Mt. Rosalie  - A storm in the Rocky Mountains (1866, Albert Bierstadt)
Mt. Rosalie A storm in the Rocky Mountains (1866, Albert Bierstadt)
Nu

Op vakantie naar de Alpen? Hier moet je op letten

De zomervakantie staat voor de deur, of is misschien al begonnen. Veel Nederlanders trekken richting de bergen, zoals de Alpen, om daar van hun vakantie te genieten. Maar het weer in de bergen is totaal anders dan in het vlakke Nederland. Het kan plots omslaan, de zonkracht is er veel sterker en ook de temperatuurverschillen zijn groter. Of je nu een korte wandeling maakt of een meerdaagse bergtocht onderneemt, het weer heeft een grote invloed op je ervaring. Wat zijn de grootste risico’s en waar moet je op letten?

Onvoorspelbaar bergweer

Wie denkt dat het Nederlandse weer al onvoorspelbaar is, komt in de bergen pas echt voor verrassingen te staan. Door het bergachtige landschap gedragen weersverschijnselen zich anders dan in Nederland. In een bergdal kan het stralend weer zijn, terwijl het op de top van de berg mistig of zelfs stormachtig is. Luchtstromingen gedragen zich ook anders door de grote hoogteverschillen over korte afstanden. Hierdoor kan het in de middag ineens gaan onweren, terwijl het 's ochtends nog zonnig was. Regen, onweer, mist en plotselinge temperatuurwisselingen komen vaak voor, wees dus altijd goed voorbereid.

Onweer

Bliksem en donder behoren tot de gevaarlijkste weersverschijnselen in de bergen. Bovendien kan het behoorlijk beangstigend klinken, doordat de bergen als een soort echoput werken. Onweer in de Alpen ontstaat vaak op twee manieren: als warmteonweer of als frontaal onweer.

Warmteonweer

Warmteonweer ontstaat wanneer warme lucht snel opstijgt en afkoelt, bijvoorbeeld langs een bergwand waar de hele dag de zon op heeft geschenen. Hierdoor vormen zich stapelwolken, vooral rond de bergtoppen. Dit type onweer komt vaak aan het eind van de middag voor, wanneer de opwarming van de lucht het sterkst is.

Frontaal onweer

Ook een koudefront kan onweer veroorzaken. Hierbij wordt warme lucht gedwongen omhoog te stijgen, wat leidt tot instabiliteit en uiteindelijk tot onweer. Deze vorm van onweer kan op elk moment van de dag optreden en vaak op grotere schaal. Soms ontstaat er een buienlijn, waarbij meerdere onweersbuien achter elkaar worden gevormd. Zo'n lijn kan zich over honderden kilometers uitstrekken en hier kunnen erg hoge windsnelheden in voorkomen.

Een berucht voorbeeld is de buienlijn die op 23 juli 1996 in slechts drie uur tijd heel Zwitserland doorkruiste. Door de plotselinge weersomslag kwamen toen meerdere alpinisten om het leven (bron: nkbv.nl).

Een goede richtlijn om te bepalen hoe ver weg het onweer is, is door het aantal seconden te tellen tussen de lichtflits en de donder. Deel dit door drie om in te schatten hoeveel kilometer het onweer van je verwijderd is.

Zie je onweer aankomen tijdens een wandeling? Twijfel niet en keer om. Is het onweer dichtbij (binnen een straal van 10 km), zoek dan een beschutte plek op, bij voorkeur een berghut. Schuil niet onder de hoogste boom of naast metalen objecten. Is er niets in de buurt, hurk dan neer en houd zo min mogelijk contact met de grond. Het allerbelangrijkste; blijf kalm. De meeste ongelukken bij onweer gebeuren door onvoorzichtig te handelen, niet door het onweer zelf.

Temperatuursverschillen

In de bergen kan de temperatuur sterk variëren. Gemiddeld daalt de temperatuur met zo’n 6 graden per kilometer hoogte. Zo kan het in een dal op 500 meter hoogte 25°C zijn, terwijl het op een top van 2500 meter slechts 13°C is. Dit verschil maakt het belangrijk om voldoende warme kleding bij je te hebben. Het dragen van meerdere lagen is hierbij een slimme strategie, zo kun je makkelijk iets aan- of uittrekken bij alle de omstandigheden.

Hoge zonkracht

Op hoogte is de zonkracht veel sterker dan in Nederland. Net zoals de temperatuur verschilt de zonkracht ook met hoogte. Gemiddeld neemt de UV-straling met zo'n 10% per kilometer hoogte toe. Waar de UV-index in Nederland meestal niet hoger komt dan 8, kan deze in de Alpen gemakkelijk oplopen tot 10 of meer. Goed insmeren is dus essentieel, elke paar uur opnieuw. Vergeet ook je ogen niet: een zonnebril met UV-bescherming is onmisbaar, zeker boven de boomgrens waar geen natuurlijke beschutting is. Check voor vertrek de UV-index via weer.nl of in de app.

Slecht zicht en mist

Behalve te veel zon kun je ook te maken krijgen met mist. Dat mooie uitzicht waar je naar uitkeek, valt dan letterlijk in het water. Mist is op zichzelf niet gevaarlijk, maar het vergroot wel de kans op verdwalen. Mobiel bereik is lang niet overal vanzelfsprekend in de bergen, dus neem altijd een papieren kaart en kompas mee. Soms is het beter om even te wachten tot het zicht verbetert.

Lees hier meer over hoe mist ontstaat.

Neerslag

Regen, hagel of zelfs sneeuw kunnen flinke impact hebben op je tocht. Boven de 2500 meter kan het zelfs hartje zomer nog sneeuwen. Door neerslag kunnen wandelpaden veranderen in glibberige modderstromen en worden stenen en bruggetjes spekglad. Slecht zicht en koude kunnen je tocht flink vertragen of gevaarlijk maken. Zoek beschutting bij hevige neerslag en wacht tot de bui voorbij is.

Goed voorbereid de bergen in

Houd het weerbericht goed in de gaten, bij voorkeur van lokale weerstations of apps. Vraag eventueel advies aan lokale bewoners of de berggids. Staat er onweer op het programma en wil je gaan wandelen? Vertrek dan vroeg in de ochtend, veel onweersbuien ontstaan pas later op de dag.

Neem altijd regenkleding mee en draag laagjes, zodat je flexibel kunt inspelen op temperatuurverschillen. Maar bovenal: geniet van de natuur en het indrukwekkende berglandschap. Met een goede voorbereiding ga je met een gerust hart op pad.