Waarom het ‘landelijk record’ wel klopt, maar niet deugt
Het is weer zo’n dag. De records buitelen over elkaar heen, en daarmee de berichten daarover ook. De terminologie die daarbij gebruikt wordt, zorgt nog wel eens voor verwarring. En dat is niet zo vreemd.Warmste 30 december ooit! Landelijk record! Officieel de warmste decembernacht! Weermensen in het hele land zaten vanochtend weer allemaal tegen hun scherm geplakt, waar elke 10 minuten de waarnemingen op ververst worden. Het zijn vaak dagen met veel adrenaline in de weerkamers. Er gebeuren bijzondere dingen in het weer vandaag, en als het dan zover is wil je het nieuws zo snel mogelijk verspreiden.
Dat deden ook wij vanochtend, meerdere keren – er gebeurde van alles. We zeiden bijvoorbeeld: In Ell liep de temperatuur om 9.40 uur op tot 14,7 graden en daarmee is het landelijk de warmste 30 december ooit gemeten. Meteen klonk het: dat klopt niet, het is pas landelijk als het record in De Bilt wordt gemeten! Hoewel die kritiek ons inziens niet terecht is, vinden ook wij de term ‘landelijk’ niet ideaal.
Landelijk vs. officieel
Volgens ons zit het zo:
Met het woord ‘landelijk’ wordt hier gedoeld op: ‘het warmst van het hele land’. Dit gaat dus over een gebeurtenis op één plek in het land, die van alle plekken in het land het extreemst was.
Een duidelijker voorbeeld hiervan: als je het hebt over ‘het landelijk hitterecord’, dan denk je aan de hoogste temperatuur die ooit, ergens in ons land is gemeten. Toch?
Als er een record op het weerstation in De Bilt wordt gemeten – dat is ons nationale hoofdweerstation en wordt gezien als representatief voor Nederland – dan spreken we van ‘officieel’. Over die term is minder verwarring: het gebeurt in De Bilt of het gebeurt niet.
Dit is van oudsher ook het beleid dat het KNMI voert. Al zien we tegenwoordig ook regelmatig dat onze collega’s in De Bilt de termen door elkaar gebruiken.
Van Dale
En dat is ook niet zo vreemd. Het lijkt vooral een taalkundig probleem. Want gek genoeg geeft de Van Dale toch een andere betekenis van het woord ‘landelijk’. In hét woordenboek der Nederlandse taal lees je namelijk:
lan·de·lijk (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 tot het (idyllische) platteland behorend: landelijke rust
2 zich uitstrekkend over het hele land: een landelijke bijeenkomst
Als we die eerste betekenis even negeren, en naar de tweede kijken, zien we toch iets anders. In het woordenboek wijst het woord ‘landelijk’ op iets dat juist voor het héle land geldt. Als je met een puur taalkundige bril leest over ‘landelijk de warmste 30 december’, dan zou je dit ongeveer interpreteren als ‘Het is overal in het land nog nooit zo warm geweest op deze dag’. Het zou overigens best kunnen dat dat vandaag zo is, maar dat is dus niet wat we hier bedoelen. Wat we wel bedoelen: De temperatuur die net is gemeten in het plaatsje Ell is zo hoog, dat is in het hele land nog nooit voorgekomen op deze dag.
Hittegolf
In de weerwereld gaat de taalkundige vlieger dus niet altijd op. Sterker nog: in andere situaties gebruiken we het woord juist andersom. Neem nu de hittegolf. Als het op één weerstation tot een hittegolf komt, noemen we dat (natuurlijk) geen landelijke, maar een lokale hittegolf. Als het op een paar weerstations bij elkaar gebeurt, heet het een regionale hittegolf. Een ‘landelijke hittegolf’ betekent in dit geval hetzelfde als een ‘officiële hittegolf’. Dat is pas als op het hoofdweerstation De Bilt tot een hittegolf komt. In dit geval duidt het woord ‘landelijk’ dus wél op iets dat voor het hele land geldt.
Hoewel een record (het hoogste, laagste, grootste; een uitschieter) nu eenmaal een andere aard heeft dan iets als een hittegolf waarbij moet worden voldaan aan bepaalde criteria die van tevoren bekend zijn, is het toch gek. En inderdaad: een beetje verwarrend dat weermensen verschillende betekenissen van eenzelfde woord gebruiken. Het is bepaald niet voor het eerst dat weertaal niet helemaal aansluit op de interpretatie die de gemiddelde Nederlander daarbij heeft.
'Wat waait het vrij krachtig'
Vandaag zul je misschien denken: “Goh, wat waait het hard.” Maar bij de schaal van Beaufort is voor elke windkracht een officiële benaming vastgesteld. Zo wordt windkracht 4 ‘matig’ genoemd, windkracht 5 ‘vrij krachtig’, en windkracht 8 ‘stormachtig’. De term ‘hard’ hoort bij windkracht 7. Weertechnisch kun je dus eigenlijk alleen bij windkracht 7 zeggen dat het hard waait. Maar ja, je zult niet zo snel tegen de buurvrouw zeggen: “Goh, wat waait het vrij krachtig vandaag.” Het woord ‘hard’ heeft buiten weerland een veel bredere betekenis.
Sifan Hassan
Zo is het eigenlijk ook met het woord ‘landelijk’. Voor de gemiddelde Nederlander betekent het vaak net iets anders, dan voor meteorologen. In de sport snappen we het allemaal: een landelijk record staat op naam van één persoon; de beste van het hele land. (Het zou wat zijn als we dan ineens allemaal zo hard konden rennen als Sifan Hassan.) En zo kan ik nog wel een uurtje doorgaan over meteorologentaal. Helaas is officiële terminologie niet zo makkelijk aan te passen, omdat dit heel vaak gekoppeld is aan statistiek en gegevens over heel veel jaren. Als je telkens gaat sleutelen aan de criteria of randvoorwaarden, dan heb je weinig meer aan die gegevens. Dat snappen wij ook wel weer. Dus tja, aan ons de voortdurende (en mooie) taak om die brug te zijn tussen weerland en de rest van het land.
Gelukkig is vanochtend ook De Bilt al snel ‘gevallen’, dus alle woorden kloppen nu. Want, het kan maar duidelijk zijn: de temperaturen zijn belachelijk hoog vandaag, en dat is in deze tijd van het jaar een unicum.