Het vriest in mei! Hoe bijzonder is dat?
De bloeimaand is koud van start gegaan. Gisteren was het niet warmer dan 10 tot 15 graden en afgelopen nacht heeft het op veel plekken een beetje gevroren. In De Bilt lukte dit niet met een minimum van +0,6 graden, waardoor officiële meivorst uitbleef. Verder naar het oosten vroor het wel, weerstation Twenthe was de koudste plek met -2,2 graden. Meivorst komt gemiddeld eens per twee jaar voor en in het verleden was het soms nog een stuk kouder. Zo was het op 3 mei 1941 in het Drentse Wijster -4,0 graden.
Afgelopen nacht was het op de meeste plaatsen helder bij amper wind en er ontstond weinig mist. Omdat gisteren koude lucht ons land binnenstroomde, kon het in de avond razendsnel afkoelen. In het oosten heeft het op grote schaal een graadje gevroren. Aan de grond was het nog een stuk kouder, met in de Achterhoek in Hupsel -4,9 graden. Dat betekent dat zomerplantjes en fruitbomen nog steeds moeten worden beschermd tegen de vorst.
Ook in de duingebieden in het westen heeft het flink gevroren. In deze onbewoonde gebieden staan geen officiële weerstations, maar wordt wel gemeten door zogenaamde vrieskoujagers. Op de meest perfecte plek in een duinpan in Castricum werd officieus -8,9 graden gemeten.
Van vorst naar warmte
Komende dagen is de kou uit de lucht. Vandaag wordt het bij veel zonneschijn 11 graden op de Wadden, 16 graden in Utrecht en ruim 17 graden in het zuiden. Komende nacht zou het kwik alleen in het noordoosten nog tot het vriespunt kunnen dalen. Morgen is er flink wat zon en wordt met een (zuid)oostenwind voor het eerst dit jaar warme lucht aangevoerd. Op grote schaal, met uitzondering van het noorden, loopt de temperatuur op tot ruim 20 graden. In het zuiden wordt het zelfs een graad of 23! Dat betekent tevens dat we eindelijk de eerste officiële warme dag kunnen noteren in De Bilt. Daarvoor moet het op het hoofdstation bij het KNMI tenminste 20,0 graden worden.
Hoe bijzonder is vorst in mei?
Vorst in mei is niet heel bijzonder, maar er zijn genoeg jaren waarin het niet (meer) gebeurd. Eens in de twee jaar vriest het wel ergens in mei en begin vorige eeuw gebeurde dit vrijwel elk jaar. In 2020 vroor het opvallend vaak en dat kwam door extreme droogte. In de Achterhoek noteerde weerstation Hupsel 7 nachten met vorst, landelijk het grootste aantal sinds 1941. Toen kwam het in Gemert en Winterswijk tot 8 vorstdagen en in Eelde en Wijster (Drenthe) tot 11 keer vorst! Ook in 1909 kwam het lokaal nog vaker tot vorst, met 9 vorstdagen in Eelde.
Op 9 mei 1944 werd in Castricum officieel de laagste temperatuur ooit in mei gemeten van -5,4 graden. Bijzonder koud was het ook op 11 mei 1928 in Wijster (Drenthe) met -5,0 graden. Zelfs in juni heeft het in het verleden op de officiële weerstations van het KNMI enkele keren gevroren. Recordlaat gebeurde dat op 18 juni 1955 met in Witteveen (Drenthe) -0,8 graden en op 19 juni 1923 in Den Helder met -0,3 graden.
Door klimaatverandering minder vorst in mei?
De verwachting is niet dat de hoeveelheid meivorst door klimaatverandering verder afneemt. Door het steeds droger wordende voorjaar kan het gemakkelijk tot nachtvorst komen boven een droge bodem, ondanks het steeds verder oplopen van de gemiddelde lentetemperatuur. Het verschil tussen dag en nacht wordt dus steeds groter en voor de natuur ligt schadelijke nachtvorst elk jaar nog steeds op de loer.