Is dit nu een echte 'Indian summer'?
Het is hartstikke zacht, dat had je al gemerkt. Deze week krijgen we zelfs temperaturen die hartje zomer niet zouden misstaan. Is dit nu die ‘Indian summer’ waar je wel eens over hoort?De herfst is al even op streek, dat is aan alles te merken. Hoewel: aan bijna alles, want het voelt op het moment allesbehalve herfstachtig aan. Toch zijn de bladeren al flink verkleurd, is de eerste nachtvorst al lang en breed achter de rug en over een week is het al november. Dat het nu zo zacht is, en dat zo lang aanhoudt, is behoorlijk uitzonderlijk.
Dat de herfst niet alleen maar regen, wind en kou brengt, weten we heus wel. Een nazomertje hoort wel een beetje bij de maand oktober. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er allerlei termen zijn om dit soort periodes te omschrijven. Tegenwoordig hoor je vaak over de ‘Indian Summer’. Wat is dat eigenlijk?
Uit Amerika
De term ‘Indian summer’ is – je raadde het al – overgewaaid uit Amerika. Dat het ‘Indian’ heet, heeft hoogstwaarschijnlijk met de oorspronkelijke bewoners van het land te maken, maar waarom deze periode juist naar hen is vernoemd, is niet helemaal duidelijk. Wellicht omdat deze periode een ideaal moment was om te gaan jagen.
Met Indian summer wordt een warme, rustige periode in de herfst bedoeld. Ook zonneschijn is een belangrijk ingrediënt. In sommige staten is juist het herfstseizoen de grootste publiekstrekker van het jaar. Vooral in het noordoosten, dat vol staat met loofbossen die in deze tijd van het jaar natuurlijk schitterend rood geel en oranje verkleuren. Met volop zonneschijn ziet dat er nu eenmaal fantastisch mooi uit.
Eerst vorst
Van Indian summer spreken we meestal alleen als het al even nat en/of koud is geweest in de herfst. Sommige mensen vinden dat het ook al gevroren moet hebben voor je het zo mag noemen. Maar: een officiële definitie is er niet, en het wordt dan ook in allerlei situaties geroepen. Wij kennen de term dus vooral om zonnig, rustig en warm herfstweer te omschrijven. Vaak voeren hogedrukgebieden daarbij dus de boventoon, zoals ook nu.
Nederlandse termen
Er zijn ook Nederlandse termen voor zo’n soort periode, maar die zijn tegenwoordig steeds minder bekend. De ongelukkige term ‘oudewijvenzomer’ hoor je nog wel eens. Die uitdrukking is ontstaan doordat spinnen in zo’n periode vaak volop lange draden spinnen, wat dan weer gekoppeld werd aan breiende dames op leeftijd. Tja.
Daarnaast zijn er nog allerlei andere typeringen in omloop. Een nazomerse periode rond 29 september wordt wel eens Sint-Michielszomer genoemd. Begin oktober hoor je over de Kranenzomer, aangezien kraanvogels dan vaak over ons land vliegen op weg naar hun winterstek in het zuiden. Vaak houden ze dan nog even pauze in ons land. Rond 11 oktober spreekt men soms nog wel eens van een Sint-Gummaruszomer en rond 11 november kennen we de Sint-Maartenszomer.
Zomergemiddelden
Welke naam je het ook wil geven: het blijft de komende tijd uitzonderlijk warm. Vandaag is met een maximum van 18 graden zelfs de minst warme dag van de week, en dat terwijl het gemiddeld in deze tijd van het jaar zo’n 13 graden is. Uiteraard zegt een gemiddelde niet alles, maar als je daar zo ver boven zit, zegt dat wél iets. Bovendien wordt het de komende dagen nog een stuk warmer. Woensdag gaan we in het zuiden al naar 20 graden, donderdag zit vrijwel de hele zuidoostelijke helft van het land op 20 tot 22 graden en op vrijdag zou het op een enkele plek zelfs 24 graden kunnen worden. Dat soort temperaturen zijn midden in de zomer gemiddeld.
Bijna
Eigenlijk voldoet deze periode in bijna alle opzichten aan de (wankele) definitie van Indian summer. Bijna: want wat er misschien minder ‘indian’ aan deze ‘summer’ is, is dat het niet heel erg zonnig is. Elke dag komt de zon wel even tevoorschijn, maar de bewolking voert meestal de boventoon. Desalniettemin wordt het de komende dagen reuze aangenaam. Het waait niet al te veel en met deze temperaturen heb je haast geen jas meer nodig. Want ook ’s nachts wordt het voorlopig bepaald niet koud. De winter is nog ver weg.