Poolwinter eindigt met op vier na laagste zeeijsmaximum
Nu de lente is begonnen, heeft ook het zeeijs op de Noordelijke IJszee zijn maximale bedekking bereikt. Op 6 maart was op de Noodpool een gebied met een oppervlakte van in totaal 14,62 miljoen vierkante kilometer bedekt met zeeijs. Het was de op vier na laagste bedekking sinds het begin van de satellietmetingen in 1979, 44 jaar geleden.Vooral de Beringzee, de Barentszzee en de Zee van Ochotsk eindigden de winter met een beneden normale zeeijsbedekking. Op de Golf van St.-Lawrence was de zeeijsbedekking voor het tweede opeenvolgende jaar zelfs ver beneden normaal. Alleen aan de oostkant van Groenland lag op 6 maart meer zeeijs dan normaal. Inmiddels is het totaal aan zeeijs alweer met 200.000 vierkante kilometer teruggelopen. De smelt is begonnen.
Onder normaal
Met 14,62 miljoen vierkante kilometer lag het zeeijsmaximum net iets meer dan een miljoen vierkante kilometer onder normaal. Als referentie wordt de klimaatperiode van 1981 tot en met 2010 gebruikt. Ook viel het maximum 6 dagen eerder. Normaal bereikt het zeeijs op 12 maart zijn hoogste bedekking. Het laagterecord van 7 maart 2017 bleef buiten bereik. Het maximum van dit jaar kwam er 210.00 vierkante kilometer boven uit.
In de verdeling van dit jaar is goed te zien dat het oosten van de VS en Canada een in het algemeen warme winter hebben beleefd, net als vorig jaar overigens. Het is mede daarom dat de ijsbedekking op de Golf van St.-Lawrence zover achter is gebleven. Het ijstekort op de Barentszzee is er al veel langer. Die zee markeert de plaats waar warm zeewater vanaf de Oceaan het poolgebied binnenkomt. Vaak is de wind er tegenwoordig zuidwestelijk, zodat ook steeds nieuwe bellen met warme lucht het zeegebied kunnen bereiken.
Complex samenspel
Het complexe samenspel van weer, wind en zeestromingen bepaalt hoe de opbouw van het zeeijs gedurende de wintermaanden verloopt. Ook de temperaturen in de bovenlucht spelen een belangrijke rol. Door klimaatverandering is het de laatste tientallen jaren in het noordpoolgebied stukken minder koud geworden.
Ook gedurende de wintermaanden, als in het hoge noorden de poolnacht heerst, zie je die veranderingen terug. Steeds vaker gebeurt het dat golven warme lucht tot de Noordelijke IJszee doordringen. Op erg noordelijke breedten kan het dan regenen bij temperaturen die soms meerdere dagen achtereen ruim boven het vriespunt uitkomen. Ook op het zeer noordelijk gelegen Spitsbergen merken ze dat. De winters zijn er tegenwoordig veel minder koud dan vroeger, het regent er vaker en het kan er geweldig stormen.
Een duidelijke link tussen de gebeurtenissen in de winter en in de zomer daarna is er niet. Dat het winterseizoen dit jaar met veel minder zeeijs eindigde dan dat van vorig jaar, hoeft dan ook niet automatisch te betekenen dat het zeeijsminimum, later dit jaar ook lager uitkomt dan dat van vorig jaar. Dat zal weer afhangen van de weersontwikkeling in de zomer.
Zuidpoolgebied
Intussen zit aan de andere kant van de wereld in het zuidpoolgebied het smeltseizoen erop. Zoals we onlangs op Weer.nl al meldden, is daar dit jaar een absoluut laagterecord aangetekend. Het record van vorig jaar werd opnieuw scherper gesteld. Inmiddels zien we het zeeijs er weer in omvang toenemen, maar ligt de totale bedekking nog steeds duidelijk beneden normaal. Wel is het verschil met vorig jaar duidelijk afgenomen. De komende wintermaanden daar zullen moeten uitwijzen of het ijs zich weer enigszins herstelt.