Stuifmeel en klimaatverandering helpen corona
Hoe meer stuifmeel er in de lucht zit, hoe meer infecties met het coronavirus optreden. Tot die conclusie komt een team van onderzoekers van onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Elkerliek ziekenhuis in Helmond en de Wageningen Universiteit.Eerder al werd vermoed dat ook andere manieren van luchtvervuiling en de aanwezigheid van veel fijnstof in de lucht, evenals luchtvochtigheid in huis een bijdrage kunnen leveren aan het tempo waarin het coronavirus zich tussen mensen verspreid.
In het wetenschappelijke tijdschrift PNAS schrijven de onderzoekers over het verband tussen de hoeveelheid pollen en de hoeveelheid besmettingen met coronavirus. Voor het onderzoek is gekeken naar de pollenaantallen en Covid-19-infecties in 31 landen op vijf verschillende continenten. Het blijkt dat blootstelling aan de pollen het immuunsysteem verzwakt en dat het virus daardoor makkelijker het lichaam kan binnendringen. Dit geldt niet alleen voor hooikoortspatiënten, maar ook voor mensen die niet allergisch zijn.
Meer pollen = meer besmettingen
Vorig voorjaar, tijdens de uitbraak van het virus, nam in verschillende landen wereldwijd het aantal besmettingen toe toen de pollenconcentratie in de lucht groter werd. Onderzoekers vermoedden toen al dat dit wel eens met elkaar te maken zou kunnen hebben. Volgens de studie namen de besmettingscijfers met gemiddeld vier procent toe zodra de hoeveelheid pollen met 100 per kubieke meter steeg. "We ontdekten dat pollen, soms in combinatie met luchtvochtigheid en temperatuur, gemiddeld 44 procent van de variabiliteit in de infectiegraad verklaarde", aldus de wetenschappers.
Overigens is het niet zo dat stuifmeelkorrels het virus bij zich dragen en kunnen verspreiden. Het zit hem in de verminderde afweer van mensen.
Klimaatverandering en vegetatie spelen ook een rol
Ook op een andere manier kan vegetatie aan het ontstaan van de huidige coronapandemie hebben bijgedragen. Wetenschappers denken dat klimaatverandering en de veranderende vegetatie in de provincie Yunnan in China die daarvan het gevolg was, mogelijk mede aan de basis hebben gestaan van de huidige coronapandemie. Dat meldt wetenschapssite Scientias.nl op basis van een onderzoek dat in het wetenschapsblad Science of the Total Environment heeft gestaan.
Vermoed wordt dat het virus in Yunnan van vleermuizen via een tussengastheer op mensen is overgesprongen. In Yunnan komen vele vleermuissoorten voor die nog veel meer coronavirussen met zich meedragen, waaronder dus ook het voor de mens gevaarlijk SARS-CoV-2 virus waaraan we de huidige crisis te wijten hebben. Het onderzoek van de wetenschappers heeft laten zien dat de vegetatie in Yunnan als gevolg van klimaatverandering sinds 1900 op zo’n manier is veranderd dat het aantal vleermuissoorten er alleen maar verder gegroeid is.
‘Klimaatverandering vergroot kans op pandemie’
Door interacties tussen dieren en die vleermuizen en daarna tussen mensen en tussengastheren wordt de kans op het overspringen van een virus groter. Zowel het feit dat de mens zich steeds meer leefgebieden van dieren toe-eigent als ook de manier waarop in dieren wordt gehandeld en waarop ze worden gefokt, draagt bij aan de groei van dat risico. De combinatie hiervan met klimaatverandering vormt een extra bedreiging voor de mens. Kijk alleen maar naar de draconische gevolgen van de huidige pandemie, aldus de onderzoekers.
Ze pleiten er nu niet alleen voor om klimaatverandering bestrijden, maar ook voor het beter reguleren van de handel in dieren en het op een duurzamere manier omgaan met de leefgebieden. Als die minder snel veranderen, is de kans op onverwachte bijeffecten, waar de huidige pandemie er één van is, minder groot en in de toekomst ook beter te beheersen.
ANP/Weer.nl