Foto gemaakt door Lineke Huizing  - Schiermonnikoog
Foto gemaakt door Lineke Huizing Schiermonnikoog
Nu

Was de eerste herfststorm wel een storm?

Aan het begin van de week waaide het een tijd lang erg hard. Op 15 en 16 september gold code geel in meerdere provincies wegens zware windstoten. Dinsdagochtend bleek dat de windsnelheid in IJmuiden zo hoog was opgelopen, dat het omgedoopt werd tot de eerste storm van dit seizoen. Terugkijkend op de waarnemingen blijkt het een lastig randgeval.

Criterium voor storm

Het KNMI hanteert een bepaald criterium voordat een periode met veel wind een storm genoemd mag worden. Dit is afgeleid van de windschaal van Beaufort, waar windkracht 9 staat voor storm. De gemiddelde gemeten windsnelheid moet op minimaal één KNMI meetstation op land ten minste één uur gelijk zijn aan windkracht 9. Dit wordt vertaald naar windsnelheiden tussen de 75 en 88 kilometer per uur. Omgerekend is dat 21-24 m/s en 41-47 knopen. Boven zee zijn er dan hoge golven en veel stuifwater. Op land breken boomtakken af en raken gebouwen licht beschadigd.

IJmuiden net wel, net niet

Het meetstation IJmuiden krijgt vanwege zijn ligging veel te maken met harde wind en is daarom vaak het eerste station dat het stormcriterium haalt. Als we de metingen nagaan van maandagavond, dan is te zien dat de hardste wind voorkwam tussen 8 en 11 ’s avonds. Elke 10 minuten wordt een gemiddelde windsnelheid berekend over die tijdsspanne. Het hoogste 10-minuut gemiddelde is 75,9 km/u rond 22 uur.

Als we de 10-minuut gemiddelden van 21:10 tot aan 22:00 samen nemen, krijgen we het uurgemiddelde van 9 tot 10 uur. Bij deze berekening komt naar voren dat het afronden van de getallen het stormcriterium maakt of breekt.

  • Afgerond op twee cijfers achter de komma is de uurgemiddelde windsnelheid 74,68 km/u (20,75 m/s of 40,33 knopen).
  • Afgerond op een heel getal is de uurgemiddelde windsnelheid 75 km/u (21 m/s of 40 knopen)

Het KNMI criterium afgerond op twee cijfers achter de komma is 75,00 km/u, 20,83 m/s en 40,50 knopen. Op twee cijfers achter de komma is de gemeten windsnelheid net te laag voor een officiële stormbenaming, terwijl het op een heel getal wel gehaald wordt.

De vraag is dan met welke precisie de metingen moeten worden nagegaan om iets tot een storm te benoemen. Het verschil tussen 20,6 en 20,9 m/s is immers bijna niet te voelen en zal tot dezelfde gevolgen leiden.

Zware windstoten

Het KNMI geeft code geel uit bij zware windstoten vanaf 75 km/u. Worden er zeer zware windstoten verwacht van meer dan 100 km/u, dan wordt het code oranje of rood. De zwaarste windstoot in IJmuiden was 96,3 km/u en werd vier keer waargenomen in de middag en avond. Het zijn deze windstoten die voor de meeste schade zorgen. De zwaarste windstoot werd gemeten op de Houtribdijk en bedroeg 102 km/u.

Nee, dit was niet Amy

Tijdens het uitzoeken van de gegevens voor dit artikel kwam ik veel berichten tegen die spraken over “storm Amy”. Een storm wordt in Nederland, Ierland en het VK alleen een naam gegeven als hiervoor code oranje of rood wordt uitgegeven. Op maandag gold code geel in zowel Nederland als de Britse Eilanden en spraken officiële kanalen (en weersites) niet over storm Amy. Toen dit lagedrukgebied voor het eerst op de weerkaarten verscheen, leek het erop dat het sterk genoeg zou worden om een naam te krijgen. Het werd echter steeds onwaarschijnlijker dat het windveld zo krachtig zou zijn. Een prachtig voorbeeld van de kracht van sociale media wat betreft het verspreiden van desinformatie.

Niet elke storm telt

Naast het wel-of-niet afronden hanteert het KNMI ook een andere normering die voor mij in eerste instantie twijfelachtig overkwam. Er is alleen sprake van een officiële storm als de gemiddelde windsnelheid gedurende een volledig uurvak minimaal windkracht 9 is. Een uurvak loopt van uur tot uur, dus bijvoorbeeld 21:00 tot 22:00. Een meting van gemiddeld 75 km/u tussen 20:30 en 21:30 telt dan niet als een officiële storm. Er is dan sprake van een tijdelijke storm. Op het eerste gezicht is dit niet logisch, maar het KNMI heeft hier zo haar redenen voor.

Het gebruiken van vaste uurvakken is duidelijk en goed vergelijkbaar door de tijd. Daarnaast worden de uurwaarden van weerstations gebruikt voor officiële rapportages en dan is het handig om op het hele uur te beginnen. Gemiddelde windsnelheden over een uurvak zijn eenvoudiger te verwerken. Buiten de meteorologie zijn er nadelen van deze aanpak, zoals het niet overeenkomen van gevoel en benaming. Als het alleen tussen 20:30 en 21:30 stormt, lijkt het alsof er geen storm was, terwijl de gevolgen even groot kunnen zijn. Ook is het voor hulpdiensten relevanter wanneer en hoe lang de wind stormkracht had. Op dit soort vlakken moeten vaak compromissen worden gesloten tussen wetenschappelijke nauwkeurigheid en praktische bruikbaarheid. Ideaal is het niet, maar soms zijn er geen betere alternatieven.