fijne sneeuw. De zon is ook van de partij en daalt op de achtergrond alweer snel naar de hoogste bergtoppen. Nog even, en het wordt donker.De skivakantie van dit jaar zit erop. Het was mooi, het sneeuwde iedere dag. Tijdens ons verblijf in het in de Dolomieten gelegen plaatsje Wolkenstein (in het Italiaans Selva di Val Gardena) viel in het dal zo’n 15 centimeter, op de hogere delen van de bergen 25 centimeter. Voor wintersport waren de omstandigheden bijzonder goed. Met de verse sneeuw, maar ook door de lage temperaturen. Papsneeuw was, zoals een jaar eerder wel steeds, niet aan de orde. En van ijzige pistes was ook geen of nauwelijks sprake.
Geen ijs, geen papsneeuw
Het noorden van Italië was het laatste jaar vaak in het nieuws, door extreme droogte, watergebrek, bosbranden en droogvallende rivieren. Ook Wolkenstein kreeg er zijn deel van mee, al liep het hier nog enigszins los door de onweersbuien die in de zomermaanden vielen. Vorig jaar was de droogte tijdens de winter al zichtbaar. Er lag maar weinig sneeuw, de zon scheen de hele week en de temperaturen waren erg hoog. Soms kwam het kwik in het (op een hoogte van tussen 1200 en 1600 meter liggende) dal tussen 5 en 10 graden uit en werd de (kunst)sneeuw op de piste vaak papperig en in de nachten ijzig. Verder was op de zuidhellingen nauwelijks natuursneeuw meer te bekennen. Dit jaar zag het er heel anders uit. Alle hellingen waren wit en van papsneeuw en ijs was geen sprake.
Toen we een week eerder naar het zuiden reden, zag het er nog niet veelbelovend uit. In Duitsland, waar ze meer bergen hebben dan de Alpen alleen, kwamen we voor het eerst in lange tijd feitelijk helemaal geen sneeuw tegen. Tot aan de Alpenrand was het groen, stonden veel hazelaars in bloei en lagen de temperaturen dik boven nul. Pas toen de Alpen opdoemden, kregen we eindelijk ook de eerste sneeuw te zien. Vooral hoog in de bergen, want in veel dalen was het ook in de Alpen nog indrukwekkend groen.
40 procent minder sneeuw
In Wolkenstein zelf lag al wel sneeuw. In de periode tot het moment dat wij in ons hotel arriveerden, was volgens de vader van de hoteleigenaar bij elkaar opgeteld 60 centimeter gevallen, tegen 100 centimeter normaal. Een tekort van 40 procent dus.
Zoals in heel de Alpen, wordt het langzaam minder met de sneeuw, merken ze ook in Wolkenstein. Maar van een definitieve afname willen ze nog niet weten. Het zijn cycli, legt de hoteleigenaar later uit. In een periode van 12 tot 15 jaar zitten er veel jaren tussen waarin het met de sneeuw tegenvalt. Maar er komen steeds ook groepjes jaren voor waarin wel ineens veel valt. Dat geeft de mensen moed. Wel zien ze het in de lager gelegen delen vaker regenen. En dan helpt neerslag niet meer voor de sneeuw.
Warme Golfstroom
De hoteleigenaar heeft zijn hoop gevestigd op een afname in de sterkte van de Warme Golfstroom. Die moet ervoor zorgen dat koudere lucht weer vaker via Frankrijk het Middellandse Zeegebied kan bereiken, denkt hij. Gebeurt dat ook zo, dan ontstaat geregeld een Genualaag dat vochtige lucht vanuit het zuiden tegen de Alpen laat opbotsen. Is het in de winter dan koud genoeg, dan zal het in het hooggelegen Wolkenstein sneeuwen.
Wolkenstein ligt tegen het Sellamassief aan, dat door de beroemde Sella Ronda wordt omgeven, een skitour rondom het massief die je in twee richtingen kunt afleggen. Iedere dag wordt de toer in allebei de richtingen door zo’n tienduizend (in totaal dus twintigduizend) wintersporters afgelegd. Op de Sella Ronda sluiten meerdere skigebieden aan, die je vanaf de hoofdpistes van de Sella Ronda eenvoudig in skiet. In totaal gaat het om ongeveer 1200 kilometer aan pistes. Iedere dag kun je zo een ander gebied bezoeken. De variatie is enorm en het uitzicht op de rondom liggende Dolomieten vaak imponerend.
Kunstsneeuw
Hoewel het gebied het tot nu toe met de sneeuw meestal nog wel gered heeft, ook tijdens de Kerst toen de situatie aan de noordkant van de Alpen ronduit dramatisch was, wordt veel geïnvesteerd in kunstsneeuw. Er komen meer waterbekkens, die vaak ondergronds worden aangelegd, zodat ze geen afbreuk doen aan het prachtige landschap in het gebied. Het water dat erin opgeslagen wordt, moet van superieure kwaliteit zijn. Niet alleen om zo goed mogelijk verneveld te kunnen worden als het in de sneeuwkanonnen wordt gebruikt, maar ook om als schoon water in de natuur te komen, zodra de sneeuw smelt.
Toch zie je wel degelijk dat de natuur het moeilijk heeft. Zo wordt nog steeds gewerkt aan het opruimen van de bomen, die tijdens storm Vaia op 29 oktober 2018 zijn omgewaaid. Die storm veroorzaakte in de bossen in Noord-Italië een ware ramp. Meer dan 40 miljoen bomen gingen tegen de vlakte. Nu wordt veel aangeplant. Het kan wel 100 jaar duren voordat de schade is hersteld. Als dat al lukt, want met de ook in Nederland bekende letterzetter (een kever die de bast van de bomen aantast, waarna ze sterven) heeft het natuurherstel er een nieuwe vijand bijgekregen. Droogte is hier de boosdoener. Verder eist het groeiende toerisme in het gebied steeds meer ruimte voor zich op, hoe je dat ook wendt of keert.
Marmolada
Als klap op de vuurpijl heeft de enige gletsjer in het gebied, de Marmoladagletsjer, het zwaar. In de zomer nog kwam hij in het nieuws toen op een zeer warme dag een groot stuk ijs afbrak en in het dal omlaag stortte. Elf mensen kwamen daarbij om het leven, acht anderen raakten gewond. De combinatie van weinig neerslag, hoge temperaturen en veel zonneschijn is funest voor de gletsjer, die snel kleiner zal blijven worden.
Op zaterdag rijden we terug naar Nederland. Aan de noordkant van de Alpen sneeuwt het hard. Dat, en een douanecontrole in Duitsland – net achter de grenstunnel, levert ons bij de onder veel Nederlanders bekende Fernpass een ellenlange file op. Eenmaal in Duitsland aangekomen, kunnen we eindelijk doorrijden. Door een witte wereld. Want tijdens ons verblijf in de Alpen is het in Europa toch nog stiekem even winter geworden.