Alleen een wonder kan de Elfstedentocht nog redden
Het is vandaag op de kop af 25 jaar geleden dat Nederlands grootste en meest beeldbepalende sportevenement voor het laatst kon worden gehouden. Vroeg in de ochtend van 4 januari 1997 viel het startschot en vertrokken 308 wedstrijdschaatsers (mannen en vrouwen) en 16430 toertochtschaatsers voor hun 199,6 kilometer, over het ijs en langs de Friesche Elf Steden.Het was droog, wolken en de zon wisselden elkaar af, er waaide een straffe oostenwind en gemiddeld over de dag was het in Leeuwarden -4,2 graden. Naar schatting 2,5 miljoen mensen bekeken de tocht vanaf de randen van het parcours, ongeveer 9 miljoen schakelden overdag op enig moment via hun televisie in om De Tocht een tijdje te bekijken.
Het gemis is groot
Als er één ding is dat in Nederland wat losmaakt, dan is dat wel schaatsen op natuurijs in het algemeen en de Elfstedentocht in het bijzonder. Hoe groot het gemis is, bleek afgelopen winter weer toen het eindelijk een week lang hard vroor en mensen met miljoenen tegelijk het natuurijs op konden, in een prachtig besneeuwde wereld en onder een fel schijnende zon.
Met klimaatverandering in een steeds verder gevorderd stadium en de Nederlandse winter als groot slachtoffer, zijn we bezig een stukje van ons collectieve DNA los te laten. Dat kost veel moeite en doet enorm pijn. Hoewel we allemaal eigenlijk wel weten dat De Tocht nooit meer komt, wordt hij toch ieder jaar virtueel gehouden. Om alle instanties, die erbij betrokken zijn, scherp en de draaiboeken up-to-date te houden. Om klaar te zijn voor het geval dat…
Wat is er qua weer nodig?
Wat is er qua weer nodig om het tot een Elfstedentocht te laten komen? Op basis van de huidige protocollen, waarbij de 32.000 leden van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden allemaal voor een startbewijs in aanmerking komen, streeft de organisatie ernaar om overal op het parcours minimaal 15 centimeter ijs te hebben. Daar is heel wat voor nodig.
Omdat het 25 jaar geleden is dat de laatste Elfstedentocht werd verreden, hebben we bij Weer.nl een onderzoekje gedaan naar de tochten uit het verleden en daarbij vooral naar het weer gekeken. Hoeveel vorst was er nodig om het tot De Tocht te laten komen, hoe lang moest het vriezen en zie je verschillen tussen winters waarin De Tocht na een eerste vorstperiode direct kon worden verreden, of die waarin er meerdere vorstperioden waren? In de winter van 1942 bij voorbeeld werd de datum 4 keer uitgesteld, voordat de Elfstedentocht echt kon worden gehouden.
Plaatje
In het plaatje bij dit verhaal zijn de aanlopen naar de verschillende Elfstedentochten te zien. Omdat van het weerstation in Leeuwarden pas vanaf 1952 meetgegevens beschikbaar zijn, hebben we voor de eerste 9 tochten de metingen in Eelde als basis genomen. Je moet daarbij bedenken dat de omstandigheden in Friesland vaak net iets anders waren dan die in Eelde.
In het plaatje zie je de gegevens van de vorstperioden die tot de uiteindelijke Elfstedentochten leidden. Er zijn winters waarin er ook eerder vorstperioden waren, maar die eerdere vorst laten we buiten beschouwing. Om de hoeveelheid kou die tot het organiseren van een Elfstedentocht heeft geleid te kwantificeren, gebruiken we het Hellmanngetal. Je krijgt het door de dagelijkse gemiddelde etmaaltemperaturen in de aanloop naar De Tocht met weglating van het minteken bij elkaar op te tellen. Zo krijg je een beeld van de hoeveelheid kou die nodig was om De Tocht door te laten gaan. Ook de schaatsdag zelf tellen we mee, omdat het weer ook dan invloed op het ijs heeft.
Verder zie je het aantal dagen met zeer strenge (<-15), strenge (<-10), matige (<-5) en lichte vorst (<0) tijdens de aanloop. Hiervoor hebben we louter naar de minimumtemperaturen gekeken. De maximumtemperatuur zit al in het Hellmanngetal verwerkt. De laatste kolom geeft het totaal van het aantal dagen aan, vanaf het begin van de vorstperiode tot en met de dag van De Tocht.
Aan het begin was er weinig nodig
Tijdens de eerste 5 tochten was het deelnemersaantal klein. Het steeg van 23 tijdens de eerste Elfstedentocht in 1909 naar 512 in 1933. Veel kou was er niet nodig om de tochten van 1909, 1912, 1917, 1929 en 1933 doorgang te laten vinden. In alle gevallen was een opbouw ter grootte van zo’n 50 tot 60 Hellmannpunten voldoende. De eerste twee tochten in 1909 en 1912 werden met dooi en die in 1912 ook met regen verreden. Het weer tijdens de editie van 1933 was juist erg gunstig.
Het decennium van de jaren 40 is het decennium van de Elfstedentocht geweest. Hij werd toen maar liefst 4 keer verreden, waarvan in de jaren 1940 tot en met 1942 drie keer achter elkaar. Omdat het evenement groeide, was er geleidelijk dikker ijs nodig. In 1942 gingen al gingen bijna 5.000 mensen van start. Daarbij waren er in 1941 en in 1942 ook andere logistieke problemen, omdat het oorlog was met tijdens de donkere uurtjes geen licht, maar wel een avondklok.
In de jaren 40 groeide het evenement
De opbouw van kou, nodig om het tot een Elfstedentocht te laten komen, groeide. In 1940 en 1941 waren ongeveer 95 Hellmannpunten nodig, in 1942 zelfs bijna 150. Dit had echter niet met de dikte van het ijs te maken, als wel met het feit dat de datum voor de tocht die winter al vier keer was opgeschoven, door telkens weer invallende dooi. Omdat het Elfstedenbestuur daarbij in de pers onder vuur kwam te liggen, wilde het bij zijn laatste poging echt zeker van zijn zaak zijn. Tegenwoordig zouden we 150 Hellmannpunten in een hele winter al geweldig vinden.
In 1947 en in 1954 daalde het deelnemersaantal weer wat, naar tussen twee- en drieduizend. In 1947 kwam De Tocht na een opbouw van 18 dagen waarin 120 Hellmannpunten bijeengesprokkeld werden, in 1954 waren 12 dagen met stevige vorst aan het einde van de januarimaand en begin februari al voldoende om het tot een Elfstedentocht te laten komen. Er werden in die periode 77 punten opgebouwd bij een gemiddelde temperatuur van -6,4 graden.
1963: bar en mytisch
Vanaf 1956 begon de snelle groei van het evenement en de barre Elfstedentocht van 1963 vestigde voorgoed de mythe en de faam van De Tocht. Er waren dat jaar bijna 10.000 deelnemers, waarvan slechts iets meer dan 5 procent de eindstreep haalde. De aanloop naar De Tocht van 1963 was de koudste uit de serie. In slechts 12 dagen tijd werden bijna 107 Hellmannpunten opgebouwd, goed voor een gemiddelde temperatuur van -8,9 graden in de aanloop. Alleen de aanloop naar de tocht van 1942 kon daar met -8,7 graden nog enigszins bij in de buurt komen.
Voor het eerst begon hierna het Grote Wachten. De winter van 1970 was weliswaar een koude, maar kende vele dooimomenten. Ook in de winter van 1971 kwam een flinke vorstperiode voor, maar die was niet voldoende voor een tocht. De winter van 1979 was een strenge. Toen sneeuwde en ijzelde het te vaak. Het parcours kon niet afdoende worden schoongemaakt. Tot en met graafmachines aan toe werden op het ijs ingezet (en zakten erdoor), om het zover te laten komen. Het mocht niet baten. We moesten tot 1985 wachten voordat De Tocht eindelijk weer kon worden gehouden.
We hadden hem al afgeschreven. Toen kwam hij
De winter van 1985 was een strenge en sloeg in de januarimaand al toe. Lang zag het ernaar uit dat de Elfstedentocht toen al kon worden gehouden, maar op het laatst hield dooi doorgang ervan tegen. Iedereen had het al opgegeven toen zich in februari alsnog een kans aandiende. Er hoefden, door de vorst eerder die winter in 15 dagen tijd slechts 62 Hellmannpunten te worden opgebouwd om het tot een Elfstedentocht te laten komen. De vreugde was enorm toen hij werd aangekondigd, Het kon uiteindelijk net, want op De Dag dooide het, maar was het ijs nog goed.
Een jaar later was het opnieuw feest, nu zelfs op 26 februari. Het vroor al 25 dagen toen de tocht eindelijk werd gehouden. Er was op dat moment een kouproductie van 103 Hellmannpunten geweest in Leeuwarden. Op de dag van de tocht was het prachtig weer met veel zon en aangename temperaturen. Het ijs lag er prachtig bij. Bijna 17.000 mensen deden mee, onder wie onze huidige koning onder de schuilnaam W.A van Buren. Het wist de tocht ook te voltooien.
Nog twee kansen
Op weg naar de tot nu toe laatste Elfstedentocht van 1997 deden zich nog twee kansen voor. In 1987 kwam het in januari opnieuw tot een vorstperiode. In 15 dagen tijd werd een Hellmannsom van 91 punten opgebouwd, met een gemiddelde temperatuur van -6,1 graden. Zo sec bekeken had dit een Elfstedentocht moeten kunnen opleveren. Het zou de derde op rijn geweest en het was misschien wel daarom dat de organisatie er toen niet heel hard achteraan heeft gezeten.
In 1996, ir. Henk Kroes was inmiddels voorzitter van de vereniging, liep de Hellmannsom tijdens een 24 dagen durende vorstperiode eind januari en begin februari op tot maar liefst 115 punten. Toch kwam het niet tot een Elfstedentocht. Onterecht, gaf een moedige Henk Kroes tijdens een interview op het ijs in diezelfde periode al toe. Het had wel gekund.
‘It giet oan!’
Het missen van deze tocht leidde tot veranderingen in de manier van organiseren. Niet meer drie, maar nog slechts twee dagen waren nodig voor de organisatie van De Tocht. De test volgde een jaar later. Opnieuw sloeg de vorst toe. In 16 dagen werd een Hellmannsom van 97 punten opgebouwd, bij een gemiddelde temperatuur van -6,1 graden. ‘It giet oan!’, riep Kroes en op 4 januari 1997 trok het schaatspeloton opnieuw door het Friese land, tegen een straffe oostenwind in.
Daarna bleef het stil. In 2012 kwamen de rayonhoofden voor de laatste keer in functie bijeen. Een vorstperiode van 15 dagen schopte het tot een totaal van 81 Hellmannpunten, bij een gemiddelde temperatuur van -5,4 graden, maar het was niet genoeg. Sneeuw op het ijs, kwel vanuit de natte periode voorafgaande aan de vorst en hier en daar nog stromend water gooiden roet in het eten. Veel mensen schaatsten De Tocht wel wild, maar officieel gebeurde niets. Voorzitter Wiebe Wieling had tijdens een persconferentie ‘geen goed nieuws’. En dat is alweer tien jaar geleden.
Twee weken vorst
Twee weken vorst, het liefst nog iets langer voor de marge, met een gemiddelde temperatuur tussen -5 en -6 graden, dat zou ook nu een Elfstedentocht nog mogelijk moeten kunnen maken, zo lijkt het. Maar krijgen we zulke vorstperioden nog wel weer? Klimaatverandering lijkt de Nederlandse winter om zeep te hebben geholpen. Zacht weer is de basis. Koude extremen komen nog wel voor, maar duren minder lang. En dat terwijl we, door de hogere watertemperaturen van tegenwoordig, juist méér vorst nodig hebben dan vroeger om De Tocht nog een kans te laten maken.
Alleen een wonder
Ook in de huidige winter, die er in de aanloop toch redelijk hoopvol uitzag, lijkt het er al niet meer van te komen. De situatie voor de Elfstedentocht, Nederlands grootste en meest beeldbepalende sportevenement, is feitelijk uitzichtloos. Alleen een wonder kan hem nog redden.