Waarom klimaatverandering een rol speelde bij aardverschuiving Blatten
Op woensdag 28 mei vond een aardverschuiving plaats in het zuidwesten van Zwitserland en werd het dorp Blatten volledig bedolven onder een puinstroom. De rotswand van de berg Kleines Nesthorn was zo instabiel geworden, dat delen instortten en honderden meters naar beneden aflegden. De connectie met klimaatverandering is duidelijk: het afbreken van smeltende gletsjers maakt bergen instabiel. Ook bij Blatten heeft dit een rol gespeeld bij het in gang zetten van de aardverschuiving.Smelt is vaak een trigger
Gletsjers en permafrost worden vaak de ‘bevroren lijm’ van de Alpen genoemd die de bergen bij elkaar houdt. Smeltende gletsjers kunnen als katalysator werken voor aardverschuivingen. Dat wil zeggen dat een gletsjer kwetsbaar wordt en kan afbreken, waardoor beweging ontstaat en het onderliggende gesteente mee kan gaan schuiven. Er vormt dan een lawine, zoals in 2022 gebeurde bij de Marmolada-gletsjer in Italië.
Bij Blatten werkte het wat anders omdat de Birchgletsjer niet de hoofdoorzaak was van de aardverschuiving zelf, maar deze waarschijnlijk ontstond door een reeks vallende stenen die de afgelopen weken boven de gletsjer hebben plaatsgevonden. Dit oefende een aanzienlijke druk uit op de gletsjer. Het vallend gesteente veroorzaakt door smeltend permafrost, wat instabiliteit vergroot.
Met grote kracht
De aardverschuiving was zo krachtig dat het overeenkwam met een aardbeving met een magnitude van 3,1 op de schaal van Richter. Het was een van de grootste massabewegingen (transport van materiaal onder invloed van de zwaartekracht) ooit geregistreerd door de Zwitserse Seismologische Dienst van de ETH Zürich. Seismische stations hadden in de dagen daarvoor al kleinere bergstortingen geregistreerd op de Kleines Nesthorn. Bergstortingen zijn een type aardverschuiving waarbij een stuk berg plotseling instort. De verschuivingen veroorzaken trillingen die door seismische stations kunnen worden gedetecteerd, maar dit zijn geen aardbevingen.
Het werd goed in de gaten gehouden
Het was het meest gevreesde scenario van de situatie bij het dorp Blatten. De enorme rotsmassa’s die eerder op de Birchgletsjer waren gevallen, stortten samen met ijsmassa’s het dal in. In een straal van honderden kilometers was het seismische signaal waarneembaar. Een week eerder werd het dorp geëvacueerd vanwege het risico op aardverschuivingen. De berg was al een tijdje aan het afbrokkelen en sinds vorige week dinsdag ook de gletsjer. Die avond en nacht begonnen de eerste instortingen, wat heviger bleek dan mensen in de regio hadden verwacht.
De ongeveer driehonderd inwoners kregen op 19 mei de opdracht te vertrekken en niet terug te keren totdat het gebied officieel weer veilig werd verklaard, al was er de kans dat het dorp onbewoonbaar zou worden verklaard. Een vergelijkbare situatie deed zich voor bij Brienz in juni 2023, waar inwoners sinds een aardverschuiving meerdere keren werden geëvacueerd. De bewoners mogen sinds mei dit jaar overdag in het dorp verblijven, maar een reële mogelijkheid dat de mensen daar nooit meer permanent zullen wonen.
Relatie tot klimaatverandering
De rotsen kwamen los door smeltende sneeuw op grote hoogte, een probleem dat in een warmer klimaat vaker voorkomt. Een recent onderzoek dat afgelopen donderdag gepubliceerd werd in het wetenschappelijke tijdschrift Science, toont aan dat onder het huidige klimaatbeleid meer dan driekwart van de wereldwijde gletsjermassa tegen het einde van deze eeuw zou kunnen verdwijnen. Hierbij gingen ze uit van een temperatuurstijging van 2,7°C in het jaar 2100 ten opzichte van het pre-industriële niveau. Omgekeerd zou een terugkeer naar pre-industriële temperaturen de huidige gletsjermassa behouden. In het scenario van meerdere graden opwarming zouden bijna alle kleine en relatief laaggelegen gletsjers verdwijnen.
Het verminderen van gletsjeromvang veroorzaakt terugkoppelingen in het klimaatsysteem. Sommige van deze terugkoppelingen (‘positive feedback’) hebben verdere opwarming tot gevolg. Permafrost is grond dat het hele jaar door grotendeels bevroren is. De bovenlaag kan in de zomer ontdooien en bevriest opnieuw in de winter, maar door hogere temperaturen is de ontdooide laag steeds dieper. In permafrost zitten grote hoeveelheden broeikasgassen opgeslagen (CO2, methaan en lachgas), die vrijkomen wanneer de permafrost ontdooit en zo de opwarming versterken. Daarnaast creëert het instabiliteit van de ondergrond en kunnen daardoor rotsmassa’s en stenen afbrokkelen.

Schematische effect van de positieve terugkoppeling tussen klimaatverandering en permafrost. Bron: Klimaatveranda
Geen exacte oorzaak
Hoewel deze processen waarschijnlijk hebben bijgedragen aan de gebeurtenis, kan de instorting van de Birchgletsjer (nog) niet precies worden toegeschreven aan klimaatverandering. Het duurt weken tot maanden tot de gebeurtenissen volledig geanalyseerd zijn. Een recente review van 45 studies naar aardverschuivingen in de Alpen vond een duidelijk verband tussen het opwarmende klimaat en een toename van kleinere lawines of aardverschuivingen – maar voor grote rotslawines waren er onvoldoende gegevens om een definitieve uitspraak te doen. Desondanks is een exacte toeschrijving minder relevant, omdat keer op keer duidelijk wordt dat de klimaatcrisis de cryosfeer destabiliseert.