Kans op warm vervolg zomer lijkt hoe dan ook groot
Na een overdonderend begin van de zomer, lijkt de klad er een beetje te zijn in gekomen. Het overrompelend zonnige weer van de eerste drie weken van juni hebben we achter ons gelaten, de temperaturen hebben een tandje afgeschakeld en het lijkt een stuk wisselvallier, al is op veel plaatsen per saldo nog maar weinig regen gevallen. Toch zijn er heel wat redenen om aan te nemen dat ook het verdere zomerverloop warm zal zijn.Toen we aan de zomer begonnen, erfden we een drukverdeling die in de lente al lange tijd hardnekkig was geweest. Dankzij twee SSW’s in de winter, één halverwege februari en de ander op de grens van maart, ontstonden in het hoge noorden steeds weer hogedrukgebieden, vaak in de buurt van IJsland. Doordat de wind steeds uit het noorden waaide, waren de temperaturen gematigd. Vooral april pakte koud uit, maart en mei lieten een ongeveer normale temperatuur zien. De lente als geheel was licht te koud.
Zonnig zonder einde
In juni hield de noordelijke hogedruk eerst vrolijk aan. Het was zo zonnig dat je op een bepaald moment dacht dat er geen einde meer aan zou komen. Niet alleen bij Europa lag een groot en sterk hogedrukgebied, ook boven Canada was er één aanwezig en een derde had een plek boven Siberië. Alle drie namen ze een ongebruikelijk noordelijke positie in. In Canada was het al vroeg heet en sloegen bosbranden ongenadig hard toe. Ook in Siberië werden tot in het hoge noorden nieuwe warmterecords neergezet.
In de tweede helft van juni keerde het tij. Zowel het hogedrukgebied boven Canada als dat boven Siberië verdween van de weerkaart, wat in beide gebieden tijdelijk tot een stevige afkoeling leidde. Ons hogedrukgebied ging eerst nog even door, maar moest het uiteindelijk toch ook afleggen. Doordat de temperatuurverschillen tussen het inmiddels vaak hete zuiden en het wat gematigdere noorden toenamen, kwam op de Oceaan ook iets van een straalstroom op gang. Lagedrukgebieden konden en kunnen daardoor onze omgeving weer bereiken. De wind zit in de zuidwesthoek en het is wat wisselvalliger geworden. De temperaturen zijn gedaald, maar liggen wel steeds nog boven normaal.
Twee factoren van belang
Er zijn tijdens deze zomer twee factoren die een rol spelen. De eerste is de El Niño op de Grote Oceaan, die langs de evenaar tussen Peru aan de ene en Indonesië aan de andere kant van start is gegaan. Hoe sterker zo’n El Niño wordt (en we lijken in de herfst op een behoorlijk krachtige El Niño af te stevenen), hoe groter de kans dat met name de noordelijke helft van Europa in de loop van juli en augustus met warm zomerweer te maken krijgt. In het zuiden zou het allemaal wat gematigder moeten zijn. Iets daarvan hebben we in de maanden mei en juni natuurlijk al in het Europese weer teruggezien.
Een tweede factor die een rol speelt zijn de hoge zeewatertemperaturen in ons deel van de wereld. Waar je om Nederland heen ook kijkt, de zeewatertemperaturen zijn vaak (en soms vele) graden hoger dan normaal. De noordelijke helft van de Atlantische Oceaan (het deel ten noorden van de evenaar) is sinds het begin van de metingen zelfs nooit eerder zo warm geweest als nu. Ten westen van Ierland wordt van een mariene hittegolf van de vijfde en hoogste categorie gesproken. De zeewatertemperaturen in dat deel van de Oceaan liggen soms 5 graden boven de voor deze tijd van juni geldende normaal.
Sterkere straalstroom
De warme oceaan lijkt vooral op het weer in de zuidelijke helft van Europa invloed te hebben en daar tot veel hogere temperaturen dan normaal te leiden. Was er nu geen El Niño geweest, dan kon het noorden wat gematigder zijn geweest, door een iets sterkere straalstroom. Dit beeld zien we sinds een week of twee nu ook. In ons deel van Europa heeft de straalstroom inderdaad aan kracht gewonnen, is de wind zuidwestelijk geworden en kan weer af en toe een storing doordringen. Het blijft wel vrij warm.
Tel je het bij elkaar op, dan strijden twee invloeden met elkaar: de warme Oceaan en El Niño. Op dit moment lijkt de warme Oceaan voor even de dominante factor, maar berekeningen voor de lange termijn van het ECMWF laten voor later in de periode toch ook weer een mogelijke terugkeer van de noordelijke hogedruk zien. Wellicht wisselen beide invloeden elkaar in het verloop van de zomer dus enkele keren af. Als later de orkanen op stoom komen, lijkt de invloed van de Oceaan namelijk weer sterker te worden.
Kans op warm vervolg groot
Zou het bij noordelijke hogedruk de zon zijn die de temperaturen flink opdrijft, op het moment dat de Oceaaninvloed het sterkste is, kan die warmte in pulsen met een zuidelijke wind worden aangevoerd. Gisteren en vandaag gebeurde dat al, volgende week is mogelijk een nieuwe puls in de maak. Is de wind in de tussentijd zuidwestelijk of westelijk, dan komt de lucht van een warme Oceaan en inmiddels ook via een warme Noordzee naar ons toe. En is het heel lastig om de temperaturen beneden normaal te laten uitkomen. Daarmee blijft de kans op een warm vervolg van de zomer de komende tijd hoe dan ook groot.