Winter: er zijn de komende tijd nog steeds kansen
We beleven een rare winter. Volgens de kenners staan eigenlijk alle seinen op groen, en toch gebeurt er in onze omgeving op het gebied van winterweer maar weinig. Blijft dat de laatste weken van de winter ook zo, is nu de vraag. De grens met koude(re) lucht ligt de komende tijd wel dichtbij. Er maar weinig voor nodig om de temperaturen, ook in Nederland, weer omlaag te krijgen.Een handjevol vorstdagen, een Hellmann koudegetal van 0,6 in De Bilt en een avond lang sneeuwval. Qua kouproductie en winterse gebeurtenissen beleven we tot nu toe nog één van meest tandeloze winters ooit. Feitelijk kunnen we stellen dat er nog vrijwel niets is gebeurd.
En toch is het anders dan andere jaren. Het duurde even, maar koude lucht is zeker voorradig. In vrijwel geheel Rusland (een erg groot land) zijn de temperaturen op dit moment (veel) lager dan normaal. En dat terwijl de winter daar gemiddeld gesproken al zo koud is. In delen van Azië beleven ze zelfs een winter die in tientallen jaren niet zo koud is geweest als die van dit jaar. Vooral in Japan kunnen ze erover meepraten. Ze maken er de ene sneeuwstorm na de andere mee.
In Europa hebben we de koudegolf in Spanje gehad die daar tot voor die omgeving ongekende taferelen leidde. Niet alleen vanwege de dikke laag sneeuw die op veel plaatsen viel, maar ook door de diepvriestemperaturen die daarop volgden en die nu pas echt ten einde lopen. Ook het oosten van Europa en Scandinavië hebben ze al een mooie uitbraak van kou achter de rug.
De seinen staan op groen
Alle seinen staan op groen, zeiden we al. We zitten middenin een SSW (een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven de Noordpool), de Poolwervel is omgekeerd en werkt de straalstroom eronder tegen. De NAO-index, een maat voor het drukverschil tussen het zeegebied in de buurt van IJsland en dat bij de Azoren, is al langere tijd negatief. Liefhebbers van winterweer weten dat in het geval van een negatieve NAO-index de kans op een invallende oostenwind groter is dan in een normale winter. Zo’n oostelijke wind hebben we hier nodig voor winterweer.
Ook de AO-index, een maat voor de drukverdeling in het Poolgebied, is al langere tijd (sterk) negatief. Dit wijst op de aanwezigheid van een hogedrukgebied boven de Pool. En als dat er is, is de kans op het uitbreken van kou vanaf de Noordpool naar het zuiden groter dan anders. We hebben die uitbraken ook al gezien. Alleen gingen ze aan ons deel van Europa tot nu toe steeds voorbij.
Zet je al deze factoren op een rij en geef je voorafgaande aan dat het er tijdens de winter zo zal uitzien, dan zal iedereen een koude winter verwachten. Iedereen. En toch is er tot nu toe bij ons niets gebeurd. Natuurlijk: we wisten dat het warme zeewater op de Noordelijke delen van de Grote Oceaan tegen zou werken. Die factor werkt een sterkere westcirculatie in de hand, zoals we die in de vorige winter ook hadden. En OK, de La Niña van dit moment (de koude zeestroom langs de evenaar tussen Zuid-Amerika aan de ene kant en Indonesië aan de ander kant) helpt zeker in de tweede helft van de winter ook niet mee. Ook die bevordert het opkomen van een westcirculatie.
De SSW moet ook zijn werk doen
Maar de (langdurige) SSW van nu (toch ook bijzonder ten tijde van een westelijke QBO – een straalstroom boven de evenaar die de ene keer westelijk en dan weer oostelijk is) zou zo dominant moeten zijn, dat de Oceaan minimaal een tijdje buitenspel moet kunnen worden gezet. Dat is de afgelopen tijd ook vaak gebeurd, alleen niet op een manier die de kou bij ons bracht.
Als koude lucht ons al bereikte, dan gebeurde dat via de bovenlucht en in afgezwakte vorm. De ene keer was het een hogedrukgebied in het oosten dat Oost-Europa volpompte met zachte lucht, de andere keer waren het stroperige lagedrukgebieden in onze omgeving die de wind steeds van zee lieten waaien. Eigenlijk elke keer was er wel wat. En werd een mogelijke winter, die alleen virtueel op de weerkaarten bestond, in de realiteit toch maar al te gemakkelijk weer om zeep geholpen.
Het kan nog steeds
Toch kan het nog steeds. Wat we vanaf het komende weekend zien ontstaan, is een erg zuidelijk liggende westcirculatie waarmee het ene na het andere lagedrukgebied vanaf de Oceaan op het Europese continent wordt afgevuurd. Zoals al aangegeven, ligt de grens met de koude lucht wel dichtbij en in iedere berekening wordt de koers van de lagedrukgebieden steeds iets zuidelijker ingetekend. Dat is interessant, want de kans groeit dat ze ten zuiden van Nederland langs gaan trekken en dan blijven we meer en meer aan de koude kant ervan.
De verwachtingen voor de nieuwe week lijken dan ook langzaam minder zacht te worden. Leek het er de afgelopen dagen steeds nog op dat het na een vrij koud weekend volgende week weer flink zachter zou worden, nu zien de berekeningen er kouder uit. Omdat de volgende lagedrukgebieden, zeker later volgende week, een behoorlijk zuidelijke koers volgen, lijken ze via België en soms ook het zuiden van ons land naar het oosten te trekken. In dat geval kan de koudere lucht bij ons zich wellicht langer handhaven, zeker in het noorden van het land. Van de temperaturen in de bovenlucht hangt af of de eventuele neerslag in de vorm van regen of ook als (natte) sneeuw valt.
Er moet nog meer gebeuren
Blijft er dan helemaal niets te wensen over? Natuurlijk wel. Het voor winterliefhebbers mooiste scenario laat de wind aan de noordzijde van die lagedrukgebieden steeds uit het oosten waaien. Dan wordt het echt koud. Dat gebeurt helaas niet en dat komt doordat, hoe kan het ook anders, er een ander lagedrukgebied boven Scandinavië blijft plakken. Dat brengt bij ons de wind tussen de passerende storingen door steeds weer in de west- of noordwesthoek. Zo blijft de warme Noordzee een rol spelen. Ook worden de bovenluchten niet koud genoeg. En: als de westcirculatie op de Oceaan weer lucht vindt, kunnen nieuwe lagedrukgebieden bij ons makkelijk doordringen.
Dus: het kan de komende week zomaar kouder blijven dan dat we oorspronkelijk dachten. En nu en dan is ook winterse neerslag mogelijk, als alles meezit. Daarbij blijft de grens met de kou dichtbij. Maar om het echt winter te laten worden, moet er in de atmosfeer duidelijk nog meer gebeuren.