Weerjaar 2021 tot nu toe vrij koud en nat, maar ook zonnig
Nu de maand juli op de kalender staat, zit precies de helft van het weerjaar 2021 erop. Als we naar de gemiddelde temperatuur kijken, dan lopen we in De Bilt met 8,3 graden ruim een halve graad achter op de op dit moment gebruikelijke 8,9 graden, is er op de meeste plaatsen wat meer regen gevallen dan normaal, maar scheen ook de zon duidelijk langer dan gebruikelijk.De gemiddelde temperatuur is natuurlijk voor een groot deel bepaald door de koude lente, waarin het vooral in de maanden april en mei koud was. De Bilt heeft tot nu toe 28 warme dagen kunnen aantekenen, met een maximumtemperatuur boven 20 graden. Normaal zijn dat er in het eerste halfjaar 31 en daar zitten we dus iets onder. Het leeuwendeel van die warme dagen, namelijk 23, viel in juni. Op 12 dagen steeg de temperatuur tot 25 graden of meer, tegen normaal op 9 dagen en er werd in De Bilt tot nu toe 1 tropische dag gemeten. Dat is normaal in de eerste jaarhelft.
Veel zon, normaal aantal mooiweerdagen
Kijken we naar de zon dan heeft die op de hoofdstations de eerste helft van het jaar ongeveer 1010 uur geschenen, tegen 906 uur normaal. Daar zitten we duidelijk boven en het aantal zonuren van dit jaar is voorlopig goed voor een 8ste plaats op de lijst van zonnigste jaren. Het jaar 2020, vorig jaar dus, is de koploper na het eerste halfjaar met 1154 zonuren; nog duidelijk meer dan dit jaar dus. Het aantal mooiweerdagen dit jaar bedraagt in De Bilt tot nu toe 28 en dat is er één minder dan de normale 29 mooiweerdagen, die na een half jaar in de boeken zouden moeten staan.
De hoogtepunten van dit jaar waren toch wel de winterweek in februari, die met een sneeuwstorm begon, de warmte die er in februari meteen achteraan kwam en de hoogste maarttemperatuur ooit die op 31 maart in Arcen werd aangetekend. Daarna zag het weer er lange tijd erg koud uit met in a[ril en zelf in mei nog diverse sneeuwdagen. Toen de zomer begon, kwam de warmte meteen ook in het land, maar naarmate de eerste zomermaand juni vorderde, doemden wel steeds vaker zware buien op, met ergens in het land steeds weer 50 millimeter of meer en kwam het op 18 juni in de buurt van Leersum en Oosterwolde zelfs tot meerdere, verwoestende valwinden.
Geen droogte
Het meest opvallende in het weer van de laatste tijd is ongetwijfeld het uitblijven van droogte geweest. Het weer lijkt groeizamer dan ooit, wat zijn weerslag heeft in de natuur die er vele malen groener bij staat dan in voorgaande jaren. De bomen hebben meer blad, de bossen zijn donkerder, het gras staat hoger en de gewassen groeien beter. Steeds vaker is het zelfs te nat en zie je, met name na zware buien, grote plassen in het land verschijnen. Ondanks dat was de junimaand op het nippertje de warmste junimaand sinds 1901, het begin van de grootschalige metingen. Kijk je nog wat verder terug, dan is het in de periode voor 1901 in juni nog enkele keren warmer geweest.
Dominant in het weerbeeld waren en zijn hogedrukgebieden, die nog altijd een voorkeur hebben voor posities op de oceaan. Soms ver weg in het noorden, op andere momenten wat verder zuidelijk. Vooral als ze een noordelijke positie innemen, zoals ook nu weer, drukken ze de straalstroom ver naar het zuiden en kunnen lagedrukgebieden het weer in onze omgeving beïnvloeden. Omdat dit ook in de lente al gebeurde, is de lucht in onze omgeving vaak behoorlijk vochtig geweest en dat is in de loop van de junimaand alleen maar sterker geworden.
Hoge luchtvochtigheid
De afgelopen week was de lucht geregeld zo vochtig dat het ook in niet koude nachten wel op veel plaatsen tot de vorming van mist kwam. Dit gebeurde soms al bij temperaturen die met waarden van 17 of 18 graden nog behoorlijk hoog waren. Het zegt iets over het vochtgehalte van de lucht die we in Nederland op dit moment binnen de landsgrenzen hebben. Voor zo’n hoge luchtvochtigheid is het nog erg vroeg in het jaar. Normaal zou je die pas in de maand augustus verwachten, als de zon de tijd heeft gehad om het water in de buurt van Nederland maximaal op te warmen. Het vroeg vochtig worden van de lucht deze zomer was dan ook een verrassing, helemaal als je meeneemt dat de lentemaanden juist erg koud verliepen en het water toen dus ook nog koud was.
Nu we in de hoogzomer terecht zijn gekomen, lijkt het onwaarschijnlijk dat we alsnog een langere periode met droog weer tegemoet kunnen zien. Wel liggen nieuwe uitbraken van warmte op de loer. In het zuiden van Europa is het al bijzonder warm – op Sicilië werd het gisteren tijdens de passage van een golf met woestijnlucht vanuit Algerije zelfs plaatselijk 45 graden – en de wind hoeft bij ons maar een keer zuidelijk te worden, of die warmte kan (deels) ook naar het noorden opstomen. Tot nu toe zijn zuidelijke winden door de overheersende drukverdeling nog maar weinig voorgekomen, maar de kans erop neemt toe naarmate de zomer vordert, doordat het orkaanseizoen op stoom komt en depressieactiviteit op de oceaan toeneemt.
De warmste dagen moeten nog komen
In die zin moeten de warmste dagen van deze zomer waarschijnlijk nog komen. De afwisseling met koelere momenten blijft en op de overgangen kan het nog vaker tot (zware) regen- en onweersbuien komen. Nog altijd ook bestaat de kans op 1 of 2 (korter durende) hittegolven, later deze zomer. Daarbij lijkt het erop dat het warmte-overschot, dat in die perioden wordt opgebouwd, duidelijk groter zal zijn dan het eventuele tekort aan warmte in de koelere perioden tussendoor. In totaal gaan we met dit alles dus nog steeds, zoals verwacht, op een warme zomer af. Met, als dit alles klopt, dus ook een flinke hoeveelheid regen. En met name dat is anders dan in voorgaande zomers.