46-Daagse: de zomer klopt aan de deur
In de loop van de lente wordt vaak een blauwdruk voor het weer in de erop volgende zomer gelegd. Niet in detail, maar wel voor wat de grootschalige drukverdeling betreft. Wat dat betreft, zijn we nu in de meest interessante lenteweken terechtgekomen.Het begon deze lente allemaal met de invloed van twee SSW’s, plotselinge opwarmingen van de stratosfeer boven het poolgebied, die zich halverwege februari en rond de maandwissel met maart afspeelden. Langdurige hogedrukimpulsen in het gebied van IJsland en Groenland waren er het gevolg van. Koude lucht vanuit het poolgebied veroverde aan de oostflank daarvan noordelijke deel van de Atlantische sector; de regio van IJsland naar Scandinavië. Daar verliep vooral het eerste deel van de lente dan ook erg koud.
Op de grens
In Nederland kwamen we op de grens tussen die koude lucht in het noorden en warmere in het zuiden terecht. De ene storing na de andere trok er doorheen en bereikte ook steeds onze omgeving. Zowel maart als april groeiden hierdoor tot erg natte maanden uit. In maart was het de warme lucht aan de zuidkant van de overgangszone die de wijzer nog net naar de zachte kant liet uitslaan, in april was het juist duidelijk kouder dan normaal.
Inmiddels zijn we in mei terechtgekomen. Belangrijk op de mondiale weerkaarten is de start van El Niño, die elk moment een feit kan zijn en die het weer op aarde nu al behoorlijk op zijn kop zet. Zo kwam een einde aan de extreme droogte in het zuidwesten van de VS, met daar tijdens de wintermaanden extreme regenval en in de bergen recordhoeveelheden sneeuw. Verder zien we droogte en warmte in Canada, met in Alberta al tientalen bosbranden, halen de temperaturen in het zuidoosten van Azië keer op keer uit en beleven we in grote delen van Europa een natte lente. Het hoort allemaal bij de invloed van El Niño.
In de zomermaanden
Voor de zomermaanden lijkt er, in Europa althans, geen echt verband tussen een El Niño en het weersverloop hier. Wereldwijd is dat anders. Zo wordt het orkaanseizoen in de Atlantische sector door El Niño onderdrukt. Na meerdere actieve seizoenen achter elkaar, lijkt er nu een minder actief seizoen aan te komen. Verder zien we dat vrijwel alle seizoensmodellen voor de zomer hinten op het veelvuldig voorkomen van hogedruk in de ring om de Noordpool heen, een situatie die zich nu al aftekent. Het zwaartepunt van die hogedruk zou dan boven West-Canada en boven Scandinavië terechtkomen.
Als die hogedrukgebieden er inderdaad komen en blijven, de komende maanden, dan is er voor onze omgeving nog maar één vraag die overblijft: zijn de hogedrukgebieden zo sterk dat buien vanuit het zuiden ons niet meer kunnen bereiken? Of zijn ze niet sterk genoeg, en gaan we een warme, maar ook wisselvallige zomer tegemoet? Die vraag is extra interessant omdat het zeewater bij Spanje en Portugal nu zoveel warmer is dan normaal. En we potentieel in buiensituaties, die hun oorsprong (mede en dan door de aanvoer van extra vochtige lucht) in dat gebied vinden, over veel extra vocht in de lucht zouden kunnen beschikken. In de komende weken lijken beide zijden van de medaille een kans te maken.
Week 1: van maandag 15 tot en met zondag 21 mei
- Een erg koele fase middenin de week
- Vaak noordelijke winden
- Aanhoudend wisselvallig met geregeld buien
We zien hogedrukgebieden in de buurt van de Azoren en boven het noordwesten van Rusland. Er tussenin ligt een bovenluchttrog, met Nederland aan de westrand daarvan volgende week in een noordelijke stroming. In die noordelijke stroming komt een bel met kou in de hogere delen van de atmosfeer mee, die in de buurt van ons land terechtkomt. Na nog een vrij warme start van de week op maandag zorgt die bel met bovenluchtkou ervoor dat het dinsdag en woensdag in onze omgeving tijdelijk flink kouder wordt, als een noordwestelijke wind koude lucht van de Noordzee aanvoert.
Rondom de koudeput, zoals zo’n bel met bovenluchtkou ook wel wordt genoemd, draaien allerlei gebieden met buien en regen heen. Van de exacte positie van de put zal afhangen of en in welke mate die neerslag ook tot Nederland doordringt. Het berekenen van de precieze koers van de put is voor modellen altijd erg lastig en verschilt van dag tot dag.
Later volgende week lijkt het weer geleidelijk warmer te worden. Omdat de atmosfeer nog steeds niet helemaal stabiel is, blijft de buienkans ook dan bestaan.
Week 2: van maandag 22 tot en met zondag 28 mei
- Naar noordoost draaiende wind
- Tot boven normaal oplopende temperaturen
- Vooral in het zuidoosten nog een bui
Het Europese model laat het hele patroon wat naar het westen opschuiven. Het hogedrukgebied bij de Azoren trekt zich iets naar het westen terug, het hogedrukgebied in het noordoosten komt boven Scandinavië terecht. De trog vormt zich boven Centraal-Europa tot een grotere koudeput om, waarvan wij aan de rand komen te liggen.
Dit zou bij ons een noordoostelijke stroming opleveren en waarschijnlijk een licht onstabiel weertype. Met overdag veel zon, maar door de invloed van de put boven Centraal-Europa ook de vorming van stapelwolken en een enkele regen- of onweersbui, het meest in de zuidoostelijke helft van het land, omdat dit de regio is die het dichtstbij de put ligt.
De temperaturen kunnen flink omhoog gaan en gemiddeld zo’n 1 tot 3 graden boven de norm terechtkomen. Dit zou betekenen dat we aan zomerse dagen kunnen gaan denken.
Week 3: van maandag 29 mei tot en met zondag 4 juni
- Mogelijk een verregaand droge week
- Noordoostelijke winden
- Veel zon en mogelijk zomers warm
Het zwaartepunt van de hogedruk in het noorden komt wat meer in het zeegebied tussen IJsland en Noorwegen terecht. De luchtdruk boven de zuidelijke helft van Europa blijft relatief laag en strekt zich ook tot over de zuidelijke helft van Nederland uit. Toch ziet het er voor onze omgeving, mocht het letterlijk zo uitkomen als nu in de weerkaarten staat, wel goed uit. Met een beetje geluk zitten er meerdere droge dagen tussen, schijnt de zon nog steeds veel en vaak en wordt met een noordoostelijke wind warme lucht aangevoerd, waarin het kwik tot tussen 24 en 27 graden kan stijgen. Dat zou echt zomerweer opleveren.
Week 4: van maandag 5 tot en met zondag 11 juni
- Toenemende kans op een (onweers)bui
- Wel vaak noordoostenwind
- Nog altijd warm voor de tijd van het jaar
Het hogedrukgebied in het noorden wordt weer wat minder sterk en er is enige onzekerheid over zijn plaats. Het kan nog steeds de stek van een week eerder in het zeegebied tussen IJsland en Noorwegen zijn, maar ook een plek verder naar het oosten boven Scandinavië of zelfs het noordwesten van Rusland.
De lagedruk in het zuidwesten kan zijn invloed weer wat verder naar het noorden uitbreiden. Dit betekent dat het weer een fractie wisselvalliger wordt met kans op af en toe een regen- of onweersbui. Het blijft bij vaak noordoostelijke winden wel warm met temperaturen die nog steeds af en toe zomerse waarden kunnen bereiken.
Week 5 en 6: van 12 tot en met 25 juni
- Eerst relatief wisselvallige start en iets koeler
- Later opnieuw overgang naar zonnig weer
- Aan het eind van de periode wellicht zomerse temperaturen
In week 5 lijkt het relatief wisselvallig te zijn met geregeld buien, ook zon en temperaturen die weer wat dalen, al lijken ze nog wel boven normaal te blijven. Het centrum van de hogedruk wordt dan ver weg boven het noordwesten van Rusland ingetekend.
In de week erna zien we een sterk signaal voor het zich weer uitbreiden van het hogedrukgebied tot over Scandinavië. De lagedrukgebieden zouden dan ook weer verder naar het zuidwesten teruggedrongen kunnen worden. Komt deze ontwikkeling uit, dan zou dit het moment kunnen zijn waarop we opnieuw een zomerse periode in gaan.
Samenvattend
Zoals in de inleiding van dit verhaal al aangegeven, gaan we een periode tegemoet waarin we veel en vaak met hogedrukgebieden boven het noorden van Europa te maken krijgen. Zijn ze sterk genoeg en liggen ze wat meer naar het westen, boven Scandinavië, dan is de kans op zomerweer met veel zon en temperaturen boven 25 graden bij ons het grootst. Komen ze wat oostelijker of noordelijker uit, dan kunnen lagedrukgebieden, die boven Centraal- en Zuid-Europa steeds aanwezig zijn, hun invloed wat makkelijker tot over onze omgeving uitbreiden. In dat geval vallen ook af en toe regen- of onweersbuien en worden de temperaturen wat meer gedrukt. Beide varianten lijken elkaar de komende tijd af te wisselen. En mogelijk wordt daarmee ook al de blauwdruk voor de komende zomer gelegd.