Help de dieren door het broedseizoen
Het broedseizoen is begonnen, en natuurorganisaties roepen iedereen op om daar rekening mee te houden. Dieren hebben nu rust nodig, en jij kunt helpen.Sinds de coronatijd hebben veel mensen de natuur (her)ontdekt. Nog nooit telde Nederland zo veel wandelende mensen. Niet zo vreemd, aangezien er verder geen fluit te doen was, maar bovenal: de natuur is nu eenmaal fantastisch. Om dat zo te houden, is nu iedereens medewerking nodig.
Het is lente geworden, en hoewel het buiten af en toe meer op herfst lijkt, zijn dieren al volop met de nieuwe generatie bezig. Het broedseizoen is begonnen, en dat loopt officieel van 15 maart tot 15 juli. Voor bijna alle diersoorten is dit de meest kwetsbare periode van het jaar. Een hevige voortplantingsstrijd, weerloze jonge dieren, ouders die aan hun nest of hol gekluisterd zijn – allemaal zaken die risico’s met zich meebrengen.
Waarom zijn dieren nu zo kwetsbaar?
Er zijn heel veel redenen waarom we juist nu extra rekening moeten houden met dieren. Veel dieren gaan zich in deze tijd verplaatsen, om bijvoorbeeld jongen op een speciale plek groot te brengen, of om op zoek te gaan naar een soortgenoot om mee te paren. Die reis levert al extra gevaar op. Ook hebben zwangere dieren nu eenmaal rust nodig. En ten derde, als de jongen er eenmaal zijn, moet daar natuurlijk voor gezorgd worden. Je kunt ze niet zo maar alleen achterlaten. Dat geldt natuurlijk ook voor eieren die warm gehouden moeten worden. Als je moet vluchten, kan dat dodelijke gevolgen hebben voor je nageslacht. Stuk voor stuk redenen om even dieren even extra ruimte te geven.
Het is in Nederland zelfs in de wet geregeld dat dieren extra beschermd zijn in het broedseizoen. Het is verboden om vogels, hun nesten en hun eieren te verstoren. Buiten het broedseizoen geldt dat trouwens ook voor vaste nesten en rustlocaties. Op dit moment kun je dus op allerlei plekken borden tegenkomen die daar op wijzen. Daarop kun je ook lezen wat er van jou verwacht wordt. Mensen die de natuur in coronatijd ontdekten, hebben daar misschien nog niet zo veel ervaring mee. We leggen hieronder de belangrijkste punten verder uit.
Gesloten
Sommige gebieden worden helemaal gesloten tijdens het broedseizoen. Dat geldt vaak op plekken waar vogels broeden. Gebieden waar je normaal misschien vaak je rondje loopt, zijn nu niet meer toegankelijk. Soms zijn dit ook gemarkeerde wandelroutes die je tijdelijk dus niet meer kunt volgen. Meestal staat er dan een bord, of is er een hekje dichtgemaakt. Dat is geen foutje, dat is niet gedaan door een wandelaar in een lollige bui, en dat is niet voor niks. Ook niet als het rustig is. Mocht je denken, wat maakt het nou uit dat ik hier even loop? Dat maakt heel veel uit. Voor een vogel ben jij een heel groot gevaarlijk beest, waar hij meteen voor zal vluchten. Eieren of jongen worden dan natuurlijk achtergelaten, en dat kan ze het leven kosten.
Honden aan de lijn
Allereerst: in veel natuurgebieden geldt dit 365 dagen per jaar! Iedereen snapt dat een hond ook eens lekker rond wil rennen, maar natuurgebieden zijn daar (nu) niet de plek voor. Hoe goed je hem of haar ook hebt opgevoed; broedende dieren schrikken zich een ongeluk. Alleen al de geur van een hond is soms genoeg om de benen te nemen. Herten, reeën, wilde zwijnen, hazen, dassen en andere dieren slaan op de vlucht wanneer ze zich bedreigd voelen door een hond. Soms lopen de vluchtende dieren zich dan letterlijk dood. Jaarlijks worden meerdere reeën doodgebeten door honden. Als vogels die op de grond broeden moeten vluchten voor honden, zijn de eieren of jonge kuikens een gemakkelijke prooi voor roofdieren. Er zijn allerlei losloopgebieden voor honden. Bijvoorbeeld op de site van Natuurmonumenten kun je die vinden.
Kraamvisite
Moet ik dan 4 maanden thuisblijven? Welnee. De natuur is (grotendeels) open. Blijf wel altijd op de paden. De meeste wandel- en fietspaden zijn zo aangelegd dat er voldoende rustgebied overblijft waar wild zich kan terugtrekken en met tegelijkertijd genoeg ruimte voor wandelaars, fietsers en ruiters is om van de natuur te genieten. Op sommige plekken kom je weer borden of spandoeken tegen waarop staat: ‘Welkom in de kraamkamer van de natuur’. Dus ja, je bent welkom, maar het is hier wel een kraamkamer. Gedraag je dus zoals je dat bij een kraamvisite zou doen. Geef ouders en kind genoeg rust en volg altijd de aanwijzingen ter plaatse opvolgt. En afval laat je natuurlijk niet slingeren als je bij iemand op bezoek bent.
Als je (jonge) dieren tegenkomt
Het kan natuurlijk voorkomen dat je oog in oog komt te staan met die nieuwe generatie. Ook dan is het meestal het verstandigst om je er niet mee te bemoeien. Soms lijkt het of een dier in nood is, en het jouw hulp nodig heeft. Ook al heb je de beste bedoeling, meestal ben je niet nodig, of breng je het dier juist in gevaar. Natuurorganisaties krijgen bijvoorbeeld vaak meldingen van mensen die een jonge uil op de grond zien zitten. Dat is heel normaal. Deze uiltjes kunnen nog niet vliegen, en belanden dan wel eens in een struik of op de grond. Meestal zijn ze vlak bij hun nest, en de ouders zijn in de buurt. Laat ze bij voorkeur met rust, want ze klauteren zelf wel weer naar een veilige plek.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor kalfjes van een ree. Ook daarover zijn mensen nog wel eens bezorgd. Reeën laten hun kalfjes vaak voor wat langere tijd ergens achter. Zijn gaan op zoek naar eten, en dat kan zo’n kleintje nog niet bijhouden. Die zit dan ergens op de grond te wachten. Als je zo’n kalfje aantreft, begint ie vaak ook nog te piepen. Dat komt omdat hij bang voor jou is, en z’n moeder roept. Die is in de meeste gevallen in de buurt, ook al zie je haar niet. Loop voorzichtig weg, zodat moeder er weer bij kan komen. En raak het dier vooral niet aan, want jouw geur kan er voor zorgen dat de moeder het diertje verstoot.
De natuur regelt zichzelf wel, over het algemeen. Ga lekker op kraamvisite, maar houd de komende maanden wat extra rekening met de bewoners van natuurgebieden. Je bent bij hen te gast. Maak je je zorgen, bijvoorbeeld als een dier duidelijk gewond is, dan kun je contact opnemen met de Dierenambulance, of het algemene meldnummer 144.