Extreme kou in Siberië: laagste temperatuur in 41 jaar tijd
We schreven er zondag al over op Weer.nl, maar nog steeds is het uitzonderlijk koud in grote delen van Rusland en in Siberië. Het meetpunt Dzalinda, in de buurt van de Siberische plaats Zhilinda in het noordwesten van het Centraal-Siberische republiek Jakoetië, noteerde de afgelopen nacht een minimumtemperatuur van -62,1 graden. Weerman Jan Visser meldt op zijn site dat dit in Siberië de laagst gemeten temperatuur sinds 1982 is. Toen werd het in de plaats Batamay zelfs -65,7 graden.De extreme kou in Siberië speelt zich af aan de oostflank van een hogedrukgebied boven het noordwesten van Rusland, dat zich van daar verder tot over het poolgebied uitstrekt. Extreem koude, vanuit het Arctische gebied afkomstige lucht, heeft zich in Siberië genesteld en is er de reden van dat de temperaturen er tot ook voor die gebieden duizelingwekkende laagten zijn gedaald, zelfs vergeleken met de temperaturen van de afgelopen 41 jaar.
Eerder ook al in Canada
Eerder deze winter was het ook al extreem koud in Canada, toen een golf met extreem koude lucht, afkomstig vanuit het noordpoolgebied, Alaska en later het binnenland van Canada in trok. In het plaatsje Chicken in Alaska werd daarbij een laagste temperatuur van -52,2 graden gemeten, in Canada bedroeg de laagst gemeten temperatuur -53,4 graden, op 22 december in Rabbit Kettle, in de Northwestern Territories. In die laatstgenoemde plaats vroor het van 19 t/m 23 december iedere nacht meer dan 50 graden. De -53,4 graden van de 22ste was in Canada de laagste decembertemperatuur sinds 1980, toen het in Stewart Crossing in Yukon -55,5 graden werd. Later trok deze kou vanuit het noordwesten de VS in. Vooral in de omgeving van de stad Buffalo, in het westen van de staat New York en aan de oostelijke punt van het Eriemeer, kwam het daarbij tot een historische sneeuwstorm.
Door de zoveelste opeenvolgende (erg) zachte winter in Nederland (en in het grootste deel van Europa) zouden we het misschien vergeten, maar het kan dus wel degelijk nog koud worden op het Noordelijk Halfrond, gedurende de wintermaanden. Dat het bij ons niet lukt, heeft voor alles met de wind te maken. Die wind waait in de wintermaanden tegenwoordig vooral uit de west- tot zuidwesthoek en voert lucht vanaf de Atlantische Oceaan aan, die over grote oppervlakten al jarenlang veel warmer is dan normaal.
Kou komt niet naar het westen
En nee, ook dit keer gaat de extreem koude lucht boven Rusland niet naar het westen stromen. Met voornamelijk westelijke winden in de gematigde breedten op aarde is de kans dat zoiets gebeurt hoe dan ook niet groot. De enkele keer dat het wel gebeurt (eind februari en begin maart 2018 was z’n voorbeeld), ontstaat, op het moment dat de kou in Rusland – zoals nu – al klaarligt, boven het noorden van Scandinavië een hogedrukgebied met uitbreiding over het Poolgebied. Dan kan de kou boven Rusland wel naar het westen stromen. Dat gebeurde eind februari en begin maart 2018 ook. In Engeland werd die periode heel toepasselijk ‘The Beast from the East’ genoemd. In Nederland noemen we het de ‘Russische Beer’. Hij ligt vaak klaar, maar komt uiteindelijk maar zelden. Andere keren dat het Siberische lucht lukte om Nederland te bereiken waren in februari 2012, eind december 1996 en in de koude winters van de jaren tachtig.
Een extreem voorbeeld, in een winter waarin eerst – net zoals dit jaar – maar weinig was gebeurd, speelde zich in februari 1956 af. Een eerste golf met extreem koude, Russische lucht bereikte ons toen eind januari, wat later in februari gevolgd door een tweede golf. In de tweede helft van de maand werd de koude lucht ingevangen door hogedrukgebieden boven Europa, die de toevoer vanuit het oosten blokkeerden, maar de aanwezige kou vastlegden. Het leverde in Nederland de koudste maand ooit op, met in De Bilt een gemiddelde van -6,7 graden. In Maastricht bedroeg het gemiddelde die maand zelfs -7,6 graden. Het zijn waarden waar je in deze tijd alleen nog maar van kunt dromen.
Flinke verbouwing atmosfeer nodig
Om dit jaar nog iets van winterweer te krijgen, is een flinke verbouwing van de atmosfeer nodig. Op dit moment is er op alle niveaus veel beweging. De westcirculatie op de Oceaan draait, aangewakkerd door de sterke poolwervel die erboven zit, op volle toeren. Lagedrukgebieden komen af en aan en brengen steeds weer storingen met zich mee die bijna dagelijks wel bewolking, regen en wind brengen. Verder zijn de temperaturen door de aanhoudende zuidwestenwind steeds hoog voor de tijd van het jaar.
Een situatie als deze kan alleen maar worden beëindigd als de atmosfeer op enig moment tot rust komt. Dat kan bijna alleen nog gebeuren als de poolwervel (relatief snel) instort of van zijn plek wordt geduwd. Afgelopen vrijdag schreven we al hoe de eerste signalen voor zo’n mogelijke verandering er zijn. Mocht het ook echt gebeuren, dan is het voorlopig nog wel wachten, want het zou op zijn vroegst pas aan het einde van de maand zover kunnen zijn. Ook nu zijn de signalen er nog, zij het minder sterk. Het zal nog wel even op en af gaan voordat het uiteindelijk zover is. Tot die tijd verandert waarschijnlijk maar heel weinig in het huidige weerbeeld en blijft het voorlopig gewoon erg wisselvallig en zacht.