Broeierig zomerweer en bedorven boterhammen: zo beïnvloeden de hondsdagen je voedsel
Het warme weer in de tweede helft van de zomer is niet bevorderlijk voor de houdbaarheid van etenswaar. Groenten die je in de supermarkt koopt, zijn vaak de volgende dag al slap. Tijdens de hondsdagen, van grofweg 20 juli tot 20 augustus, is het vaak warm en klam. Precies die hitte en hoge luchtvochtigheid maken dat eten sneller bederft. Een combinatie van factoren die samen een broeinest vormen voor bacteriegroei.De warmste weken van het jaar
De term 'hondsdagen' verwijst naar de periode waarin de ster Sirius tegelijk met de zon opkomt. Vroeger werd deze tijd geassocieerd met het hoogtepunt van de zomer waarin hitte, droogte en ziektes voorkomen. Hoewel het begrip tegenwoordig vooral symbolisch is, klopt het beeld meteorologisch vaak nog. De hondsdagen vallen samen met de warmste weken van het jaar. Dagen boven de 25 of zelfs 30 graden zijn geen uitzondering, en de luchtvochtigheid kan flink oplopen. In 2022 waren er tijdens deze periode bijvoorbeeld 14 dagen boven de 25 graden, waarvan 8 met onweer.
Broeikast voor bacteriën
Tijdens hete dagen warmt de lucht sneller op, maar koelt ’s nachts minder goed af, zeker bij vochtig weer. Hierdoor ontstaat een constante broeierige atmosfeer. Dit is precies de omgeving waarin bacteriën en schimmels floreren. Bij temperaturen boven de 30 graden kan het aantal bacteriën op voedsel in 20 minuten verdubbelen.
De hoge luchtvochtigheid werkt bovendien als een versnellende factor: vochtige lucht stimuleert de groei van micro-organismen omdat het voorkomt dat eten uitdroogt. In plaats daarvan wordt het zacht en vochtig, waardoor schimmels en bacteriën makkelijk hun gangetje kunnen gaan. Een combinatie van vocht en warmte versnelt chemische processen en maakt het voor voedsel lastiger om vers te blijven, zelfs in de schaduw of binnenshuis.
Onweer als versnellende factor
De hondsdagen staan niet alleen bekend om hun hitte, maar ook om plotselinge onweersbuien. Tijdens onweersachtig weer kan de luchtdruk dalen, en ook dat kan bijdragen aan snellere bederfprocessen. Daarnaast vallen stroomstoringen geregeld samen met zware buien, waardoor koelingssystemen tijdelijk kunnen uitvallen en het bederfproces versnelt.
Er bestaat zelfs een volkswijsheid dat eten sneller bederft tijdens drukkende dagen met onweer. Hoewel daar geen harde wetenschap achter zit, speelt de combinatie van warmte, vocht en luchtdrukschommelingen wel degelijk een rol.
Bederfseizoen verlengd
De invloed op bederfelijk weer is het grootst tijdens langere periodes van hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Waar de hondsdagen traditioneel beperkt waren tot eind juli en augustus, kunnen juni en september steeds vaker ook ‘hondsdagenachtig’ aanvoelen – een effect van klimaatverandering.
Volg de weersverwachting op de website om te weten wanneer broeierige dagen op komst zijn. Zo weet je wanneer je extra alert moet zijn, niet alleen op zonkracht, maar ook op wat je in je koelkast bewaart.