Foto gemaakt door National Weather Servce - New York - Extreme sneeuwval in Buffalo, in de Amerikaanse staat New York.
Foto gemaakt door National Weather ServceNew YorkExtreme sneeuwval in Buffalo, in de Amerikaanse staat New York.
Nu

Is zo'n barre winteruithaal als in de VS ook bij ons mogelijk?

Door het zachte en weinig spectaculaire weer in eigen land is er de afgelopen dagen veel aandacht geweest voor het barre winterweer, dat grote delen van Noord-Amerika in de greep had. Vooral de beelden van de sneeuwstorm in het westen van de staat New-York, in de buurt van de stad Buffalo, hebben indruk gemaakt. Geen wonder dan ook dat steeds weer de vraag kwam of zoiets ooit ook in Nederland mogelijk zou zijn?

Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst vaststellen wat er de afgelopen dagen in Noord-Amerika nu precies is gebeurd. Het begon een tijdje terug al toen een golf met extreem koude lucht, afkomstig vanuit het noordpoolgebied, Alaska en later het binnenland van Canada in trok. In het plaatsje Chicken in Alaska werd daarbij een laagste temperatuur van -52,2 graden gemeten (bron: Jan Visser), in Canada bedroeg de laagst gemeten temperatuur -53,4 graden, op 22 december in Rabbit Kettle, in de Northwestern Territories. In die laatstgenoemde plaats vroor het van 19 t/m 23 december iedere nacht meer dan 50 graden. De -53,4 graden van de 22ste was in Canada de laagste decembertemperatuur sinds 1980, toen het in Stewart Crossing in Yukon -55,5 graden werd.

Lagedrukgebied

Er lag dus al het een en ander klaar. Het was wachten totdat die kou verder naar het zuiden zou uitstromen. Dat gebeurde toen zich in de dagen voorafgaande aan de Kerst in het grensgebied tussen de ijskoude lucht in het noorden en veel warmere lucht boven de zuidelijke helft van de Verenigde Staten een lagedrukgebied vormde, dat uiteindelijk in het gebied van de Grote Meren explosief uitdiepte en daar uitgroeide tot een stormdepressie met een enorme oppervlakte. In de kern daalde de luchtdruk tijdelijk tot 960 hPa.

Er gebeurden meerdere dingen. Zo kon de kou, achter het lagedrukgebied, in de westelijke helft van de VS naar het zuiden stromen, helemaal tot in het noorden van Mexico en het kustgebied van de Golf van Mexico aan toe. Zelfs in een stad als New Orleans, dat voor ons als een tropische bestemming bekend staat, kwam het kwik onder het vriespunt uit. Om het lagedrukgebied heen werd die kou vervolgens op transport naar het oosten gezet. Uiteindelijk kreeg vrijwel de hele VS, met uitzondering van Californië in het zuidwesten en Florida in het zuidoosten, ermee te maken. Al was het ook Miami maar 8 graden.

Extreme kou

Een paar fenomenen trokken de aandacht. Allereerst waren het de lage temperaturen die op veel plaatsen werden gemeten. Het koudst was het in het gebied ten oosten van de Rocky Mountains dat aan Canada grenst Daar daalde het kwik plaatselijk tot rond -40 graden. Veder naar het zuiden en oosten was het minder koud, maar nog steeds extreem, met temperaturen die op heel veel plekken tot tussen -15 en -25 graden terugvielen.

Heel bijzonder waren de overgangen. Op het koufront, dat aan de vost voorafging, daalde de temperatuur soms met meer dan 10 graden in een minuut tijd. Dat kan in de VS, omdat op de overgangen van de ene extreem naar de andere vaak de tussenstappen missen, die we in Europa meestal wel hebben. Op het front sneeuwde en ijzelde het, tot ver naar het zuiden. Tijdens de Kerst was een gebied ter grootte van ongeveer 53 procent van het oppervlak van de VS met sneeuw bedekt. Dat was sinds 1880 niet eerder voorgekomen.

Harde wind

Verder speelde de harde wind een rol. Op veel plaatsen in de noordelijke helft van de VS kwam het tot een sneeuwstorm. De combinatie van stuifsneeuw, de harde wind en de extreem lage temperaturen maakte de omstandigheden buiten de deur vaak ronduit gevaarlijk. Soms liepen de zichten tot maar een paar meter terug. Auto’s bleven op de wegen steken, hulpdiensten konden hun werk nauwelijks meer doen, de stroom viel op veel plaatsen uit en ook in huis werd het daardoor niet zelden extreem koud.

In het westen van New York kwam de koude lucht over het relatief warme water van de Grote Meren aanzetten. Daar pikte de lucht extra vocht op waardoor het in de omgeving van steden als Buffalo dagen achtereen bleef doorsneeuwen. In Buffalo viel in totaal 1 meter 25 aan verse sneeuw. Die sneeuw, gecombineerd met de harde wind en de lage temperaturen maakte het rampzalige plaatje daar compleet. Meer dan 30 mensen verloren alleen al in die regio het leven, in de VS als geheel zijn het er op dit moment ongeveer 60.

Bij ons vrijwel niet mogelijk

In Nederland zijn gebeurtenissen als deze vrijwel niet mogelijk. In de VS, waar de belangrijkste gebergten, kijkende naar het noorden in de lengterichting liggen, komt de extreem koude lucht, als die vanuit het noorden eenmaal zuidwaarts stroomt, op zijn pad geen obstakels tegen. Er zijn geen zeeën om de lucht op te warmen en er zijn geen bergen, waar de koude lucht tegenaan kan gaan liggen. Als de kou eenmaal beweegt, beweegt hij en kan zeer ver komen. Dat hebben we ook de afgelopen dagen weer gezien.

Bij ons zijn die bergen en zeeën er wel. In Nederland is het de warme Noordzee die extreme kou vrijwel altijd tempert. De enige keren dat het wel lukt, is als er bij ons een harde oostelijke tot noordoostelijke wind waait die koude lucht vanaf het continent aanvoert. De laatste keer dat dit gebeurde was in februari 2021. Toen hadden we hier een sneeuwstorm, Darcy, die zijn grootste lading sneeuw dumpte in de gebieden waar de wind het meest geremd werd, door bossen en andere obstakels. Daardoor viel het met de overlast mee. Was de sneeuw die dag in het noorden gevallen, dan waren de problemen een stuk groter geweest. In het open land daar waait de wind nu eenmaal een stuk harder.

Sneeuwstormen zijn hier zeldzaam

Sneeuwstormen zijn in Nederland zeldzaam. We hebben ze gehad in 1937, 1942, 1945, 1947, 1956, 1958, 1963, 1979 en in 1985. En vorig jaar dus, in februari 2021. De keer dat we het dichtstbij de situatie van de afgelopen tijd in de VS kwamen, was ongetwijfeld in februari 1979, toen een groot deel van Noord-Nederland vanaf de 14e een aantal dagen van de buitenwereld afgesloten raakte, door een sneeuwstorm die 90 uur duurde. Er viel tussen 15 en 30 centimeter sneeuw die tot sneeuwduinen met een hoogte van tussen 3 en 6 meter opwaaide. Hele huizen werden eronder bedolven. De beelden waren ongekend.

Ook in Nederland zagen we toen ondergesneeuwde snelwegen, waar tientallen voertuigen waren achtergelaten, omdat ze niet meer voor- of achteruitgingen. De wind haalde in vlagen snelheden tot 100 kilometer per uur en het vroor een graad of 6. Het was de tweede sneeuwstorm van die winter. Op oudejaarsdag 1978 werd vooral de zuidelijke helft van Nederland al door een sneeuwstorm getroffen. Die ging gepaard met temperaturen tussen 10 en 15 graden onder nul en werd gevolgd door de enige echt koude periode van die beroemde winter. Op 4 januari 1979 vroor het in het Groningse Ten Post zelfs 24,7 graden, de laagste temperatuur in een reeks van vier dagen waarin in het kwik iedere nacht beneden -20 graden uitkwam. Dat gebeurde in heldere nachten bij weinig wind. Stralingskou dus.

Het kan, maar gebeurt bijna nooit

En daarmee hebben we de vraag of een barre winterperiode, zoals we die de afgelopen dagen in Amerika hebben gezien, ook in Nederland mogelijk is, wel beantwoord. Het antwoord moet ‘ja’ zijn, met daarbij de aantekening dat het bijna nooit gebeurt. En dat het in de moderne tijd, na alle klimaatverandering, misschien ook al niet meer mogelijk is.

Reinout van den BornChef Redactie