Slecht stemweer bestaat niet
Weer of geen weer, morgen gaan we stemmen. Het weer heeft namelijk nauwelijks invloed op de opkomst, blijkt uit onderzoek.Morgen is het weer zover: Nederland gaat naar de stembus. Voor de meeste mensen zijn Provinciale Staten en Waterschappen niet de meest cruciale verkiezingen, zien we vaak in de opkomstcijfers. Als het dan ook nog slecht weer is, zullen mensen nog eerder thuisblijven, is dan een logische gedachte. Maar wat blijkt: dat is een misvatting.
Een enkel buitje vroeg op de dag, weinig wind, flink wat zon en een graadje of 8. Prima weertje om te gaan stemmen morgen, lezen we overal. Dat is misschien wel zo, maar heeft het weer eigenlijk wel zo veel invloed op het wel of niet naar de stembus gaan? Dat is uitgebreid onderzocht.
In 2011 onderzochten sociologen van de Radboud Universiteit Nijmegen dit, voor het eerst in Nederland. Ze keken naar de effecten van temperatuur, zonneschijn en regenval bij de opkomst tijdens dertien verschillende verkiezingen in Nederland. Ze maakten gebruik van de officiële meetgegevens van het KNMI, uit de periode 1971 tot en met 2010. Zo legden ze een verband tussen het weer en de opkomstcijfers.
Procentje hier of daar
Wat concludeerden de onderzoekers? Het weer heeft maar een heel kleine invloed op de beslissing om te gaan stemmen. Zelfs met behoorlijk stevige regenval scheelt het niet meer dan een procentje. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de opkomst met 1 procent daalt bij 25 millimeter regen. Dat is een forse neerslaghoeveelheid, die niet vaak voorkomt. Voor 25 mm regen moet het bijna de hele dag regenen, of als een gigantische plensbui uit de lucht komen (en dan kun je na de bui wel even gaan stemmen).
Een andere uitkomst ging over de temperatuur, en ook die bleek niet heel bepalend. Te koud om te stemmen komt eigenlijk niet voor. Doet ‘lekker weer’ dan iets positiefs met de opkomst? Ook al nauwelijks. Ten eerste is dat uiteraard een relatief begrip. Bovendien zagen de onderzoekers de opkomst pas met 1 procent stijgen wanneer het 10 graden warmer was. Schijnt de zon volop, dan neemt het aantal kiezers toe met anderhalf procent. Behoorlijk minimaal dus. Zet je die ene procent meer of minder af tegen het aantal stemgerechtigden voor deze verkiezingen: dat zijn 133.000 mensen, in alle provincies bij elkaar. Maar voordat deze mensen besluiten niet te komen, moet het weer dus wel echt om te huilen zijn.
Dichtbij huis
Het scheelt natuurlijk enorm dat in Nederland voor bijna iedereen wel een stembureau op loopafstand is. Er wordt veel gedaan om het stemmen zo laagdrempelig mogelijk te maken, voor iedereen. In veel gemeenten is de gemiddelde afstand tot een stembureau ruim minder dan een kilometer – soms maar een paar honderd meter. Er zijn wat uitschieters in buitengebieden, maar de inwoners daar lijken daar weinig moeite mee te hebben – ze zijn niet voor niets in een buitengebied gaan wonen, zeggen ze vaak zelf.
Bovendien zijn we best wat gewend qua weer in Nederland: wat regen of wind schrikt bijna niemand af. Tijdens stormen en sneeuwbuien zie je nog steeds overal mensen op de fiets. Misschien niet van harte, maar ja, je wordt vanzelf wel weer droog en warm.
Precies hetzelfde in de VS
En zelfs in het buitenland, waar verkiezingen vaak heel anders verlopen, lijkt het weer maar weinig van invloed. In de New York Times verscheen vorig jaar een artikel naar aanleiding van onderzoek naar de opkomst bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten, die meestal in de maand november zijn. En ook hier kwam een verrassend vergelijkbaar resultaat uit: een extra inch aan regenval (dat is dus 25,4 mm) doet het opkomstpercentage met 1 procent dalen. Dat geldt voor het hele land. Daarbij leverde een extra inch aan sneeuwval hier slechts een opkomstdaling van minder dan een half procent op.
Geen excuus
In veel landen moeten mensen veel en veel verder reizen om bij een stembus te komen, of daar vervolgens uren (buiten) in de rij staan. Aan de andere kant: in het Amerikaanse systeem bijvoorbeeld kun je vaak ook op een eerdere datum stemmen, of stemmen via de post. Maar toch: het weer de schuld geven van een lage opkomst, dat kan eigenlijk nergens. Ook morgen in Nederland is het weer geen excuus. Het ziet er prima uit woensdag. Er komt ’s ochtends nog wel een buitje langs her en der, maar verder is het rustig, en ook nog eens vrij zonnig.
KiesHart: nog een excuus minder
En mocht je nu denken: ‘Ik heb niks met provinciepolitiek,’ ‘ik snap niks van deze onderwerpen’, of ‘de politiek is een ver-van-mijn-bed-show’, dan hebben onze collega’s iets anders voor je bedacht: het KiesHart. Geen Stemwijzer of Kieskompas, maar een test waarmee je kunt zien welke kandidaat uit jouw provincie het meest op jou lijkt. Je krijgt een aantal vragen over hoe jij tegen de wereld aankijkt, en hoe jij je leven leidt. Als uitslag krijg je de drie verkiesbare mensen die de meeste overeenkomsten met jou hebben. Helemaal los van partijen of politieke voorkeuren. Het is geen stemadvies, maar een leuke manier om je eens op iets andere, persoonlijkere manier in de kandidaten te verdiepen.
Bronnen: Kiesraad, New York Times