Wel storm, geen Evert: huh?
De wind was het gesprek van de dag de afgelopen dagen. En jawel, het kwam tot een officiële storm. Al snel ging de naam Evert rond, maar dat klopte helemaal niet. Hoe kan dat nou?Het is pas het tweede jaar dat sommige stormen ook bij ons een naam krijgen. Vorig voorjaar konden we meteen lekker oefenen, toen kwam het bijna wekelijks tot een storm. Afgelopen donderdag hadden we er in Nederland een te pakken, en de letter E van Evert was aan de beurt. En toch kreeg de storm geen naam. Ook de stormnamenverwarring gaat zijn tweede seizoen in.
De namen voor stormen regelen we in samenwerking met Met Office en Met Eireann, de Britse en Ierse meteorologische dienst. De bedoeling van dat namensysteem is om meer duidelijkheid en consistentie te scheppen, zodat mensen beter weten waar ze aan toe zijn. Van tevoren wordt voor elke letter een naam gekozen, alle deelnemende landen mogen een aantal namen indienen. De naam Evert komt uit Nederlandse koker; naar schaatser Evert van Benthem, die twee Elfstedentochten won. Er werd dus al enthousiast over ‘onze’ Evert gesproken, maar de storm van donderdag heeft die naam nooit gekregen. Hoe zit dat?
Onverbiddelijke termen
Laten we beginnen bij het begin. In ons land gaat het KNMI over de precieze definities van allerlei weerfenomenen. Er is een eindeloze hoeveelheid onverbiddelijke regels over wanneer je kunt spreken van bijvoorbeeld een ‘warme dag’, ‘matige vorst’ of een ‘harde wind’. Daar is enerzijds veel voor te zeggen, want zonder dit soort definities is er geen enkele wetenschappelijke vergelijking te maken. Je hebt dit nodig om de ontwikkelingen te zien op de langere termijn. Ook als een normaal mens niets met deze terminologie kan, of daar hele andere associaties bij heeft, wat nogal eens het geval is.
Wanneer spreek je van storm?
Waar wij de weersverwachting moeten vertalen naar een bericht waar een kijker of luisteraar iets mee kan, zitten dit soort officiële termen vaak in de weg. Iets vergelijkbaars gebeurt ook bij de verwarring rond stormen. Het KNMI hanteert al sinds jaar en dag als definitie van storm: een gemiddelde windkracht 9 op de schaal van Beaufort, gedurende een uurvak. Ja, een uurVAK: dus niet van 9.50 uur tot 10.50 uur, nee, het moet allemaal op het hele uur. Nou, dat gebeurde donderdag ook. De storm was officieel en we hadden zelfs eventjes windkracht 10 op de Houtribdijk. Maar: geen Evert.
Christoph was milder, maar toch Christoph
Eerder dit jaar hadden we al te maken met de stormen Christoph en Darcy; het kan dus wel. Gek genoeg gingen die ‘naamstormen’ bij ons met minder wind gepaard. Bij Christoph was het verschil dat deze storm zijn naam al binnen had voordat 'ie bij ons tekeerging. Het land waar de storm het eerst voorbij komt, besluit namelijk tot het geven van de naam. Zo kan het ook gebeuren dat een naamstorm in Ierland heel hevig is, en er bij ons nauwelijks iets van te merken is. Kortom: wel een naamstorm, maar geen wind. Tja.
Afgelopen donderdag viel het bij onze deelnemende buurlanden juist relatief mee met de wind, dus was de depressie nog naamloos toen hij bij ons op de stoep stond. En dat bleef ie.
Darcy: wéér een ander verhaal
De naam Darcy, voor de storm in februari, is dit jaar wel door ons toegekend, dat wil zeggen, door het KNMI. Waaide het dan zo hard? Nee. Darcy voldeed zelfs niet aan de definitie voor ‘storm’ van datzelfde KNMI. Om de verwarring compleet te maken, geldt voor een sneeuwstorm weer een andere definitie. Dan is er minder wind (8 Beaufort), maar wel in combinatie met sneeuw of sneeuwjacht. Zo kreeg hij toch een naam.
Wat moet er dan gebeuren voor een naam?
Het enige echte criterium voor het toekennen van een stormnaam: code oranje. Zowel bij onze westerburen als bij ons geldt dat. Alleen als voor een storm code oranje wordt afgegeven (of code rood natuurlijk), krijgt 'ie een naam uit de vooraf opgestelde lijst. Bij code oranje gaat het niet alleen om wind, maar ook regen- of sneeuwval wordt soms in de overweging meegenomen. Zoals bij Darcy dus.
Storm is niet storm genoeg
Maar met die criteria is er dus iets vreemds aan de hand: een gewone storm, volgens de eigen definitie van het KNMI, is namelijk niet storm genoeg om een naam te krijgen. Er moet veel meer gebeuren dan een uurtje windkracht 9. Code oranje wordt überhaupt niet op basis van windkracht alleen uitgegeven; het gaat om de windstoten. Die moeten een bepaalde hevigheid hebben, of in een gebied van een bepaalde grootte verwacht worden. Als dat de verwachting was geweest, had het KNMI de storm een naam kunnen (of moeten) geven.
Krom
En tja, dat was de verwachting van het KNMI voor donderdag dus net niet. Dus geen code oranje. Dus ook geen Evert, ook niet als achteraf wél aan die criteria voldaan blijkt. Terwijl alle andere officiële weertermen pas gebezigd mogen worden als het daadwerkelijk is gebeurd, is dit juist uitsluitend op de waarschuwing vooraf gebaseerd. Een waarschuwing die het KNMI nota bene zelf uitgeeft. Het geven van namen is in zichzelf al een waarschuwingssysteem, dus achteraf een naam toekennen is ook vrij zinloos. Maar toch voelt het allemaal een beetje krom:
Het kan gebeuren dat er een storm is, zonder dat ie een naam heeft.
Het kan gebeuren dat er een storm met een naam overtrekt, maar het nauwelijks waait.
Het kan gebeuren dat een storm aan alle naamcriteria voldoet, maar toch naamloos blijft.
Dit begrijpt niemand. De aanhangwagens vliegen links en rechts door de lucht, maar het is niet genoeg voor een naam? En dat matige briesje van vorige week wel? Was het idee nou niet om meer duidelijkheid en consistentie te scheppen?
Tadaa
Wellicht is het een idee om de lijst van stormnamen niet meer van tevoren te publiceren. Dan voorkom je in elk geval dat men voortijdig met een naam aan de haal gaat. Mocht het dan toch zo ver komen, kunnen de officiële weerinstanties meteen met de nodige bombarie de stormnaam bekend maken. Als een soort geboorteaankondiging. ‘Tadaa, Evert is geboren!’
O nee, die moet nog komen.