Foto gemaakt door National Museum of Health - Washington - Slachtoffers van de Spaanse Griep liggen in 1918 in een militair ziekenhuis in Kansas (VS).
Foto gemaakt door National Museum of HealthWashingtonSlachtoffers van de Spaanse Griep liggen in 1918 in een militair ziekenhuis in Kansas (VS).
Nu

Spaanse Griep in 1918: regen, kou en WO1 leidden explosie pandemie in

Het is nu ongeveer twee jaar geleden dat de kiem werd gelegd voor de Covid-19 pandemie, waar de wereld nog steeds middenin zit. Meerdere malen hebben we de afgelopen tijd al gedacht dat we uit de pandemie zouden, maar elke keer sloeg het virus toch weer toe,. Hoe ging dat met die vorige, grote pandemie die over de aarde raasde, die van de Spaanse Griep. We kijken terug naar 1917 en 1981.

Door de coronapandemie is ook de Spaanse Griep, de misschien wel grootste pandemie die ooit over de aarde is gegaan, opnieuw in de belangstelling gekomen. Die pandemie speelde zich af in 1917 en vooral 1918, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Wereldwijd maakte de Spaanse Griep naar schatting tussen 50 miljoen en 100 miljoen slachtoffers, in Europa werden ruim 2,6 miljoen doden geteld. De dodelijkste golf (ook in Nederland) was die tijdens het najaar van 1918. In het voorjaar van 1918 was er al een eerste golf.

Onderzoek van een ijskern uit de Gletsjer op de Monte Rosa (4450 meter) in de Alpen heeft onderzoekers op het spoor gezet van een mogelijk sterk verband tussen het weer in die tijd en de uiteindelijke explosie van de pandemie. Verschillende dingen kwamen samen, zoals het einde van de oorlog, de erbarmelijke omstandigheden op de slagvelden en een mutatie van het virus, mogelijk samenhangend met het gebruik van chemische wapens.

Tijdelijke klimaatverandering

De onderzoekers van universiteiten in Amerika en in Engeland vonden in het ijs van de gletsjer aanwijzingen voor een tijdelijke verandering in het klimaat in Europa, globaal in de periode van 1914 tot 1919. Vaker dan ooit eerder in de honderd jaar ervoor wist vochtige en koude lucht, afkomstig van het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan, grote delen van Europa te overspoelen. Dit leidde tot zware regenval en lage temperaturen.

Bekend was al dat het slechte weer op de slagvelden in met name Frankrijk en België een grote invloed heeft gehad op het verloop van enkele beeldbepalende slagen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Te noemen zijn de slag bij Verdun (1916-1917), de slag om de Somme (1916), de Chemin-des-Dames (1917) en de derde slag bij Ieper in België. Extreme regenval maakte de gebieden waar de oorlog zich afspeelde nagenoeg onbegaanbaar. Loopgraven liepen vol met water en de terreinen er omheen veranderden in onneembare modderpoelen. Militairen in de loopgraven leden kou, verdronken en kregen te weinig voedsel.

Slecht weer was steeds de bron

Volgens de onderzoekers zijn er drie momenten aan te wijzen waarop zich in Europa golven van extreme sterfte voordeden; in 1915, 1916 en in 1918. Alle drie werden voorafgegaan door perioden met wijdverbreide kou en extreme regenval. Tijdens de laatste piek, na afloop van de Eerste Wereldoorlog, raasde de Spaanse Griep pandemie over de wereld.

De situatie op de slagvelden bood tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog de ideale voedingsbodem voor het ontstaan van de pandemie, zo concluderen de onderzoekers. Jaren van oorlog en voedselgebrek hadden grote groepen mensen ernstig verzwakt. Op de slagvelden waren miljoenen militairen geconcentreerd, de sanitaire omstandigheden waren er abominabel. Door de zware regenval in de periode van het voorjaar 1915 tot en met december 1916, en later in de zomer en in het najaar van 1917 stonden grote gebieden onder water. Tegen het einde van de oorlog werd op de slagvelden chloorgas ingezet dat mogelijk heeft bijgedragen aan een mutatie van het Spaanse Griep virus. Het werd daardoor ineens een stuk gevaarlijker, wat tot de dodelijkste golf in 1918 leidde.

Wilde eenden of militairen?

Het virus kan op twee manieren op de Europese slagvelden terecht zijn gekomen. De eerste theorie is dat dit via wilde eenden gebeurde, de vogels op aarde die het influenzavirus het meeste bij zich hebben. Via de uitwerpselen kan het virus in het vele water op de slagvelden zijn terechtgekomen en zo op de militairen zijn overgesprongen. Er zijn theorieën dat er juist in die periode in Europa meer wilde eenden waren dan normaal, doordat ze als gevolg van het bijzonder slechte weer hun trek vanuit Azië niet konden voltooien.

Een andere mogelijkheid is dat uit Azië afkomstige geallieerde troepen, die hun kamp in de buurt van Boulogne opsloegen en via Canada met schepen naar de Europese slagvelden waren gebracht, het virus meebrachten. Toen de oorlog eindigde en de militairen naar huis gingen, waarbij ze overal ter wereld feestelijk werden onthaald, verspreidde het virus zich gemakkelijk. In de VS stierven uiteindelijk 675.000 mensen, in Engeland 400.000 en in België bijna 300.000. Frankrijk telde 200.000 doden en in Nederland waren het er in elk geval meer dan 40.000. In India en in Rusland stierven zelfs miljoenen mensen. Volgens schattingen raakte meer dan 20 procent van de wereldbevolking met het virus besmet.

Ook nu een verband met het weer

Ook nu, tijdens de coronapandemie, wordt vermoed dat er een verband is tussen het weer en het gemak waarmee het virus zich verspreidt. Zo lijken gemiddelde temperaturen tussen 5 en 11 graden de perfecte omstandigheden voor een snelle verspreiding van het virus. Ook zijn er aanwijzingen dat luchtverontreiniging een rol speelt in de mortaliteit ervan.

Reinout van den BornChef Redactie