Berijpte natuur levert prachtige plaatjes op
Het is momenteel stralend winterweer, met veel zon en middagtemperaturen dichtbij of zelfs net onder het vriespunt. Afgelopen nacht daalde het kwik in het hele land tot ruim onder nul, in Twente tot -9,4 graden, waarna we vanochtend in een groot deel van het land wakker werden in een witte wereld, niet door sneeuw, maar door rijp. Met daarboven een strakblauwe lucht en de zon, leverde dat al vroeg veel sprookjesachtige winterplaatjes op.Na een nacht met rijpvorming ziet de natuur er in de ochtend vaak licht winters uit. Het gras, maar ook de rest van de natuur en bijvoorbeeld de tuinmeubels en autoruiten zijn wit. Op een aantal plekken in het land was het afgelopen nacht en vanochtend naast heel koud ook mistig en kwam het tot ruige rijp. Ruige rijp ontstaat als de mistdruppeltjes nog vloeibaar zijn, maar wel onderkoeld. Zodra ze ergens tegenaan botsen, vriezen ze vast, ook aan elkaar, en ontstaat en prachtige vorm van rijp, die heel dik op de bomen kan komen te zitten. Kijk je er goed naar, dan zie je allemaal draadjes van rijp die blijven groeien zolang de mist en vorst aanhouden. Dit kan fenomenale plaatjes in de natuur opleveren en dat hebben we vandaag weer gemerkt.
Drie fasen van water
In het weer komt water het hele jaar door in alle drie zijn fasen voor: in de gasvorm dus, in vloeibare vorm (water) en in zijn vaste vorm (ijs). Als reactie op temperatuurveranderingen verandert water het hele jaar door van fase. Zo kan het van vloeibaar naar gas gaan. Die overgang noemen we verdampen. Het kan ook van vloeibaar naar vast gaan; dan spreken we van bevriezen. Als water in zijn vaste vorm naar vloeibaar gaat, spreken we van smelten of dooien. Gaat het van zijn gasvorm naar de vloeibare vorm, dan heet dat condenseren. Water in zijn vaste vorm kan ook direct in gas overgaan; dat noemen we verdampen. En water dat van zijn gasvorm direct naar de vaste vorm overgaat, sublimeert of verrijpt.
Water in gasvorm
Rijpvorming begint bij waterdamp, ofwel water in zijn gasvorm. Onzichtbaar dus, maar wel aanwezig. Hoe warmer de lucht is, hoe meer waterdamp erin past. Nu is Nederland een echt waterland, dus is de aanvoer van waterdamp bij ons bijna het hele jaar door min of meer gegarandeerd. De zeeën, meren, rivieren en plassen dampen bijna continu. Daar merk je in principe weinig van, maar zodra de temperatuur van de lucht verandert, merken we dat wel.
Overgang naar andere fase
Daalt de temperatuur bijvoorbeeld, dan wordt op enig moment een punt bereikt waarop de lucht verzadigd raakt met waterdamp. Op dat moment zal een overgang plaatsvinden naar een andere fase. In dit geval van de gasvorm naar de vloeibare vorm, dus van waterdamp naar waterdruppeltjes. Dit noemen we condensatie. Je kunt hierbij denken aan nevel of mist.
Autoruiten krabben
Als dan de temperatuur onder nul komt, bijvoorbeeld op een oppervlak waar de druppeltjes tegenaan komen, bevriezen ze. Ze gaan dus nog een keer over in een andere vorm; deze keer de vaste vorm. Soms wordt dit effect rijm genoemd. Niet een heel gangbare term, maar met rijm bedoelen we het resultaat van dat proces: waterdamp die condenseert op een koud oppervlak, en vervolgens bevriest. Dat zijn de ochtenden dat we autoruiten moeten krabben…
Rijp
Bij rijp gebeurt er iets anders. Hierbij gaat de waterdamp onder invloed van temperaturen onder het vriespunt direct over van de gasfase naar de vaste fase. De vloeibare fase wordt dus overgeslagen. Rijp is ook ijs, maar dan van een variant die veel makkelijker van je auto te schrapen is. Het is vaak een heel bros laagje. En het levert prachtige winterplaatjes op!