Foto gemaakt door Paul Begijn - Nachtelijk onweer - Archieffoto
Foto gemaakt door Paul BegijnNachtelijk onweerArchieffoto
Nu

Onweer: een spoedcursus

De zomer is weer in Nederland, met de zon en hoge temperaturen. Maar ook inclusief bijpassend onweersgeweld. Hoe zat dat ook alweer? Hier volgt een spoedcursus onweer.

Donder en bliksem: de een vindt het geweldig, de ander vindt het doodeng. Maar onweersbuien zijn onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse zomer, waar we dus vandaag vooral; in het oosten en knetterend voorproefje van krijgen. Het zijn behoorlijk pittige buien die vandaag langs kunnen komen: plensregen, hagel, windstoten; het kan allemaal langskomen.

Seizoen?

Je hebt vast wel eens gehoord van hurricane season in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dat begint jaarlijks rond 1 juni. Die taferelen komen hier vrijwel nooit voor. Maar bij ons zitten stormchasers elk jaar de dagen af te tellen tot 1 mei. Die datum geldt als officieuze start van het ‘onweersseizoen’ in Nederland. Dat loopt ongeveer tot 1 oktober, met de zomermaanden als hoogtepunt. Waarom juist die periode?

Warm en koud

Dat heeft alles te maken met de manier waarop onweer ontstaat. Voor bijna al het weer geldt: hoe groter de verschillen, hoe extremer het weer. Dat geldt voor onweer ook. Een onweersbui ontstaat bij grote verschillen tussen de temperatuur op de grond en hoog in de lucht. De warme lucht stijgt op, en de koude lucht daalt juist. De deeltjes in die luchtstromen strijken met grote snelheden langs elkaar. Door die wrijving wordt een wolk elektrisch geladen.

Knal

Die energie moet ergens naartoe; de wolk moet zich ontladen. Dat levert bliksem op. Bliksem is loeiheet. De lucht eromheen wordt in een klap heel sterk verwarmd, en zet uit. In no-time is de bliksemschicht weer weg, waardoor die uitgezette lucht acuut weer in elkaar klapt, als het ware. Dat uitzetten en weer dichtklappen van de lucht rond een bliksemschicht, levert een knal op, die wij kennen als donder. En voilà, een onweersbui.

Een beetje verstandig

Dit jaar liep het tot nu toe niet zo’n vaart, maar vandaag komen er, zeker in het oosten wel een paar mooie pitten voorbij. Niet iedereen staat daar bij te juichen. Het is hartstikke mooi, maar onweer kan natuurlijk ook gevaarlijk zijn. De kans dat je getroffen wordt is heel erg klein, maar het komt nog steeds voor. Wees vooral een beetje verstandig. Dus met de buien van vanmiddag in het vooruitzicht, zijn hier vast wat tips.

Liever binnen

Belangrijk is om te weten wat je kunt doen om een kans op een lichamelijke inslag of een inslag vlakbij jezelf te voorkomen. Het beste kun je binnen zijn, in een gebouw, of in de auto zitten. Een tent voldoet niet. Maar als je dan toch toevallig buiten bent, of moet zijn, dan zijn er wel wat handvatten om je aan vast te houden. Wie zich in de open lucht bevindt, doet er in ieder geval goed aan de lucht in de gaten te houden. Een hoog uitgroeiende stapelwolk die aan de bovenzijde wat wazig wordt (verijst) is een potentiële onweersbui.

Water: no go

Water geleidt stroom erg goed. Blijf dus uit de buurt van water. Ga van het water af. In een serieuze boot kun je op zich prima de kajuit opzoeken, maar pleziervaarders weten dat een onweersbui niet alleen het gevaar van bliksems brengt, maar ook van windstoten, hagel en golfslag. Aan het vissen? Haal de hengel uit het water.

Bos of open veld?

Lopend in een open veld met snel opkomend onweer? Je bent het hoogste punt en dat is geen verstandig idee. In een bos word je omringd door hogere elementen. Misschien denk je dat je daardoor veilig en beschut bent. Maar dat is niet het geval. Een bliksem kan inslaan in een boom en vlak daarbij ook nog een forse schok veroorzaken. De gevaarlijkste plekken zijn die dichtbij een solitaire boom of een bosrand. Middenin een bos is het gevaar kleiner, omdat daar alle bomen ongeveer even hoog zijn een een blikseminslag dan weer toevalliger is.

Zowel voor het bos als in het open veld geldt, als er geen andere plek is, ga dan gehurkt en met de voeten tegen elkaar zitten. Maak je dus zo klein mogelijk en hou de voeten bij elkaar zodat een stroom niet een lange weg door je lijf af legt. Misschien vind je in een veld nog een stukje wat iets lager is, of een greppel. Kies dan die plek.

Binnenshuis

Ook al zijn onze huizen over het algemeen prima beveiligd, onweer brengt áltijd een risico met zich mee voor de spulletjes. Elektrische apparatuur kan door een inslag (bij jezelf, of in de buurt, of in de kabelkast van de straat) kapot gaan en de aardlek kan uitvallen. Onder de douche stappen tijdens een felle onweersbui is ook niet heel verstandig, want water is een goede geleider. Verder kun je voor het onweer uit voorzorg allerlei stekkers uit het stopcontact trekken, maar liever niet tijdens het onweer.  

In de auto

In de auto ben je veilig, omdat de metalen kooi de stroom langs je heen wegvoert. Doe het raam wel dicht. Het is niet nodig na een inslag met je auto tegen een lantaarnpaal of een boom te rijden. De stroom blijft niet op de carrosserie achter. Het is zonde van de lak.

21, 22, 23...

Bekend is het regeltje om te tellen tussen bliksemflits en donder. Elke 3 seconden is een kilometer. Hiermee krijg je een goede inschatting. Maar reken je niet rijk. Er zijn bliksemontladingen bekend die zich meer dan 20 kilometer van de bui bevonden.

Dorien BouwmanMediameteoroloog