Recordlage ijsbedekking Grote Meren in VS
Scheven we vorig week op Weer.nl veel over het winterweer, zoals dat delen van het Noordelijk Halfrond al een tijdje in de greep heeft, vandaag een verhaal over de keerzijde van de medaille. En die ligt niet alleen in Nederland, waar we tot nu toe nog nauwelijks winterweer van enige betekenis hebben gehad, maar ook aan de andere kant van de Oceaan, in de VS.Zo is de ijsbedekking van de Grote Meren, in het noorden van de VS en in het zuiden van Canada, in deze tijd van het jaar nog nooit eerder zo laag geweest als op dit moment. CNN meldde een paar dagen geleden dat nog niet meer dan 3,9 procent van het totale wateroppervlak van de meren met ijs is bedekt, tegen 11,3 procent vorig jaar om dezelfde tijd en 18,5 procent in 2019. Het oude record voor deze periode van het jaar was 5 procent en stond op naam van het jaar 2002.
Meerdere factoren
De extreem lage ijsbedekking wordt door een combinatie van factoren veroorzaakt. Zo werkte de extreme warmte van vorig jaar nog door. Het gevolg was dat de meren veel warmer aan de winter begonnen dan normaal. Dit is een fenomeen dat we op steeds meer plaatsen, ook in Nederland tegenkomen. Een andere oorzaak is het ontbreken van extreme kou in het gebied. Normaal zijn de Grote Meren gevoelig voor golven met Arctische kou die vanuit Canada over het noorden van de VS naar het oosten bewegen. Nu zijn die er niet en is het veel warmer dan anders.
De combinatie van La Niña (een koude golfstroom langs de evenaar in het zeegebied tussen Zuid-Amerika en Indonesië) en het opbreken de Poolwervel boven de Noordpool heeft ervoor gezorgd dat er in de winter tot nu veel minder kou dan normaal in Canada voorradig is. De golven met extreme kou bij de Grote Meren zijn hierdoor uitgebleven.
Lake-effect snow
De grote steden in de regio, zoals Minneapolis, Chicago, Cleveland en Buffalo hebben hierdoor ook minder vaak met andere winterse uitwassen te maken, zoals Lake-effect snow. Dit fenomeen doet zich voor als zo’n golf met extreem koude lucht over het warmere water van (één van) de Grote Meren strijkt. Er vormen zich dan talrijke sneeuwbuien die soms voor langere tijd over dezelfde regio trekken en daar dan een dikke laag sneeuw achterlaten.
Volgens de huidige verwachtingen komt de totale ijsbedekking van de Grote Meren aan het einde van deze winter rond 30 procent uit, tegen 53 procent normaal. In winters waarin de kou echt uithaalt, zoals in die van 2014 (die in Nederland overigens als enige winter ooit zonder Hellmann koudegetal verliep) is bijna het volledige opperlak van de grote meren bedekt met drijfijs.
Sommige dieren in de problemen
Hoewel het voor de scheepvaart op de meren gunstig is, dat het ijs nu nog vrijwel ontbreekt, is het uit natuur- en milieuoogpunt een pijnlijke mijlpaal. Diverse diersoorten die in en rond de Grote Meren leven hebben het ijs nodig als een veilige plek om eieren op te kunnen leggen. Verder laat het ijsgebrek van nu ook zien hoe de klimaatverandering onophoudelijk voortschrijdt.