Het kan volgende week zomaar voor het eerst heet worden
Er broeit al een tijdje wat op de weerkaarten. Nog niet voor deze week, al kan het vandaag en morgen in het zuidoosten van het land al wel voor de eerste keer dit jaar tot zomerse temperaturen boven 25 graden komen. Maar wel voor volgende week. Dan zou het in Nederland zomaar ineens behoorlijk warm kunnen worden.Alle extremen, die het voorjaar tot nu toe vormgeven, lijken dan voor de eerste keer bij elkaar te komen. Het is een combinatie die mogelijk resulteert in een voor mei begrippen ongebruikelijk warme periode. Er zijn op dit moment berekeningen die de temperaturen later volgende week tot (ruim) boven 30 graden laten stijgen. Het zijn de dan almaar schijnende zon, de aanvoer van warme lucht vanuit het (zuid)oosten en de verder verscherpende droogte die dit huzarenstukje samen klaar lijken te gaan spelen.
Enige officiële hittegolf in mei
De enige officiële hittegolf die we in De Bilt ooit in mei hebben gehad, speelde zich bijna 100 jaar geleden in 1922 af en duurde van 21 tot en met 25 mei, precies 5 dagen dus. Het was een hogedrukgebied boven Centraal-Europa dat toen de hitte bij ons bracht. Op 21 mei werd het in De Bilt 27 graden, daarna volgen drie tropische dagen met temperaturen van 32,4 graden, gevolgd door 32,1 graden en 32,8 graden, de warmste dag uit de serie. De hittegolf werd compleet gemaakt met op 25 mei een maximum van 27,8 graden. In het zuidoosten en oosten duurde de hittegolf nog een dag langer en Gemert en Sittart scoorden op 24 mei de hoogste temperatuur van deze hitteperiode. Het werd er maar liefst 35,6 graden.
De meimaand van 1922 verliep droog. In De Bilt viel iets meer dan 10 millimeter. Verder was het een bijzonder zonnige maand. De zon scheen 288 uur, nog altijd goed voor een 5e plaats in de lijst van zonnigste meimaanden ooit. Daarnaast voerde een zuidelijke wind tijdens de hittegolf erg warme lucht aan, ook in de hogere delen van de atmosfeer. Daar liep de temperatuur op een hoogte van 1500 meter tot rond of iets boven 15 graden op.
De combinatie hiervan met de droge bodem van dat moment en de intens schijnende zon deed de rest. Als de zon op een droge bodem schijnt, verdampt er nauwelijks vocht. Normaalgesproken kost die verdamping energie. Als er geen vocht meer is, wordt de energie die anders aan verdamping zou zijn besteed, ook in warmte omgezet. Met dezelfde inspanning van de zon wordt het zo warmer dan als de bodem wel nat was geweest. De meest extreme hitte komt in Nederland bijna altijd ten tijde van droogte voor.
Regionaal in het zuidoosten en oosten kwam het ook in 1903, 1947, 1976 en 1998 tot een hittegolf in mei.
De analogie met dit jaar is duidelijk
De analogie met de situatie van dit jaar is duidelijk. Ook nu zitten we middenin een droogte. We zijn het jaar 1976 al gepasseerd, alleen het jaar 2011 was in deze fase van het jaar nog droger dan dit jaar. Verder is de invloed van hogedrukgebieden op het weer op dit moment bijna niet te breken en maakt de zon deze lente overuren. De lente van 2022 is nog steeds in de race om tot de zonnigste ooit uit te groeien. Op dit moment is de lente van 2020 nog de zonnigste ooit, een record dat van nog maar 2 jaar geleden stamt.
Van de ingrediënten die we voor hitte in de lente nodig hebben, zijn er dus al twee aanwezig. Het is nog wachten op de derde, de aanvoer van warme lucht, ook in de hogere delen van de atmosfeer, vanuit het zuiden van Europa. Tot nu was de wind vooral noordelijk en bleven de temperaturen relatief gematigd. Vandaag en morgen is het eigenlijk de eerste keer dat de bovenlucht wat opwarmt, tot ruim 8 graden op een hoogte van 1500 meter, in het zuidoosten zelfs ruim 10 graden. Met het zonnige weer en de droge bodems van dit moment mag je daar, om de maximumtemperatuur te bepalen, op de warmste plekken ongeveer 18 graden bij optellen. Dan zou je op die warmste plekken potentieel op 28 graden uitkomen. Maar dan moet de zon wel aan een stuk door schijnen, en juist morgen als de warmste lucht zich boven Nederland bevindt, is dat niet het geval. Er is dan meer bewolking.
Nieuw hogedrukgebied
Na een wat koelere periode, die woensdag begint en tot en met het weekend aanhoudt, zien we volgende week een nieuw hogedrukgebied op de weerkaarten verschijnen. Zaterdag komt het op de Noordzee terecht, in de dagen daarna trekt het via Scandinavië verder naar de Baltische Staten. Met een van noordoost via oost naar zuidoost draaiende wind zou steeds warmer lucht vanuit het zuiden ons land kunnen bereiken.
Volgens de belangrijkste berekening van het Europese weermodel (ECMWF) stijgt de temperatuur op een hoogte van 1500 meter halverwege volgende week tot tussen 15 en 17 graden. Dat zou thermisch gezien in het zuiden met veel zon en de al eerder besproken droogte tot maximumtemperaturen in de buurt van 35 graden kunnen leiden.
Interessante week
Nu is halverwege volgende week nog erg ver weg. Er kan op de weerkaarten nog veel veranderen. De opbouw naar warmte, volgende week zit er al wel langer in. Neem je het gemiddelde van alle berekeningen die voor die periode zijn gemaakt, dan lijkt de temperatuur op een hoogte van 1500 meter zeker op rond 11 graden uit te komen. Ook die waarde zou aan de grond met zon en droogte al goed zijn voor tussen 25 en 30 graden.
Het lijkt volgende week al met al hoe dan ook een interessante week te worden en we zullen de ontwikkelingen de rest van deze week, in aanloop naar wat volgende week allemaal mogelijk gaat komen, natuurlijk met gepaste aandacht blijven volgen.