Foto gemaakt door Leuntje Oppelaar - Alphen aan den Rijn - Eén van de stevige regenbuien op 2 juli
Foto gemaakt door Leuntje OppelaarAlphen aan den RijnEén van de stevige regenbuien op 2 juli
Nu

Zo zit dat: onweer op de vore

Het onweer van gisteren had van tevoren al veel potentie in de weerkaarten. Een naderend koufront zou koelere en warmere lucht laten botsen en dat kan leiden tot explosieve convectie en grote onweersbuien. De positie van zulke buien is lastig te bepalen, maar aanvankelijk werd de meeste activiteit rond de oostgrens berekend. Omdat het een koufront betreft, daalt daarna de temperatuur sterk en is het weerbeeld heel verschillend van een dag eerder.

Toch ontstond niet al het onweer op het koufront. In de namiddag vormden er verschillende lijnen met onweersbuien die stevig uitpakten. Deze lagen een stuk oostelijker dan waar het koufront zich op dat moment bevond, wat betekent dat er iets anders aan de gang was. Het was het zeewindfront, en later ook de vore, die deze buien veroorzaakten.

Draaien van de wind

Boven Harderwijk werd rond kwart voor 4 ’s middags de eerste bliksemactiviteit gezien. Deze onweersbui ontwikkelde zich zeer snel: binnen een kwartier groeide het uit van een lieflijk cumuluswolkje naar een duivelse cumulonimbus. Het KNMI weerstation Lelystad laat de ontwikkeling van deze bui goed zien. De temperatuur daalde tussen 3 en 4 uur van 32 naar 26 graden. In dezelfde tijd nam de windsnelheid toe van 15 naar 35 km/h met een maximale windstoot van 58 km/h. Een paar uur eerder was de windrichting nog oostelijk, maar deze nam een sprong naar een noordwestenwind. Dit was het zeewindfront dat landinwaarts bewoog en bij het passeren de wind deed draaien en toenemen in kracht.

Een vergelijkbare situatie deed zich voor nabij de oostgrens, maar daar was niet het zeewindfront de boosdoener. Opnieuw gingen een scherpe temperatuurdaling en toename van de wind gepaard met het draaien van de wind. Bij het KNMI weerstation Arcen draaide de wind geleidelijk van het oosten naar het zuidwesten en rond zes uur ’s avonds nam het een sprong naar het noordwesten. Deze verandering in windrichting had te maken met het passeren van een thermische vore.

De scherpe temperatuurdaling, toename van de wind en draaiing van de windrichting op het meetstation Lelystad woensdagmiddag. Bron: Buienradar

Convergentie en botsende lucht

Kort gezegd is een vore een lijn in de atmosfeer waar winden uit verschillende richtingen samenkomen. Hierdoor botsen de luchtsoorten (convergentie) en dat veroorzaakt snelle stijgbewegingen (convectie), wat kan leiden tot zware regen- en onweersbuien.

Een thermische vore gaat gepaard met een thermisch lagedrukgebied, wat ontstaat in gebieden met een zeer sterke opwarming. Door de opwarming ontstaan sterke stijgende luchtbewegingen, wat een luchttekort eronder oplevert. Dit luchttekort wordt omschreven als een lagere luchtdruk dan de omgeving en het trekt omringende lucht aan.

Vanwege de thermische vore die oostwaarts over het land trok, ontstonden in hoog tempo grote onweersbuien vanaf de grond. Achter de vore brengt de noordwestenwind koelere lucht mee, waardoor het moeilijker wordt voor buien om vanaf de grond te ontstaan. Ze kunnen zich dan nog wel vanuit de lucht uitbreiden.

Windschering en CAPE

Modellen hadden het onweer van woensdagavond goed in de smiezen. Ruim van tevoren werden er zeer hoge waarden van CAPE berekend boven Nederland, een aanduiding van de hoeveelheid aanwezige energie voor convectie. Ook was er een gunstige verticale windschering (het draaien van de wind met de hoogte), wat de vorming van onweersbuien bevordert. Door deze windschering kan stijgende lucht gaan roteren en dat had een supercell bij Groningen tot gevolg. Deze cel ontwikkelde zich zeer snel rond half 5 ’s middags en bracht een hoge bliksemactiviteit en grote hagelstenen.

In Winterswijk kwam een valwind (downburst) voor met lokale windstoten van tot wel 113 km/h. Het noodweer veroorzaakte veel schade met honderden omgevallen bomen en beschadigde gebouwen. Dit was één van de zwaarst getroffen plaatsen van de explosieve buien. Door de combinatie van zware regenval en krachtige windstoten was het zicht volledig weg en kwam al het verkeer vast te staan.

Geen energie meer

Terwijl het koufront verder oostwaarts trok, was de meeste beschikbare energie al gebruikt door de explosieve buien van enkele uren eerder. Hierdoor had het front weinig om mee te werken en bleef het bij de vorming van wat regenbuitjes door het moeten stijgen van de laatste restjes warme lucht. Op het overzicht van bliksemontladingen rond het begin van de avond is het effect van de verschillende fronten duidelijk zichtbaar. De meeste activiteit vond, zoals verwacht, plaats op de vore. In een strook tussen het vore, zeewindfront en koufront was het een stuk zonniger. Er omheen daalde de temperatuur, maar in deze regio’s bleef het nog lang drukkend warm.

Kaart van bliksemontladingen op 2 juni rond 17:30. Elk bolletje staat voor een ontlading. Een rode kleur is wat langer geleden en een witte kleur is heel recent. Bron: Blitzortung.org