IJshaar: dit is het en zo kun jij het ook vinden
Het is de laatste tijd volop gespot: ijshaar, een zeldzaam fenomeen. De komende dagen kun je het misschien ook nog tegenkomen. Maar wat is het, en hoe vind je het?Sommige ochtenden zijn er ideaal voor. In het bos kun je dan zo maar een golvende pluk wit ‘haar’ aan een tak zien zitten. Als je het weet te herkennen tenminste, en als je er op tijd bij bent. IJshaar is prachtig om te zien, maar zeldzaam is het wel. De afgelopen tijd is er weer veel van gezien door onze weerfotografen.
Wat is het?
Ijshaar, haarijs, ‘de baard van Koning Winter’ of baardijs: het ontstaat vanuit de kern van dood loofhout. Het ontstaat vooral op beukentakken die in het bos op de grond liggen, maar ook bij dood eikenhout komt het voor. In de kern van zo’n afgevallen tak bevindt zich een schimmel. Een schimmel is een levend organisme, en heeft net als andere levende wezens een stofwisseling. Bij die stofwisseling komt onder andere water vrij. Dit water moet ergens naartoe. In het hout van een tak zitten hele kleine openingetjes – poriën als het ware – en daardoor worden die waterdeeltjes naar buiten geperst.
Als de temperatuur buiten dat hout iets onder nul is, en het waterdeeltje door een te hoge luchtvochtigheid niet kan verdampen, bevriest het in een heel klein ijsklompje. En als er steeds meer waterdeeltjes uit het hout naar buiten komen, ontstaat een lange, dunne, zijde-achtige ‘haar’ van ijs.
Fragiel
Hoe langer dit proces doorgaat, hoe weelderiger de bos haar die uit de tak naar buiten komt. Zo kunnen er prachtige kunstwerken ontstaan. Maar: ijshaar is erg kwetsbaar. Zodra de zon doorbreekt, als de temperatuur boven nul komt smelt ijshaar meteen weg. Ook als je het aanraakt, of als er iets anders tegenaan komt, verdwijnt het meteen. Het is een fragiel goedje, en daarom is het dus best bijzonder als je het tegenkomt.
Op ijshaarexpeditie
Denk je nu ‘dat wil ik ook wel eens zien’? Het is niet elke winterochtend goed ijshaarweer. Je moet bovendien een beetje geluk hebben, maar met deze omstandigheden heb je de beste kansen:
Lichte vorst: het moet een paar graden onder nul zijn. Tot vier graden vorst is ideaal. Is het kouder dan dat, dan houdt de schimmel in het hout op met vocht produceren, en ontstaat er dus niets. Is het minder koud, dan krijgt ijsvorming natuurlijk geen kans.
Hoge luchtvochtigheid: hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe minder makkelijk het is voor waterdeeltjes om te verdampen. Bij hele droge kou, die je vaak hebt op van die hele koude (en zonnige) winterdagen, zie je eigenlijk nooit ijshaar. Te veel vocht is ook weer niet goed: bij mist bijvoorbeeld, zoals vandaag, is de lucht eigenlijk weer te nat. De kleine waterdruppeltjes in de lucht laten het ijshaar als een suikerspin in elkaar storten.
Verder heb je natuurlijk een goed plekje nodig, waar genoeg dood (loofbomen)hout ligt. Bij voorkeur is dit hout ook een beetje nat, en ligt het niet meteen vol in de zon als die opkomt. Heb je een stukje natuur waar je vaak komt, dan kun je van tevoren al eens onderzoeken wat eventueel een goed ijshaarplekje zou kunnen zijn. Als de weersomstandigheden dan goed zijn, kun je er als de kippen bij zijn!
Foto: Regina Vastenhout