Het kan weer: ruiten krabben
Het wordt geleidelijk kouder in Nederland, en ook het winterse ‘gedoe’ begint weer. Zoals het klusje waar je nooit zin in hebt: autoruiten krabben.IJs op de ruiten: het is al een paar keer voorgekomen, ook vandaag weer, maar nog lang niet overal. Toch begint het ruitenkrabseizoen nu echt te naderen. Komende dagen kunnen veel van ons weer aan de bak. Toch is het lang niet altijd zo dat je auto onder het ijs zit als het vriest. En soms moet je juist wel krabben als het helemaal niet heeft gevroren. Hoe zit dat ook alweer?
Via de grond
Laten we beginnen bij het begin: waarom koelt het 's nachts eigenlijk af? Dat zit zo: overdag verwarmt de zon het aardoppervlak. Die verwarmt vervolgens weer de onderste laag van de atmosfeer. Zo loopt de temperatuur geleidelijk op. In de avond en nacht gebeurt het tegenovergestelde: de bodem straalt warmte uit, waardoor het aardoppervlak afkoelt. Vervolgens koelt het aardoppervlak de onderste laag van de atmosfeer weer af. De temperatuur aan de grond is 's nachts daarom over het algemeen lager dan op de officiële meethoogte van 1,5 meter.
Koude auto
De bodem heeft bovendien een aardig warmtereservoir. Daardoor kan het even duren voordat het aardoppervlak, laat staan de onderste luchtlaag van de atmosfeer, afkoelt. Anders is dat bij een auto. Onder het oppervlakte van de auto zit niet zo'n warmtereservoir. Dat oppervlak koelt dus razendsnel af zodra het warmte kan uitstralen en het oppervlak van de auto kan dus zelfs afkoelen tot een lagere temperatuur dan dat van de omringende luchtmassa. Hierdoor kan de autoruit een temperatuur onder het vriespunt hebben, terwijl een thermometer vlakbij een temperatuur boven nul aangeeft.
Druppeltjes
Maar dan is de vraag: waar komt dat ijs vandaan? Voor ijs is vocht nodig. En het kan goed zijn dat voordat je ging slapen, de auto(ruit) nog droog was. Dat vocht komt uit de lucht. Koude lucht kan minder vocht bevatten dan warme lucht. Omdat het oppervlak van de auto rap afkoelt, kan de temperatuur van de auto de dauwpunttemperatuur bereiken. Dat is de temperatuur waarbij de lucht verzadigd is van vocht (oftewel, de luchtvochtigheid is 100%). Als gevolg daarvan condenseert de waterdamp in de lucht, en vormen zich waterdruppeltjes op het koude oppervlak (in dit geval van de auto, maar denk bijvoorbeeld ook aan dauw op het gras op een koude ochtend). Als de temperatuur onder het vriespunt daalt, bevriest dat vocht: dan vormt zich een ijslaag. Rijp op het gras, en ijs op de voorruit: krabben dus!
Wind en wolken
Er zijn natuurlijk allerlei zaken die dit proces kunnen beïnvloeden. Het is ook niet per definitie zo dat hoe harder het vriest, hoe dikker de laag ijs op je ruiten. Bewolking zorgt er bijvoorbeeld voor dat warmte niet goed weg kan. Onder een heldere hemel kan het veel beter afkoelen dan onder een dik wolkendek. Wind zorgt er ook voor dat het minder hard afkoelt, omdat verschillende luchtlagen dan gemengd raken. Verder moet er natuurlijk genoeg vocht aanwezig zijn. Er bestaat ook hele ‘droge vorst’. Dan kan het misschien best 15 graden onder nul worden, maar als er geen vocht aanwezig is, blijven je autoruiten brandschoon.
Parkeren
Daarnaast is het ook nog van belang waar je auto staat. Dicht bij een gebouw zal hij minder gauw afkoelen. Een flinke boom kan soms de afkoeling ook al aardig tegenhouden. Sta je naast een sloot, dan is er in potentie meer vocht aanwezig die aan jouw ruiten kan gaan kleven. Ook geldt: hoe horizontaler de ruit, hoe makkelijker er ijs op ontstaat. De voorruit zal dus meestal het ergst beijsd zijn.
Het wordt de komende dagen langzaam kouder, en de kans op een paar graden vorst in de nachten is groot. Als je vroeg de deur uit moet, misschien toch even met een paar minuten extra rekenen.
