Onherstelbare droogteschade
Er is inmiddels weer voldoende water beschikbaar om aan de watervraag te voldoen, maar de natuur heeft, volgens boswachters van verschillende natuurorganisaties, onherstelbare schade opgelopen door de langdurige droogte tijdens het voorgaande zomerhalfjaar in combinatie met de extreem lage waterstand in onze rivieren.De natuur heeft last van een domino-effect, volgens de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW). De negatieve effecten stapelen zich op. Het is vaker extreem droog en die perioden duren ook steeds langer. De natuur lijdt onder stikstofneerslag, laagwater zorgt voor een watertekort en slechte waterkwaliteit. "Belangrijke schakels in het natuurecosysteem vallen uit. De natuur is veerkrachtig, maar de situatie is nu kritiek", stelt de LCW.
Onherstelbaar
Met name beken en vennen op de hoge zandgronden lijken onherstelbaar beschadigd. Ook veengebieden hebben zwaar geleden. Er is veen voorgoed verdwenen. Veel vissen, insecten en amfibieën en sommige bomen en planten hebben de droogte niet overleefd. Het was deze zomer de vierde keer in vijf jaar tijd dat het veel te droog was. De natuurorganisaties pleiten voor ander waterbeheer, waarbij in natte periodes veel meer water wordt opgeslagen.
In sommige delen van Nederland gelden nog steeds sproeiverboden, zegt de LCW. Ook worden in het westen van het land en op het IJsselmeer nog maatregelen getroffen om verzilting tegen te gaan. Extra pompen zijn bijna overal opgeruimd, behalve bij de grote sluis naar de Twentekanalen in Eefde. Hier moet de binnenvaart nog rekening houden met lange wachttijden.
De grondwaterstanden zijn nog steeds laag, met name in het oosten en zuiden van het land. Het zal maanden duren voordat dit tekort weer is aangevuld. Vooral de natuur heeft hier hinder van, herstel van sommige flora en fauna zal mogelijk nog langer duren. De situatie is in diverse gebieden kritiek omdat er veel natuur verloren is gegaan door droogte.
Voldoende water
Volgens de droogtemonitor, een product van de LCW van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin, is er momenteel voldoende water beschikbaar om aan de watervraag te voldoen. Hierbij wordt o.a. gekeken naar de wateraanvoer van de Rijn en de Maas. Uiteraard speelt het verschil tussen neerslag en verdamping hierbij ook een belangrijke rol.
Het landelijk gemiddelde neerslagtekort is aan het einde van het droogteseizoen opgelopen tot ongeveer 224 mm. Regionaal varieert dit, met in het oosten van het land het grootste tekort rond 300 mm. Dit zijn bijna vier maanden aan neerslag die we te kort komen. Het zuiden en oosten van het land hebben dus maanden met veel regen nodig om de grondwaterstand weer op een normaal peil te krijgen.