Foto gemaakt door Archief - Frankrijk
Foto gemaakt door ArchiefFrankrijk
Nu

Tour de France start grijs en wisselvallig (maar Parijs is nog ver)

Aankomende zaterdag gaat de Tour de France weer van start. Drie weken lang dendert de Tourkaravaan door diverse uithoeken van het land. Het weer kan het wedstrijdverloop behoorlijk beïnvloeden. Hoe ziet het er dit keer uit?

In tegenstelling tot de corona-herfst-editie van vorig jaar, start de Tour de France nu weer op het gebruikelijke moment, als het in Frankrijk volop zomer is. We kennen het weer tijdens de Tour dan ook voornamelijk als zonnig en heet. Maar we weten natuurlijk ook dat het weer zich niet altijd aan de stereotypen houdt, en bovendien kennen ook de Franse zomers de nodige excessen. Wat kunnen we verwachten?

Bretagne

Laten we beginnen bij het begin: aankomende zaterdag is de eerste etappe, die dit keer start in Brest, in Bretagne. Het ziet er naar uit dat de Tour daarmee wat grijs en mogelijk nat begint. Precies voor de kust van Bretagne ligt namelijk een klein lagedrukgebied, dat ook de dagen daarna nog min of meer op zijn plaats blijft. Het is hetzelfde lagedrukgebiedje dat ons weer later deze week aanstuurt. Het noordwesten van Frankrijk heeft de komende dagen vergelijkbaar weer als wij in Nederland. Het is wat koel, er is veel bewolking en nu en dan valt een bui.

Regen?

Maar in Frankrijk veroorzaakt dit ‘putje’ nog wat meer dan 'af en toe een bui'. Komende zaterdag ontstaat hieruit een vrij langgerekte zone met bewolking en wat regen, waar Bretagne precies onder komt te liggen. De opening van de Tour zal daarmee behoorlijk grijs zijn; ruimte voor de zon is er nauwelijks. Kans op regen is er vooral in de eerste helft van de dag, later lijkt dat wat minder te worden. De etappe start rond het middaguur, dus er moet zeker nog rekening gehouden worden met een bui. De precieze timing van dit alles kan natuurlijk nog veranderen in de aanloop naar zaterdag. Verder is er niet veel wind, en is het met een graad of 18 aan de koele kant.

Ook de drie etappes daarna spelen zich af in Bretagne. Het zijn veelal vlakke of glooiende etappes, met wat kleine beklimmingen. Vanwege diezelfde lagedrukkern ten westen van Frankrijk, lijken ook die etappes wisselvallig te gaan verlopen. Zondag is er meer ruimte voor de zon en ziet het er overwegend droog uit, maandag komen juist weer nieuwe buien langs. Daar kunnen ook stevige exemplaren bijzitten, met kans op onweer bovendien.

Dan richting de Alpen

Terwijl dat lagedrukgebied daarna nog wel even op zijn plaats lijkt te blijven liggen, gaan de renners vertrekken: binnen een paar dagen maken ze de oversteek naar de andere kant van het land om de Alpen in te duiken. Het is nu nog te vroeg om voor die periode een zinvolle weersverwachting te geven, maar in elk geval is de zuidoostelijke regio veel minder vatbaar voor storingen vanaf de Oceaan.

De Tour van dit jaar heeft bovendien relatief veel kilometers in de Pyreneeën, in de laatste week. Die regio kennen we vooral van de zinderende hitte. Anderzijds kan een bergachtig landschap ook garant staan voor snelle weersomslagen en zeer lokale verschijnselen.

Waarom is het weer zo belangrijk bij wielrennen?

Alle buitensporten hebben natuurlijk te maken met het weer, maar wielrennen is bij uitstek een sport waarbij het de wedstrijd sterk kan beïnvloeden. Hoe zit dat allemaal?

Gek genoeg is in het profcircuit de temperatuur geen hele grote factor voor het verloop van de wedstrijd. Natuurlijk voelt de ene renner zich juist prettig in de kou, en is de ander meer een mooiweerfietser, maar dit wordt pas bij écht grote extremen een meer bepalende factor. Je ziet in de grotere koersen in de zomer, zoals de Tour, natuurlijk wel vaak extreme temperaturen, waarbij renners gekoeld moeten worden en het water niet aan te slepen is.

Neerslag

Regen, of natuurlijk andere soorten neerslag, heeft al een stuk meer directe invloed op het koersverloop. Niet alleen wordt het geheel dan al wat heroïscher, en komen de echte rauwdouwers wat meer bovendrijven. Maar vooral kan een nat wegdek de koers een stuk gevaarlijker maken. Probeer maar eens zo hard mogelijk af te dalen op een gladde bochtige weg met de concurrentie op je hielen – je kunt je voorstellen dat dit nogal eens tot valpartijen leidt. Met één val kan het gedaan zijn met je voorsprong, je hele koers, of zelfs je hele seizoen.

Ook een heftige bui zelf kan natuurlijk de nodige gevaren opleveren. Er zijn koersen geweest waar renners onder de blauwe plekken zaten van enorme hagelstenen. Of waar hele weggedeelten overstroomd raken, of veranderen in modderpoelen. Ik herinner me ook nog zwaar onweer in een Ronde van Polen, waar hele bomen over de weg vielen terwijl de renners langs probeerden te fietsten. Ook de hevige windstoten die soms met zo’n bui gepaard gaan, blazen nog wel eens een renner van de weg. (In hele extreme gevallen wordt de wedstrijd dan wel eens stilgelegd, al dan niet tijdelijk.)

Waaiers!

Ja, wind: dat is misschien wel het eerste waar je aan denkt bij fietsen en het weer. Tegen de wind in fietsen is geen pretje, dat weet iedereen. Bij wielrennen is het vooral cruciaal als de wind op bepaalde (open) plekken uit een bepaalde richting waait – om precies te zijn, schuin van voren. Dan kunnen er namelijk waaiers ontstaan. Een waaier is een formatie waarin wielrenners gaan rijden. Het heeft overigens niks te maken met zo’n waaier voor warm weer – het heet ‘waaier’ omdat het waait.

De renners vormen dan een lange schuine streep over de weg zodat iedereen zo veel mogelijk uit de wind kan zitten. Er is niet genoeg ruimte voor iedereen in zo’n waaier, dus vaak ‘breekt’ het in stukken en zie je meerdere van die strepen achter elkaar. Het vervelende is dat het bijna niet te doen is om van de ene naar de andere waaier over te steken. Je moet dan een heel stuk alleen tegen de wind in fietsen, terwijl de rest dat niet hoeft. Dat is een kansloze onderneming. Kom je dus in de verkeerde waaier terecht, of valt het ver uit elkaar, dan kun je dus een hoop tijd verliezen. Een beroemd voorbeeld daarvan is de Tour van 2015, die in Nederland begon. De etappe naar de Neeltje Jans mondde toen uit in een zinderende waaieretappe.

Gedrang

Wat daar nog bij komt, is dat ook wielerploegen natuurlijk nauwgezet naar de weersverwachting kijken. Ze weten allemaal van tevoren wat er eventueel kan gebeuren. Dat maakt soms ook dat er wat extra nervositeit en gedrang ontstaat, omdat bijvoorbeeld iedereen in de voorste waaier wil zitten als het zo ver komt.

Zo kan het weer dus een grote factor zijn in het koersverloop. Hoe dat dit keer precies verloopt, is nu nog niet te zeggen. Er kan werkelijk van alles gebeuren. Daarom houden we je de komende tijd op de hoogte van het Tourweer.

Dorien BouwmanMediameteoroloog