Klimaatverandering mede oorzaak van overstromingen
Een rondtollend lagedrukgebied boven Duitsland heeft afgelopen dagen extreem veel regen achtergelaten in delen van Duitsland, België en Nederland. Omdat het lagedrukgebied niet doortrok naar Oost-Europa, bleven in de relatief warme en vochtige lucht continu zware plensbuien ontstaan. Deze situatie zou in de vorige eeuw al ernstig zijn geweest, maar klimaatverandering heeft het nu nog extremer gemaakt.Nooit eerder viel in een tiendaags tijdvak in juli zoveel regen als afgelopen dagen. In het Zuid-Limburgse Ubachsberg, vlakbij Valkenburg, viel in een paar dagen tijd 206 mm. Sinds 1901 viel rond het midden van juli nooit meer dan 162 mm, gemeten in Amsterdam in 2012.
De huidige situatie staat zelfs in de top-3 natste tiendaagse perioden ooit. Op nummer 2 staat Lievelde met 208 mm in de laatste tien dagen van augustus 2010. Mocht er vandaag nog een bui over Ubachsberg trekken, dan kan deze waarde worden overschreden. De natste ‘decade’ ooit gemeten staat op naam van het Gelderse Voorthuizen, met 246 mm in de eerste tien dagen van augustus 1948. Ter vergelijking: normaal valt in een heel jaar landelijk gemiddeld 852 mm.
Waarom stopte het pas na drie dagen met regenen?
Ook in de vorige eeuw zou deze situatie enorme problemen opleveren in West-Europa. Een lagedrukgebied tolde namelijk dagenlang rond boven Duitsland en veroorzaakte fikse plensbuien. De lucht was warm en vochtig, waardoor telkens nieuwe buien konden ontstaan. De bodem was al nat in Centraal-Europa door eerdere buien, vocht genoeg dus. Omdat het lagedrukgebied niet echt van zijn plek af kwam, trokken de buien over dezelfde gebieden in het westen van Duitsland, de Ardennen en Zuidoost-Nederland. Dit is ook het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge waterstanden zijn dus gewoon ‘pech’, want als het hardnekkige lagedrukgebied wat oostelijker had gelegen, was er hier niets aan de hand.
Vroeger ook extreem, dus geen klimaatverandering?
Situaties als deze kwamen vroeger ook wel eens voor, de laatste keer was 1980. Ook toen was de eerste helft van de zomer regionaal kletsnat en stonden de rivieren zeer hoog voor de zomer. Maar deze records worden nu dankzij de klimaatverandering verpulverd, omdat in korte tijd nog veel meer regen is gevallen dan toentertijd. Daardoor stroomt nu voor de zomermaanden een recordhoeveelheid water door de rivieren.
De oorzaak van de intensere neerslag is het warmer worden van de lucht. Warmere lucht kan namelijk meer vocht bevatten. Per graad opwarming stijgt de hoeveelheid neerslag met 7%. Voor zware onweersbuien is zelfs een stijging van 13% te zien in de zomermaanden. En dat geldt voor 1 graad opwarming. In dertig jaar tijd is de zomertemperatuur met 1,3 graden gestegen. Sinds 1901 is het zelfs 2,1 graden opgewarmd. Dezelfde situatie was een eeuw geleden dus minder ernstig. In plaats van ruim 200 millimeter in een paar dagen zou ruim 150 millimeter zijn gevallen. En dat is natuurlijk nog steeds bijzonder veel, normaal valt in de hele maand juli 80 mm.
Vaker droog, maar als het regent dan keihard
Het weer van deze zomer is dus een voorproefje van het weer in de toekomstige zomers. Het regent minder vaak, het is zonniger en warmer en daardoor verdampt meer vocht. Maar als het regent, gaat het harder dan vroeger. De regionale verschillen nemen dus toe. Frequenter is sprake van een neerslagtekort, maar lokale moessonbuien komen ook vaker voor. Een extreme waterpiek in de zomer zouden we door klimaatverandering dus vaker kunnen gaan zien in de grote rivieren. Maar ook juist perioden met zeer weinig water, zoals afgelopen zomers.