Leidt huidige ombouw atmosfeer op termijn tot winterweer?
Kou in Scandinavië, een beresterke poolwervel, een westcirculatie op de Oceaan met stormweer in Ierland en later ook Schotland, en het relatief rustige weer bij ons, met af en toe de passage van een storing en gisteravond en de afgelopen nacht daarbij (natte) sneeuw.Je ziet in het weer van nu verschillende tendensen. De sterke straalstroom op de Oceaan, die met de ongewoon sterke poolwervel van dit moment samenhangt. En de kou in Scandinavië, die nog resteert van de golven die vorige week in de straalstroom op de Oceaan trokken en zo een opening creëerden voor ijskoude Arctische lucht, om het noordoosten van Europa te veroveren. Maar wat komt er de komende tijd nu op Nederland af? Of anders: waar blijft die winter?
Vliegende storm in Ierland
Op de Oceaan, gevoed door de sterke straalstroom daar, is nu een zeer diepe depressie ontstaan (door de Ierse en de Britse weerdienst Barra genoemd) die vandaag in het zuiden en later ook westen van Ierland een vliegende storm brengt. Het oosten van Schotland krijgt vanavond en de komende nacht met veel wind (uit het oosten) en in de hooglanden ook met sneeuw te maken.
Omdat aan de voorzijde van dit lagedrukgebied boven Europa een zuidelijke wind waait, wordt vooral in de hogere delen van de atmosfeer warmere lucht naar het noorden geblazen, ook in Scandinavië. Daar wordt de kou vanaf morgen flink getemperd; in het zuiden komen de temperaturen geleidelijk zelfs boven het vriespunt. Tegelijkertijd bouwt zich boven het westen van Rusland een sterk hogedrukgebied op. Later in de periode lijkt de kern ervan Kazachstan te bereiken, maar een sterke uitloper begint zich juist in de richting van Scandinavië op te bouwen.
Invallende oostelijke wind
In de 30-daagse verwachting van afgelopen vrijdag zagen we al hoe de berekeningen, mogelijk al in de loop van volgende week, bij ons vrij eenduidig op een invallende oostelijke tot noordoostelijke stroming afkoersten, en dat voor langere tijd. In de laatste berekening (gisteravond beschikbaar) werd dat scenario opnieuw bevestigd, ook weer voor meerdere weken. Ook wat dichterbij, in de pluimen van gisteren en vandaag, zien we (nu nog laat in de termijn) de overgang naar oostelijke winden verschijnen. Heel geleidelijk en wel vanaf volgende week vrijdag. Eerder zou ook al kunnen, maar vroeg volgende week hebben de opties voor een zuidelijke wind nog de overhand.
Wat we zien, is een westcirculatie op de Oceaan die met moeite het Europese continent op komt. Het lukt in Nederland uiteindelijk wel, tijdens het komende weekend, maar al snel daarna loopt het vast, door de hogedrukopbouw in het oosten. Storingen kunnen ons land bereiken (vrijdag bij voorbeeld, met regen en lokaal natte sneeuw, zondag een volgende), maar daarna lijkt het alweer gedaan. Vervolgens is het wachten op het moment dat de zuidenwind oostelijk wordt.
De echte kou is niet zomaar terug
Omdat de kans op winterweer in Nederland nu nog niet wordt verzilverd, is het wachten op de volgende. Dat de westcirculatie het niet redt, is met het oog op het vervolg natuurlijk mooi. Maar tegelijkertijd zorgt de zuidelijke wind boven Europa er wel voor dat de winterkou, ook die in Scandinavië, heel ver noordwaarts wordt weggeblazen. Die is niet zomaar terug.
Toch zien we in de pluim, vooral in de periode na het komende weekend, een steeds grotere spreiding ontstaan. Eerst is het zacht, met op zondag en maandag temperaturen tot 10 graden aan toe en zuidwestelijke winden. Vanaf dinsdag ontstaat een groepje met lagere temperaturen, dat eerst klein en later in de week groter wordt. Zijn het de koude lijntjes die uitkomen, dan kan het in de nachten vriezen en komt het kwik overdag enkele graden boven nul. Omdat het in de bovenlucht nog niet koud is, wordt zo’n variant ook wel stralingskou genoemd. Een gevaar dat hierbij op de loer ligt, is dat er eerst mist en later laaghangende bewolking ontstaat. Dan wordt de temperatuurverdeling een stuk vlakker. Het kan natuurlijk ook nog langer zacht blijven.
Ombouw atmosfeer opmaat naar winterweer?
De vraag is nu of deze ombouw van de atmosfeer ook een opmaat naar winterweer zou kunnen zijn? Dat hangt onder meer af van hoe lang het gaat duren, of we alsnog met de instroom van koudere lucht te maken krijgen en of er op enig moment ook een sneeuwdek ontstaat. Als we de nieuwste lange termijn verwachting van het ECMWF mogen geloven, kan het regime met de oostelijke wind, zodra het er eenmaal is, best een tijdje duren, misschien wel enkele weken. Dan komt het erop aan waar het hogedrukgebied terechtkomt. Het feit dat de wind in Zuid-Scandinavië op termijn ook oostelijk lijkt te worden, geeft wat dit betreft enige hoop. Het hogedrukgebied zou in dat geval toch wat noordelijker uitkomen, wat bij ons de kans op dalende temperaturen vergroot. Echt kouder wordt het in Scandinavië tot aan het einde van volgende week echter nog niet.
Wat ook interessant is, is dat de MJO, de golfbeweging in de buienactiviteit rond de evenaar op de Indische en de Grote Oceaan, zijn fase 6 is ingegaan. Buiencomplexen hebben vanaf Indonesië het westelijke deel van de Grote Oceaan bereikt en trekken daar nu verder. Ze zijn behoorlijk actief. Deze buiengebieden kunnen de straalstroom daar, en op termijn ook die bij ons, weer in een golfbeweging brengen. Het is juist die ontwikkeling die, binnen de geleidelijke ombouw van de atmosfeer die we de komende dagen boven Europa zien, weleens voor verrassingen zou kunnen zorgen. En wel op zo’n manier dat het allemaal toch anders en sneller gaat dan we nu denken.