Geen stormen en stormnamen ongebruikt: hoe komt dat?
Was het weer in Nederland vorig jaar om deze tijd nog sterk wisselvallig en waren we op weg naar een serie van 3 stormen (Dudley, Eunice en Franklin), dit jaar is het rust die de klok slaat. Het enige nieuwtje over de namenlijst van stormen voor het seizoen 2022/2023 was er op 1 september, en wel dat we dit jaar met een Nederlandse naam zouden beginnen: Antoni (naar Antoni van Leeuwenhoek). Daarna is het stil gebleven.Er waren geen stormen dus, tot nu toe. En ook de namenlijst is nog onaangeroerd gebleven. Niet alleen bij ons het kalm, ook de weerdiensten van Ierland en het Verenigd Koninkrijk (waarmee het KNMI bij de naamgeving van stormen samenwerkt) hebben in de weersontwikkeling van de afgelopen maanden geen aanleiding gezien een code oranje uit te geven, laat staan een lagedrukgebied met een naam uit de lijst te eren.
Het gebeurt weleens
Dat het een heel winterseizoen niet tot een storm komt, gebeurt niet vaak, maar ook niet helemaal nooit, zegt onze cijferaar Jordi Huirne. Volgens hem komt een winter zonder stormen gemiddeld eens per 8 jaar voor.
Voor een seizoen zonder systeem met naam is er nog geen meetreeks. Het geven van namen gebeurt sinds 2015, toen de Ierse en de Britse weerdiensten ermee begonnen. Het KNMI heeft zich vanaf 2019 bij dit samenwerkingsverband aangesloten. De Duitse weerdienst geeft al veel langer namen aan weersystemen, zowel hoge- als lagedrukgebieden. Deze namen kun je kopen en zijn verder niet gelinkt aan meteorologische grenswaarden. Dus is ook hieruit niet op te maken hoe bijzonder het rustige weer van dit seizoen is.
Speelt klimaatverandering een rol?
Een eerste vraag is vaak of dit met klimaatverandering te maken heeft? Omdat het toeval ook in een veranderend klimaat een grote rol blijft spelen, is die vraag waarschijnlijk meteen met nee te beantwoorden. In het verleden is het al voorgekomen, dit jaar gebeurt het wellicht opnieuw en ook de komende jaren zal het wel weer eens relatief kalm zijn. De hand van klimaatverandering zit hier waarschijnlijk niet in.
Toch is in het verleden wel vaker gedacht dat de opwarming van de aarde, die in de poolgebieden sneller verloopt dan in de tropen, een rol zou kunnen spelen. Het idee was dan dat de straalstroom, door de afnemende temperatuurverschillen tussen de tropen en de poolgebieden, minder sterk zou worden.
Westenwinden worden sterker
In onze omgeving blijkt het tegenovergestelde waar. Gemiddeld zijn de westenwinden in Europa tijdens de wintermaanden alleen maar sterker geworden (waardoor winterweer nog minder kans maakt dan vroeger). Verder blijkt uit onderzoek dat op ‘onze’ Oceaan de temperatuurgradiënt tussen de subtropen (die hier ook snel opwarmen) en de omgeving van IJsland en Groenland (waar de opwarming juist wat achterblijft) is toegenomen.
Een derde factor die mogelijk een rol speelt, is de poolwervel, de straalstroom in de stratosfeer rond het noordpoolgebied. Ook die lijkt gemiddeld aan kracht te winnen, vooral doordat de stratosfeer boven het poolgebied in winters verder afkoelt dan vroeger. Dat komt wel door klimaatverandering. Zorgt het versterkte broeikaseffect ervoor dat meer warmte in de troposfeer, dichtbij het aardoppervlak, wordt vastgehouden, in de stratosfeer (de laag erboven), blijft die warmte juist weg. Hier wordt het dan ook kouder.
Geen schijn van kans voor de winter
Hoe groter de temperatuurverschillen tussen de lucht in de poolwervel en de warmere lucht eromheen zijn, hoe sterker de poolwervel wordt. En des te meer hij de straalstroom in de troposfeer onder zich kan aanjagen. Vorig jaar liep dit proces vooral in de februarimaand als een tierelier, dit jaar gebeurde dit al vanaf half december en zeker tot in de tweede helft van januari. In die perioden maakte winterweer bij ons geen schijn van kans.
Inmiddels, en dan kijken we weer naar de periode van nu, is de poolwervel wat in kracht afgenomen. Bovendien lijkt hij de komende tijd vaak van zijn plaats te zijn. De straalstroom ligt nu ver noordelijk en bij ons is een hogedrukgebied de dominerende partij. Dit betekent dat de kans op stormen ook in de nabije toekomst maar klein is. Veel vaker zal het rustig zijn met maar weinig wind, vanaf morgen weer vaker wolken en soms ook mist.