‘Schonere lucht in Europa onderdrukt winterextremen’
Hoewel we hard op weg zijn naar de zomer van 2022, ligt de winter van 2022 nog vers in het geheugen. Zag het er op papier voor winterliefhebbers allemaal mooi uit, zoals we in ons winterverwachting van vorig jaar ook lieten zien, de werkelijkheid was een andere. We kregen niet met langdurig winterweer, zoals gedacht, maar met een langdurige periode met zacht en wisselvallig weer te maken en steeds meer wind. De winter groeide uiteindelijk tot een zeer zachte uit en niet tot een koudere dan normaal.Klimaatverandering doet zijn werk, leek het toen. Maar er blijkt meer aan de hand. De kans op grote golven in de straalstroom, die in de wintermaanden de koude lucht naar onze regio kunnen brengen, is hoe dan ook stukken kleiner geworden. De oorzaak hiervan is niet alleen de klimaatverandering, zo blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Californië in Pasadena. Het heeft ook te maken met het schoner worden van de lucht. En dat effect speelt met name op het Europese continent.
Gedrag van de straalstroom
De onderzoekers werkten met data uit het verleden en gebruikten daarvoor een lange periode. Verder beschikten ze over een modern klimaatmodel. Het bleek dat de verdeling van aerosolen in de atmosfeer, microscopisch kleine stofdeeltjes in de lucht dus, een grote invloed heeft op het gedrag van onze straalstroom in de winter.
De industriële revolutie op aarde, die in de 19e eeuw goed op gang kwam, heeft niet alleen de uitstoot van broeikasgassen (zoals CO2) sterk doen toenemen, ook kwam er (zeker eerst) veel meer fijnstof in de lucht, vooral door de verbranding van steenkool. Met name in de jaren na de Tweede Wereldoorlog was de uitstoot van fijnstof door de verbranding van steenkool in de zich ontwikkelende wereldeconomieën soms zo groot, dat de zon onder bepaalde omstandigheden niet meer door de zo opgebouwde smoglaag heen kon schijnen. Zo kreeg Londen van 5 tot en 8 december 1952 met een ‘killersmog’ te maken die uiteindelijk aan zo’n 12.000 mensen het leven kostte. Die gebeurtenis maakte zo’n indruk dat het in Engeland niet lang daarna tot de eerste wetgeving kwam die ervoor moest zorgen dat de lucht schoner werd. Niet veel later volgden de Verenigde Staten.
Global dimming
De vervuiling van de lucht met stofdeeltjes – aerosolen, wordt in de meteorologie ook wel ‘global dimming’ genoemd. Het stof in de atmosfeer heeft namelijk tot gevolg dat het licht van de zon gedimd wordt. Een deel van de zonnestraling wordt weerkaatst en komt niet op het aardoppervlak terecht. Een gevolg hiervan is dat de temperatuur op aarde wat daalt. Dit gebeurde dus vooral in de jaren vijftig en zestig. Overigens was daar niet alleen het stof uit de verbranding van steenkool debet aan, maar werd stof dat bij bovengrondse atoomproeven in de (zeer hoge) atmosfeer terechtkwam daar ook verantwoordelijk voor gehouden. In een tweede verhaal over dit onderwerp (volgende week) zullen we laten zien dat dit effect van ‘global dimming’ in onze winters duidelijk sterker was dan in onze zomers.
Vanaf halverwege de jaren zeventig begonnen de maatregelen, die in ons deel van de wereld tot schonere lucht moesten leiden, steeds meer hun vruchten af te werpen. De lucht werd daadwerkelijk schoner en veel gezonder om in te leven, het aantal dagen met mist nam drastisch af en de temperaturen gingen omhoog. Extra omhoog, want de wel almaar toenemende uitstoot van broeikasgassen zette ook het nog veel sterkere fenomeen van opwarming door het versterkte broeikaseffect op aarde in werking.
Toename aantal orkanen
In het westen versterkten deze twee processen elkaar, leidend tot een snelle stijging van de gemiddelde temperaturen. Eerder schreven we op deze site al over hoe het warmere zeewater, dat van deze ontwikkelingen het gevolg was, ook al tot een toename in het aantal en de kracht van orkanen heeft geleid. En nu blijkt dus ook dat het steeds vaker ontbreken van winterweer, vooral op het Euraziatische continent, mede op het in de laatste tientallen jaren schoner worden van de lucht kan worden teruggevoerd. Tenminste, dat laten de uitkomsten van dit onderzoek zien. En dat is best een verrassing.
Het werkt zo. Doordat de zon meer schijnt, wordt het (ook in de winter) warmer. Hierdoor blijkt vooral in de wintermaanden dat de temperatuurgradiënt aan de noordkant van de straalstroom groter wordt. Dit heeft tot gevolg dat de straalstroom zelf sterker wordt en dat er gedurende de wintermaanden minder vaak grote golven in trekken (en dan met name golven horend tot de top-10 in grootste amplitude). Deze trend doet zich op het noordelijke deel van het Euraziatische continent voor, stelen de onderzoekers.
Scandinavische hogedrukgebieden
Zulke grote golven zijn nodig om op noordelijke breedten stabiele hogedrukgebieden te krijgen, die het langere tijd volhouden; hogedrukgebieden boven Scandinavië die de wind meerdere weken in de noordoosthoek kunnen houden. Op die manier kregen we in het verleden nog echte vorstperiodes in Nederland, die ons ook massaal op de schaats brachten. Voor het laatst gebeurde dit in februari 2021, alleen duurde het toen maar een weekje. De laatste langere vorstperioden met een hogedrukgebied boven Scandinavië waren in februari 2012 en in januari 2013 en de laatste vorstperiode met een hogedrukgebied boven Scandinavië die in een Elfstedentocht uitmondde dateert van januari 1997.
Veel liefhebbers van winterweer zullen beamen dat het vooral de Scandinavische hogedrukgebieden zijn die in de moderne winters missen. In computerberekeningen voor de langere termijn komen ze nog wel af en toe voor, maar de werkelijkheid is weerbarstig. Meestal is de straalstroom te sterk om het überhaupt te laten gebeuren, of komt het er slechts enkele dagen van. Daarvoor lijkt dus een oorzaak te zijn gevonden. Zo heeft schonere lucht, die voor onze gezondheid (ongeacht de hier beschreven gevolgen) hoe dan ook van levensbelang is, dus meerdere onverwachte bijwerkingen. Niet alleen komen er meer en ook krachtigere orkanen van, ook zet het grotendeels een streep door onze winters.