Winterjaar was 10e op rij met te weinig sneeuwdagen
Voor het 10e jaar op rij heeft het winterhalfjaar minder sneeuw dan gebruikelijk gebracht. Gemiddeld over het land sneeuwde het op slechts 13 dagen, tegen 20 normaal. In 2013 was de winter voor het laatst sneeuwrijk met landelijk 43 sneeuwdagen. De sneeuw die afgelopen winter viel bleef nauwelijks liggen, alleen in januari en maart was het soms op grote schaal even wit. Het aantal sneeuwdagen is in een halve eeuw bijna gehalveerd in Nederland en zal steeds verder afnemen.Het winterseizoen, dat loopt vanaf halverwege de herfst tot halverwege de lente, telt in het huidige klimaat gemiddeld over het land 20 sneeuwdagen. Elke natte vlok telt daarbij. Dit winterjaar sneeuwde het gemiddeld over het land maar op 13 dagen. Vanaf 2014 lukte het geen één winter om het normale aantal sneeuwdagen te bereiken en dat is uniek.
In de vorige eeuw was er van 1988 tot en met 1995 een periode van 8 jaren op rij waarbij de norm ook niet werd gehaald. Maar in die tijd was het normale aantal sneeuwdagen nog 33! Halverwege de vorige eeuw (1951-1980) was de norm 35 sneeuwdagen per jaar. Deze eeuw is die normaal bijna gehalveerd en door klimaatverandering zullen in de toekomst groene winters de norm worden.
Meeste sneeuw noordoosten en Zuid-Limburg
In totaal viel op 36 dagen ergens in het land iets van sneeuw uit de lucht, tegen 46 dagen normaal (1991-2020). De Bilt telde afgelopen winterjaar 16 sneeuwdagen tegen 19 normaal voor dit station. In het Drentse Eelde sneeuwde het 21 keer tegen 25 keer normaal. In de Limburgse heuvels viel op 28 dagen iets van sneeuw uit de lucht, waarbij de normaal 35 sneeuwdagen is. Aan zee viel bijna geen sneeuw, Vlissingen kwam op 9 sneeuwdagen uit en Den Helder op 8 sneeuwdagen tegen respectievelijk 13 en 19 sneeuwdagen normaal.
Eerste sneeuw viel laat
Normaal, over de periode 1991 tot en met 2020, zien we rond 9 november de eerste sneeuw in ons land naar beneden komen. Dertig jaar geleden viel de eerste sneeuw in ons land gemiddeld al op 1 november. Dit jaar waren we er laat bij, want pas op 18 november werd voor het eerst sneeuw gezien in het noorden van het land. Later in november bleef de sneeuw ook even liggen in het noordoosten.
December begon vrij koud, maar sneeuw viel er bijna niet. Wel was het soms glad door ijzel. In januari kwam het wel regelmatig tot winterse buien en was het in het zuiden regionaal een week wit van 19 tot 27 januari. Op 20 januari lag in de Limburgse heuvels 13 centimeter. In februari viel nauwelijks sneeuw, maar in maart keerden de winterse buien terug. Op 8 maart lag er op het Drielandenpunt maar liefst 15 cm sneeuw. Op 10 maart viel vooral in het noorden sneeuw, lokaal lag er 10 cm. Uiteindelijk telde maart als enige maand meer sneeuwdagen dan normaal. Het sneeuwde op 9 dagen ergens in het land tegen 7 dagen normaal. Daarna kwam het alleen op 25 en 26 april nog tot wat natte vlokken, iets wat voor april ook niet ongebruikelijk is.
124 dagen ergens in het land sneeuw
Het winterseizoen van 1970 was het sneeuwrijkste seizoen ooit gemeten en telde gemiddeld over het land maar liefst 69 sneeuwdagen. In Leeuwarden dwarrelden op 84 dagen sneeuwvlokken naar beneden! Zelfs op de meest sneeuwarme plek van ons land, Vlissingen, viel op 54 dagen sneeuw. Op totaal 124 dagen viel ergens in ons land sneeuw, oftewel bijna elke dag in het winterhalfjaar!
De winter van 2014 was de sneeuwarmste winter sinds het begin van de sneeuwmetingen in 1951. Gemiddeld over het land telde de 'winter' 3 sneeuwdagen. Ook waren er voor het eerst plekken in het land zonder ook maar één sneeuwvlok. Dit gebeurde op weerstation Gilze-Rijen en Vlieland. De sneeuwrijkste plaatsen in ons land waren Twenthe en Eelde met 5 sneeuwdagen, ook een laagterecord. Als naar alle weerstations wordt gekeken, waren er in het hele winterseizoen van 2014 maar 16 dagen te vinden waarbij ergens in ons land iets van sneeuw viel.
Ook in 2007, 2020 en 2022 viel landelijk gemiddeld op minder dan 10 dagen sneeuw. In de vorige eeuw gebeurde dat alleen in 1989.
Zie ook: 13 sneeuwdagen verloren in één generatie
Zie ook: aantal sneeuwdekdagen is afgelopen dertig jaar gehalveerd.