46-Daagse: het ontbreekt nog aan echte uitschieters
Op de eerste 3 weken van december na, toen we naar een vorstperiode toe groeiden en we uiteindelijk in delen van het land nog op het ijs kwamen, is de temperatuurverdeling bij ons de laatste ruim vijf maanden redelijk vlak geweest. Omdat het bijbehorende weerbeeld vaak wisselvalig was, hebben veel mensen het gevoel een lange herfst te hebben meegemaakt. Met weinig uitschieters naar boven, maar ook niet naar beneden.Het is 14 april en het jaar is al 104 dagen onderweg. Nog steeds wachten we op de eerste dag waarop de temperatuur ergens in Nederland tot aan of iets boven 20 graden oploopt. Toch is het niet echt koud. De eerste twee weken van april mogen dan een kleine graad kouder dan normaal zijn geweest, de lente als geheel staat nog een tiende van een graad boven normaal. En de winter was juist een hele zachte. Het zijn vooral het uitblijven van de uitschieters die opvallen. En die ons het gevoel geven dat het maar geen lente wil worden.
Die eerste twintiger laat ook de komende tijd nog op zich wachten. Wel zien we grote veranderingen op de weerkaarten. Boven Scandinavië komt een groot hogedrukgebied te liggen. Het is niet het enige, want straks wordt heel het noordpoolgebied omgeven door hogedrukgebieden. De straalstroom wordt dan ook behoorlijk afgeremd, storingen hebben steeds meer moeite om nog tot onze omgeving door te dringen en het is wachten tot het moment waarop het – zoals ieder jaar – bijna vanzelf weer warm wordt.
Week 1: van maandag 17 tot en met zondag 23 april
- Veel zon, af en toe ook bewolking
- Een vaak oostelijke wind
- Vooral later in de week richting 20 graden
De verwachtingen voor de komende week zien er goed uit. Het lijkt een nagenoeg droge week te worden met veel zon, af en toe drijft vanuit het oosten ook bewolking over. De oostelijke tot noordoostelijke wind is in het Waddengebied af en toe vrij krachtig en de temperaturen schommelen de eerste dagen rond 14 of 15 graden. In de nachten kan het kwik in het binnenland deels nog tot beneden 5 graden dalen.
Vanaf donderdag, als de wind wat meer vanuit het zuidoosten gaat waaien, komt er nog wat bij de temperatuur op. Het kan dan regionaal 20 of 21 graden worden en ook de nachten worden minder koud. Wel neemt op zondag de kans op een bui weer toe.
Week 2: van maandag 23 tot en met zondag 30 april
- Koudere bovenluchten
- Door een naar noord draaiende hoogtewind
- Licht wisselvallig, geleidelijk een beneden normale temperatuur
Het hogedrukgebied lijkt met zijn kern meer naar de omgeving van Groenland op te schuiven. Het is opnieuw een nawee van de SSW’s, de plotselinge opwarmingen van de stratosfeer die we halverwege februari en aan het begin van maart boven het poolgebied hebben gezien. Vooral in de Atlantische sector hebben die ertoe geleid dat zich in het gebied tussen Groenland en IJsland steeds weer hogedrukgebieden nestelden.
Voor ons is die plek niet gunstig, omdat koude poollucht ons dan met noordelijke winden, hoog in de atmosfeer kan bereiken. Die houdt een echte stijging van de temperaturen op grondniveau tegen. Vooral daardoor zijn de temperaturen steeds gematigd. Dat koudere weer overigens zie je vooral boven Scandinavië goed terug. Daar is de vanuit het noorden aangevoerde lucht nog een stuk kouder en komen de temperaturen weer duidelijk onder normaal uit. Ze beleven daar tot nu toe hoe dan ook een koude lente.
Hoewel de verwachting bij ons voor deze week nog redelijk onzeker is, zien we ook boven Nederland de bovenlucht opnieuw kouder worden. De stijging van de temperaturen aan de grond stagneert dan ook en we kunnen weer beneden normaal uitkomen. Verder neemt de kans op neerslag wat toe en kunnen we van licht wisselvallig weer spreken. Daarbij is er zeker ook ruimte voor de zon en ligt de wind duidelijk aan banden.
Week 3: van maandag 1 tot en met zondag 7 mei
- Grootste kans op weinig verandering
- Kleinere kans op warmer of wisselvalliger weer
- Wel redelijk wat ruimte voor de zon
Nog altijd komt Scandinavië er duidelijk kouder dan normaal uit, voor onze omgeving worden ongeveer normale temperaturen berekend. Die normale waarden doen echter geen recht aan de verwachting voor deze week, want er moet uit verschillende opties worden gekozen.
Ongeveer de helft van de berekeningen kiest nog steeds voor hogedruk in de buurt van IJsland en Groenland. Andere opties zijn een positie boven Scandinavië of boven het noordoosten van Europa. In dat laatste geval zouden we in Nederland zelfs met een soort wisselvallige westcirculatie te maken kunnen krijgen.
De eerste optie is relatief koud, de tweede warmer en de derde ongeveer normaal, daar waar het om de verwachte temperaturen gaat. Vooral de laatste optie is wat wisselvalliger.
Week 4: van maandag 8 tot en met zondag 14 mei
- Licht wisselvallig weer
- Normale tot iets beneden normalere temperaturen
- In het algemeen ook heel rustig weer
De meeste berekeningen kiezen er opnieuw voor het hogedrukgebied naar het zeegebied van Groenland en IJsland te verplaatsen. De Scandinavische en de Noordoost-Europese optie, met bij ons een westcirculatie, hebben elk nog ongeveer 10 procent van de berekeningen achter zich. Wel zijn alle signalen natuurlijk minder sterk.
Nog altijd wordt een koud Scandinavië berekend en bij ons een voor de tijd van het jaar normale temperatuur. In de berekeningen voor de wind zijn er voor onze omgeving nauwelijks signalen. Eigenlijk vliegt het alle kanten op. Op het sturende 500 hPa niveau zien we lagedrukgebieden bij Zuid-Noorwegen en Newfoundland.
Mocht deze drukverdeling eruit komen dan hebben we in Nederland licht wisselvallig weer.
Week 5 en 6: van maandag 15 tot en met zondag 28 mei
- Een tijdelijke verbetering in week 5
- Daarna opnieuw licht wisselvallig
- Normale tot boven normale temperaturen
In week 5 wordt in de buurt van Denemarken een hogedrukgebied ingetekend. Dit is een, voor de termijn waarop we kijken, eigenlijk behoorlijk sterk signaal. Een week later is dat hogedrukgebied naar het zuidoosten weggetrokken. We zien dan het Azorenhoog op een wat noordelijkere positie dan anders, in het zeegebied ten zuidwesten van Ierland. Verder een bovenluchttrog die zich over West-Europa zuidwaarts tot over Spanje uitstrekt.
Mocht dit de uitkomst zijn, dan houdt het licht wisselvallige weer aan en is de plaats van de as van de trog bepalend voor de temperaturen. Ligt die as west van ons en waait de wind bij ons vanuit het zuiden, dan kan het behoorlijk warm worden. In de trog en aan de westzijde van de as is het met winden tussen west- en noord een stuk minder warm. Op de kaarten staat deze patstelling als een ongeveer normale temperatuur ingetekend.
Al met al
Al met al wil het nog niet zo vlotten met de door velen gewenste overgang naar een lenteweertype, zoals we dat van voorgaande jaren kennen. Nat zijn de voor de komende tijd verwachte weerkaarten zeker niet, maar echt stabiel is ook anders.
Waar het aan ontbreekt, zijn de echte uitschieters van de temperatuur, in dit geval vooral naar boven. Vaak zijn de bovenluchten er te koud voor, als een laatste nawee van de SSW’s eerder dit jaar. Maar ook is de windrichting meestal niet gunstig. Een oostenwind, ergens in de periode, maar ook een zuidenwind aan het einde van de periode zijn de fenomenen die in deze situatie nog wel verandering kunnen aanbrengen. We wachten het rustig af.