Recordaandeel hernieuwbare energie dankzij wind
De afgelopen week kwam maar liefst 66% van de Nederlandse elektriciteitsvraag uit hernieuwbare bronnen: een record, zo meldt Martien Visser. Ook andere energie-records werden de afgelopen week verbroken. De grote hoeveelheid opgewekte groene energie is vooral een gevolg van de groei in aantal geïnstalleerde zonnepanelen en windturbines. De omstandigheden voor de productie van duurzame energie waren namelijk niet eens optimaal.Volgens Martien Visser, lector Energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen, bedroeg het percentage hernieuwbare elektriciteit de afgelopen week 66%. Het vorige record was 58% en werd in april vorig jaar genoteerd. Van alle opgewekte elektriciteit kwam 13,9% uit zon, 29% uit wind-op-land, 13,4% uit wind-op-zee en 9,9% uit biomassa, samen dus goed voor 66%.
Zaterdag 82% van elektriciteitsvraag duurzaam opgewekt
Vooral de zaterdag sprong eruit voor wat betreft de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie. Het aandeel van zonne- en windenergie samen bedroeg toen namelijk 236.000 MWh; een record. Eveneens een record is dat deze hoeveelheid energie goed was voor ongeveer 82% van de totale elektriciteitsvraag in Nederland.
Net als tijdens de rest van de week was de grote hoeveelheid duurzame elektriciteit vooral het gevolg van de groei in zonne- en windinstallaties en het feit dat er veel wind stond. De zon scheen gisteren net als de rest van de week verre van voluit: zonnepanelen bereikten zo nog niet eens hun maximale capaciteit.

Meer duurzame energie dan stroomvraag
Er waren de afgelopen week meerdere momenten waarop de elektriciteitsproductie uit zon en wind de Nederlandse stroomvraag oversteeg. Dit betekende dat de stroomprijs theoretisch gezien negatief was. Vooral mensen met een variabel elektriciteitscontract hadden hier baat bij. Ook werd het overschot aan duurzame energie deels geëxporteerd naar buurlanden.
Het is bijna een jaar geleden dat voor het eerst eventjes 100% van de energievraag uit zon en wind werd opgewekt. Tegenwoordig gebeurt dat bij windrijke en/of zonnige dagen steeds vaker, maar nog altijd is het een uitzondering wanneer er meer duurzame energie wordt opgewekt dan verbruikt. Met de rap groeiende capaciteit van zonne- en windinstallaties, zal dit over een paar jaar echter eerder regel dan uitzondering zijn.
Energietransitie in volle gang, maar nog veel werk aan de winkel
Hoewel het aandeel hernieuwbare energie zeer snel stijgt, is de energietransitie nog lang niet afgerond. Elektriciteit bedraagt namelijk slechts grofweg een kwart van het totale energieverbruik. De rest bestaat uit brandstoffen, zoals gas en benzine voor (onder andere) transport. Als gevolg van de elektrificatie van transport, zal er in de toekomst substantieel meer elektriciteit opgewekt moeten worden om aan de stroomvraag te voldoen. Daarbij zijn zonne- en windenergie erg variabel: piekmomenten zoals de afgelopen week worden afgewisseld door momenten waarop weinig tot bijna geen duurzame energie wordt opgewekt. Er moet dus gewerkt worden aan opslagmethoden zoals batterijen en waterstof.
’s Werelds grootste waterstof op zee productie in 2031 in Nederland
In Nederland wordt momenteel al gewerkt aan zulke opslagmethoden. Steeds vaker worden zogenaamde mega-accu’s geïnstalleerd. Bovendien maakt de Nederlandse overheid inmiddels ook concrete plannen voor waterstofproductie: rond 2031 moet het eerste windpark voor grootschalige waterstofproductie ten noorden van de Waddeneilanden geïnstalleerd worden.
Ook wereldwijd opmars duurzame energie
Volgens IRENA, het internationaal agentschap voor hernieuwbare energie, groeide de duurzame energiecapaciteit wereldwijd afgelopen jaar met bijna 10%. Bijna 300 GW aan capaciteit werd geïnstalleerd, waarvan zonne- en windenergie het grootste aandeel vormden. Deze duurzame energiecapaciteit is goed voor 83% van de totale toename in energiecapaciteit. Dit laat zien dat ook wereldwijd steeds vaker wordt gekozen voor duurzame energie. De meeste duurzame opwekcapaciteit werd geplaatst in Azië (ruim 140 GW). Europa en de VS volgden met respectievelijk ruim 57 en ruim 29 GW.
