Soms zijn de heuvels van de Veluwe de Alpen van Nederland
De heuvels van de Veluwe zijn af en toe de Alpen van Nederland. Zeker als het in het weer om subtiele verschillen gaat, met soms indrukwekkende gevolgen.Ik bedenk het me als ik donderdagmiddag 31 maart vanuit Hilversum, waar ik heb gewerkt, naar mijn woonplaats Velp, net buiten Arnhem terugrijd. De regen tikt op de autoramen, de ruitenwissers staan aan. Even voorbij de afslag naar Garderen en Stroe, waar de A1 iets omhoog gaat, zie ik de eerste natte sneeuwvlokken tussen de regen. In de buurt van Apeldoorn sneeuwt het en over de A50 richting Arnhem wordt het wit.
Het is niet de eerste sneeuw van die dag. Vroeg in de ochtend was ik ook door de sneeuw gereden. Toen was het tussen Barneveld en de rand van Hilversum wit. Later op de dag trok die zone met neerslag langzaam verder naar het oosten, om in een noord-zuid georiënteerde strook boven de Veluwe stil te gaan liggen. Het was precies de plaats waar het die dag bleef sneeuwen (en regenen) en (kleine) hoogteverschillen enorm veel uitmaakten.
Thuis is alles nog groen
Eenmaal thuis blijkt alles rond het huis nog groen. Wel mengden dikke en erg natte sneeuwvlokken zich door de regen. Mijn vriendin en ik besloten naar het hoge deel van de Veluwe te rijden, via Rozendaal. Het is een prachtige weg, slingerend door de bos. De ene keer rijd je met scherpe haarspeldbochten snel omhoog, de andere keer steil naar beneden. Het kleine stukje omhoog naar Rozendaal blijkt al voldoende om de wereld wit te laten worden. In het bos om ons heen ontstaat een waar sprookjeslandschap.
Boven aangekomen op het Herikhuizerveld, waarvan de Posbank deel uitmaakt, sneeuwt het hard. Er ligt een mooi laagje. De weg is nog te warm om de sneeuw te kunnen accepteren. We rijden richting brandtoren, vlakbij het hoogste punt van de Veluwe. Nadat we de auto bij het Rozendaalsezand hebben achtergelaten, begint onze sneeuwwandeling van die dag. Het ‘zand’ is in een echte sneeuwvlakte veranderd. Het sneeuwt hard. Dikke vlokken vallen recht omlaag. Er is maar nauwelijks wind. Het dooit een beetje.
We volgen de asfaltweg, omhoog naar de brandtoren. Het is de laatste brandtoren die op de Veluwe nog over is. We komen iemand tegen die al vijf uur over de Veluwe wandelt en daar op het weerforum Weerwoord.be verslag van doet. Hij dirigeert ons richting het Signaal Imbosch, met 110 meter het hoogste punt van de Veluwe. Hij heeft er in de begroeiing een sneeuwdikte van wel 15 centimeter gemeten. We kennen het punt. Het is er – aan de bosrand – schaduwrijk en koud. De sneeuw blijft er altijd makkelijk liggen.
Wonderlijk gevoel
Slingerend over de heide volgen we het pad richting de koude plek. De sneeuwlaag wordt dikker. Het gaat ook steeds harder sneeuwen. Het is een wonderlijk gevoel, zo op de laatste dag van maart. Zo met z’n tweeën, op die grote, besneeuwde vlakte. Na een winter die niks bracht. En een maartmaand waarin alleen de zon maar scheen en winterweer steeds heel ver te zoeken was. Bij het Signaal Imbosch aangekomen, blijkt de sneeuwlaag indrukwekkend dik. We maken foto’s en rijden even later terug naar huis. Het sneeuwt zo hard, dat nu ook de weg wit is geworden. Er zijn meerdere centimeters bijgekomen.
Terug in het ongeveer 80 meter lager gelegen Velp blijkt het ook daar te hebben gesneeuwd. Onze tuin is een beetje wit geworden. Toch gaat de sneeuw snel over in regen. Ik ben verbaasd. De zachtere lucht, die de hele dag al boven Duitsland en het oosten van Nederland aanwezig was, blijkt de oorzaak. Een oostenwind blaast die zachtere lucht naar het westen. Ik baal ervan. Het moet nu niet gaan regenen, voordat de sneeuw in de nacht terugkeert. Dat is niet goed voor de sneeuw op de hogere delen van de Veluwe, juist nu er met de eerste dag van april in zicht een indrukwekkende laag kan vallen. Ik houd de waarnemingen in de gaten. Terwijl het in Velp de hele avond aan een stuk door hard regent, meldt het minder dan 10 kilometer verderop gelegen KNMI-station bij Deelen vooral natte sneeuw. Toch zie je ook daar de temperatuur even duidelijk oplopen.
In de nacht keert de koude lucht terug. Tevreden constateer ik rond half twee dat het weer sneeuwt, al blijft die na alle regen nog niet liggen. De volgende ochtend is dat wel gelukt. Vooral het gras en de begroeiing rond ons huis en in de tuin zijn wit, het grind en de klinkerpaden blijken te warm om de sneeuw vast te kunnen houden. Het ziet er idyllisch uit. Nog altijd komen een paar vlokken uit de lucht, maar veel is het niet meer.
Dikste sneeuwlaag
De dikst gemeten sneeuwlaag in Nederland ooit in april bedraagt 20 centimeter, gemeten in 1978. Collega’s van Weer.nl, in Hilversum aan het werk, willen weten of we die dikte nu op de Veluwe hebben gehaald. Ondanks dat ik vrij ben, ga ik om half zeven ’s ochtends nogmaals op expeditie. Ik besluit het eerst op het Terletseveld te proberen, dichtbij het KNMI-station van Deelen. Hopelijk heeft de regen daar niet al teveel schade aangericht.
Vanuit Velp omhoog rijd ik razendsnel een winterwonderland in. De bomen zitten dik onder de sneeuw, vanaf het veld aan de noordkant van Arnhem stuift het zelfs over de weg. Bij het Terletseveld aangekomen, loop ik, ook al is de zon nog niet op, meteen naar binnen. Over de heide volg ik het pad richting een bosrand. In de verte is een zendmast zichtbaar. Die bevindt zich op een hoogte van 104 meter. Daar ga ik eerst een kijkje nemen.
Terwijl de sneeuw me af en toe in het gezicht stuift, wordt de sneeuwlaag onder mijn voeten dikker. Eerst zit er nog een ijslaagje in, ten teken dat het ook hier heeft geregend, later verdwijnt dat. Blijkbaar heeft het op de hoogste plekken toch alleen maar gesneeuwd. Ik ben er blij mee. Met een meetlintje in de hand, meet ik steeds weer de dikte van de sneeuwlaag. Acht centimeter, tien, dertien en bij de zendmast vijftien centimeter. Ik app mijn collega, die reuzebenieuwd is. Nog geen record, maar wel heel veel sneeuw.
Het heeft flink gestoven
Het wordt licht, het is vet winter in het bos. Terwijl de sneeuw onder mijn voeten kraakt, maak ik foto’s. Een lange wandeling volgt, op weg naar het Signaal Imbosch. Ik loop door het bos, langs een heideveld en op een goed moment komt opnieuw de brandtoren in zicht. Het uitgestrekte heideveld er omheen ligt in zijn geheel op ongeveer 100 meter hoogte. Hier heeft de sneeuw flink gestoven. Het is lastig om de dikte te bepalen.
Over het slingerende pad loop ik richting Signaal Imbosch, door een dikke laag sneeuw, zonder ijs. Ik blijf meten, maar komt nog steeds niet boven 15 centimeter uit. Ik bel met mijn collega en we besluiten het op die 15 centimeter te houden. Precies op het moment dat we de verbinding verbreken, bereik ik de beschutting van de bosrand. Daar is de sneeuwlaag wel dikker. Ik meet 14, 18 en op enkele plekken zelfs meer dan 20 centimeter. Weer bel ik en we besluiten het gemiddelde van 17 centimeter als representatieve waarde voor het gebied te nemen. De op één na hoogst gemeten sneeuwdikte ooit in april in Nederland! Net geen record dus, maar in deze tijd niet minder bijzonder.
Ik loop al weg als Radio 538 belt voor een praatje, via een videoverbinding. Het wordt een minuutje unieke radio, die eindigt met mij, plat voorover in de sneeuw. In de studio vinden ze het prachtig. Niemand ziet het. Op de plek waar ik ben, zijn er alleen bomen en sneeuw. De lange wandeling terug volgt, door stuifsneeuw en ik zie zelfs een sneeuwhoosje. Drie uur later sta ik weer bij de auto. Nog steeds dooit het niet. Bizar in april.
De winter die in april pas kwam
Het weekend erna blijft het koud en vallen geregeld winterse buien. In de nacht naar zondag vriest het in Deelen 6,3 graden, de koudste ochtend van 3 april ooit. Nog een dag later, op maandagochtend, ga ik nog één keer terug naar het Signaal Imbosch. Terwijl de sneeuw op de meeste plekken allang is verdwenen, is het daar nog wit. Voor de vijfde opeenvolgende dag ligt er een sneeuwdek. Het is de meeste winterse periode geweest van een winter die allang voorbij is en helemaal niets bracht. We moesten er tot in april op wachten.