Hoe zal het komende Atlantische orkaanseizoen gaan uitpakken?
Over ongeveer anderhalve maand gaat het orkaanseizoen van 2023 van start. Officieel is de begindatum 1 juni, maar omdat er de laatste jaren vaak al voor die datum tropische stormen of orkanen ontstonden, is het Amerikaanse National Hurricane Center (NHC) sinds een paar jaar al 2 weken eerder, op 15 mei, begonnen met het uitgeven van deze stormverwachtingen. Voorafgaand en ook tijdens ieder seizoen worden door meerdere meteorologische diensten verwachtingen voor wat betreft orkaanactiviteit gemaakt en deze druppelen in deze tijd van het jaar stuk voor stuk binnen. Gemiddeld bevatte het Atlantische orkaanseizoen tussen 1991 en 2020 ongeveer 14 genaamde stormen, waarvan 7 orkanen (3 zware orkanen). Hoeveel het er dit jaar uiteindelijk gaan worden, moet natuurlijk nog blijken, maar zeker is dat de eerste genaamde storm van het Atlantische seizoen Arlene zal gaan heten.Sinds 1953 krijgen Atlantische tropische stormen en orkanen een naam om de communicatie erover duidelijk te houden. Deze namen worden echter niet zomaar gekozen, ze komen van een officiële namenlijst die wordt opgesteld door National Hurricane Center via een strikte procedure door een internationaal comité van de Wereld Meteorologische Organisatie. Er bestaan 6 van die namenlijsten die per jaar afwisselend worden gebruikt. Om de 6 jaar wordt zo’n lijst opnieuw gebruikt, maar de namen die horen bij stormen die bijvoorbeeld dodelijk waren, worden geschrapt. Die mogen vanwege de impact niet nog een keer gebruikt worden.
Namen vervangen
De namenlijst van 2023 is dus dezelfde lijst als die van het jaar 2017 en dat was een extreem actief Atlantisch orkaanseizoen. Het kwam dat jaar tot 17 genaamde stormen, 10 orkanen en daarvan kregen er 6 het label ‘Major Hurricane’, ofwel een zware orkaan. Vooral de orkanen Harvey, Irma, Maria en Nate richtten dat seizoen enorm veel schade aan en zij staan dan ook niet meer in de namenlijst van 2023. Ze zijn vervangen door Harold, Idalia, Margot en Nigel.
Verwachting
Maar wat voor een seizoen gaat het dit jaar dan nu worden? Kijken we puur even naar de verschillende verwachtingen van de (internationale) weerdiensten die hun verwachting voor dit seizoen al hebben gepubliceerd, zien we toch al wel aardige verschillen. Zo gaat de TSR (Tropical Storm Risk) in hun verwachting die op 6 april is uitgegeven uit van 12 genaamde stormen, waarvan 6 orkanen, en waarvan 2 zware. Dat is dus iets onder gemiddeld. Het Amerikaanse ACCU Weather komt in hun verwachting rond het gemiddelde uit, met 11 tot 15 genaamde stormen, waarvan 4 tot 8 orkanen, en 1 tot 3 zware. De UA (University of Arizona) komt boven gemiddeld uit, met 19 genaamde stormen, met 9 orkanen, waarvan 5 zware. De verwachtingen van het NHC en de CSU (Colorado State University) zijn nog niet gepubliceerd.
Van La Niña naar El Niño
Vorig jaar verliep het Atlantische Orkaanseizoen ronduit bijzonder. Ten opzichte van de jaren daarvoor (de hele actieve seizoenen van 2020 en 2021 met respectievelijk 30 en 21 genaamde stormen) verliep het seizoen van 2022 veel minder actief. Het kwam zelfs in de maand augustus tot geen enkele genaamde storm, ondanks het feit dat we toen nog met een La Niña te maken hadden. Het werd statistisch gezien uiteindelijk een gemiddeld seizoen, met 14 genaamde stormen, waarvan 8 orkanen en waarvan er 2 in de zware categorie vielen, maar de impact was juist erg groot door de zwaarte van de stormen en hun pad.
Effecten van El Niño
Dit seizoen hebben we nu, na 3 jaar La Niña, weer eens te maken met een neutrale situatie die de komende maanden richting een El Niño lijkt om te buigen. Tijdens een La Niña is er over het algemeen minder sprake van verticale windschering op de plekken waar tropische stormen en orkanen ontstaan. Door windschering kan de vorming van tropische stormen of orkanen geremd worden, dus met minder windschering konden er de afgelopen jaren meer van dit soort systemen tot ontwikkeling komen. Bij een El Niño is het juist andersom, dus er is juist meer windschering, waardoor de ontwikkeling van zo’n groot systeem juist verstoord kan worden. Dat zou dus feitelijk minder tropische stormen en orkanen moeten opleveren.
Hoge zeewatertemperaturen
Zij het niet, dat het zeewater momenteel al veel warmer is dan normaal in de traditionele ontstaansgebieden van tropische stormen en orkanen, zoals het Caribische gebied, de Golf van Mexico en ook het zeewater voor de Amerikaanse oostkust. Dit zou de activiteit juist weer een extra boost kunnen geven.
Kraamkamer van Atlantische stormen
Een andere belangrijke kraamkamer van Atlantische tropische stormen en orkanen is het zeegebied voor de Afrikaanse westkust. Deze systemen worden vervolgens richting het westen van de Atlantische Oceaan geblazen, maar door de naderende El Niño lijkt deze plek dit seizoen een minder grote rol te gaan spelen.