En toen werd het toch niet zo koud
Een veranderlijk beeld van de weermodellen is voor ons meteorologen een zeer ongunstige situatie. Wanneer wij een weersverwachting uitgeven, zijn wij op dat moment zeker van onze zaak. Helaas wil het wel eens gebeuren dat de omstandigheden in de atmosfeer dusdanig veranderen, dat de modellen een totaal andere berekening geven. Dat overkomt ons ook deze week.Verschuiving van de grenslijn
Het koufront waar ik maandag over sprak, neemt een veel noordelijkere positie aan dan in het weekend werd berekend. Het hogedrukgebied boven de Britse Eilanden, afkomstig van de Azoren, strekt zich ver uit in een oost-westelijke richting. De straalstroom brengt het drukgebied verder naar het oosten en duwt de kou verder van ons af. Als gevolg reikt de koudste lucht niet verder dan Denemarken en komt het hier overdag niet tot de lage temperaturen die eerst werden voorspeld. Vanaf zaterdag koelt het ’s nachts wel wat verder af.
Straalstroom en drukverschillen
De ‘boosdoener’ in dit verhaal is de straalstroom. Een geblokkeerde drukverdeling gaat zorgen voor een langere stabiele periode van het weer. Eerst is het nog grijs, maar later breekt ook de zon door.
Tijdens het grootste deel van september en begin oktober was de NAO index negatief en was het drukverschil tussen het Azorenhoog en IJslandlaag klein. Halverwege oktober keerde de NAO index om naar een positieve waarde en was het drukverschil groot. De luchtdruk is laag bij IJsland hoog bij de Azoren. Het Azorenhoog wordt door een vrij noordelijke straalstroom naar Europa getrokken, waardoor in Nederland de wind vaak uit een zuidelijke richting waait en zachte lucht brengt.
Hogedruk hangt boven ons deel van Europa wegens een noordelijk gelegen straalstroom. Bron: ECMWF Charts
Noordpool te warm
De noordelijk gelegen straalstroom wordt veroorzaakt door een verkleinde omvang van de koude lucht boven het Noordpoolgebied. Dat gebied is al geruime tijd (bijna) recordwarm, te zien aan het lage tempo van het groeien van het zee-ijs op de Noordpool. De koude lucht in dit gebied ontstaat onder invloed van het gebrek aan zonnestraling tijdens de poolnacht. Hoe verder de poolnacht vordert, hoe groter deze ‘poel’ van koude lucht wordt.
Een uitbraak van deze koude lucht kan voorkomen als de poel vol loopt. Zo kan het Europa bereiken en hier zorgen voor winterse kou. Daarbij hoort vaak een typisch hogedrukgebied boven Scandinavië dat in Nederland een koude oostelijke tot noordoostelijke wind brengt.
Het Noordpoolgebied is nog altijd te warm. Dit is nadelig voor de kou uitbraken die winterweer naar Nederland brengen. Bron: Climate Reanalyzer
Onder invloed van klimaatverandering wordt de poel met koude lucht op de Noordpool steeds kleiner. Daarmee komt het in feite verder van Europa af te liggen en moet de kou een grotere afstand afleggen om ons te bereiken. Het is één van de hoofdredenen waarom we het klassieke winterweer van vroeger nauwelijks meer terugzien.
Rustig en meer zon
Dus een minder omvangrijke poel van koude lucht brengt de straalstroom verder naar het noorden (die stroomt grofweg op de scheidingslijn tussen warmere en koudere luchtsoorten). Daardoor kunnen hogedrukgebieden zich dieper boven Europa nestelen en worden storingen en kou uitbraken op afstand gehouden.
De komende tijd volgen hogedrukgebieden boven het noordwesten van Europa elkaar op. In de buurt van de Britse Eilanden nemen ze toe in kracht, om vervolgens met de straalstroom mee naar het oosten te bewegen. Ze vormen een barrière voor storingen en brengen droog en rustig weer. In het weekend draait de wind even naar het noordwesten en wordt koelere lucht aangevoerd. Deze bevat wat minder vocht, waardoor bewolking verdwijnt en de zon vaker kan doorbreken. In de nacht zijn er opklaringen en is er kans op mist en hardnekkige laaghangende bewolking. Het beeld op de weerkaarten lijkt een tijdje gunstig voor wie niet van de regen houdt. Vrijwel alle storingen bewegen in de buurt van Ierland in een bocht naar het noorden, om daarna bij Scandinavië uit te komen. Pas in de week van 11 november zou het hier weer wisselvalliger kunnen worden. Maar in de tussentijd kan nog een hoop veranderen.