Hoe gaat de zomer na de topstart verder?
Na een fenomenale start van de zomer is het nu even wat koeler en ook wisselvalliger in onze omgeving. Maar de vooruitzichten voor de nieuwe week zijn alweer goed en wie weet zit er nog veel meer in het vat. Waar staan we deze zomer en wat komt er nog allemaal aan?Met nog een week te gaan in juni, de eerste zomermaand, is de start van de zomer van 2021 inmiddels wel achter de rug. Het was een warme start met alleen al in De Bilt tot nu toe 19 warme dagen (met een temperatuur boven 20 graden), 11 zomerse dagen (met een temperatuur boven 25 graden) en één tropische dag (met een temperatuur boven 30 graden).
We draaien mee met de absolute top
Op het gebied van warme en zomerse dagen draaien we tot nu toe mee in de absolute top van de zomers tot nu toe, sinds 1901. Ook de gemiddelde temperatuur tot op dit moment is met circa 18,6 graden goed voor een toppositie op de lijst van warmste zomers. Voor wat de zonuren betreft, staan we tot nu toe op een zesde plaats op de lijst van zonnigste zomers en de junineerslag tot nu toe op de hoofdstations is goed voor een 18e plaats op de lijst van natste zomers tot nu toe.
Er is genoeg gebeurd dus en het was zeker niet alleen verkeerd. We hebben al een flinke portie aan zomerweer te verwerken gekregen, en met de positieve vooruitzichten voor de komende week in het achterhoofd lijkt het er nog niet op dat dit het al was. Er zit vast nog meer in het vat en dat komt mooi overeen met de zomerverwachting, zoals we die op 1 juni presenteerden.
Enorm contrast tussen lente en zomer
Opvallend was het enorme contrast tussen de lente, waarin het maar niet warm wilde worden, en het zomerweer vanaf de eerste junidagen. Het hogedrukgebied, dat zo lang in de omgeving van Groenland en IJsland had gelegen, verliet die omgeving eindelijk en werd op die plaats door een lagedrukgebied vervangen. Daarmee kwam in onze omgeving meteen een einde aan de aanvoer van koude lucht vanuit het noorden en kon de zomer als een raket van start gaan.
Met het lagedrukgebied in de omgeving van IJsland en een vaak zuidwestelijke hoogtewind op de Oceaan, werd de ene na de andere hogedrukcel van het Azorenhogedrukgebied losgeweekt, die vervolgens via de Golf van Biskaje, Frankrijk en België en onze omgeving naar het noordoosten trokken en bij ons zomerweer met zich meebrachten. Heel af en toe kwamen er vanuit het zuidwesten ook onweersstoringen achteraan, zoals in de eerste week van juni en de laatste dagen opnieuw. Regionaal brachten die veel regen met zich mee, maar het beeld was grillig en er zijn ook nu nog steeds plaatsen in Nederland waar tot nu toe nog maar weinig neerslag is gevallen.
Volgende week opnieuw zomers
Op de weerkaarten lijkt de situatie van eerder deze maand, met steeds weer nieuwe hogedrukcellen die vanuit het zuidwesten onze kant op komen, zich ondertussen volgende week te herstellen. Dan laat de zon zich vaker zien, kunnen ook de temperaturen weer omhoog en lijken we thermisch opnieuw boven onze stand te gaan leven. Toch verdwijnen de buien niet helemaal uit het zicht. Af en toe komen storingen in de buurt en kan het bij ons ook regenen en onweren.
Het past in het beeld van een over het algemeen zeer warm Europees continent, met een vrij scherpe overgang naar koeler en wisselvalliger weer boven het noordwesten. Waarbij wij in Nederland vaker aan de warme dan aan de koude kant van die overgangszone liggen, maar wel af en toe te maken hebben met de storingen en de buien die door die overgangszone heen naar het noordoosten trekken. Daardoor lijkt het er nog steeds op dat het dit jaar geen droge zomer wordt.
Belangrijkste invloeden liggen nog steeds dichtbij
De belangrijkste factoren voor het weer bij ons lijken nog steeds het warme zeewater op de noordelijke helften van de Grote en de Atlantische Oceaan te zijn, in combinatie met het tijdelijk wegvallen van de La Niña op de Grote Ocean, een koude zeestroom langs de evenaar tussen Zuid-Amerika aan de ene kant en Indonesië aan de andere kant. Omdat La Niña even naar de achtergrond is verdwenen, heeft het hogedrukgebied in het hoge noorden plaatsgemaakt voor een lagedrukgebied en konden wij aan een zomerse start van de zomer beginnen.
Er zijn echter meer invloeden actief. Zo wordt de start van de moesson in India, die dit jaar actiever dan normaal lijkt te verlopen, genoemd en het feit dat de IOD (de dipool op de Indische Oceaan) als gevolg hiervan sterk negatief is geworden. Dit betekent dat de buien, die normaal aan de westkant van de Indische Oceaan vallen, sterk worden onderdrukt (met droog weer in het oosten van Afrika als gevolg) en dat de buien in bij voorbeeld Indonesië en omringende landen duidelijk zwaarder zijn dan normaal. Op het weer bij ons lijkt de invloed van de tropen dit jaar daardoor minder groot dan normaal, al schatten modellen als ECMWF en ook andere die situatie anders in.
Modellen zaten ernaast
Eigenlijk had geen van de seizoensmodellen de drukverdeling, zoals we die de eerste weken van juni hadden, er helemaal goed inzitten, waarschijnlijk door het overschatten van de invloeden vanuit de tropen en het onderschatten van de invloeden van veel dichterbij. Het lijkt er nu wel op dat de lijn, zoals die in de eerste weken van juni is ingezet, naar de rest van de zomer kan worden doorgetrokken. Met steeds terugkerende perioden met zomerweer dus, die niet eindeloos aanhouden, maar ook af en toe door koelere fasen met regen- en onweersbuien worden afgewisseld.
Omdat La Niña zich pas laat in de herfst herstelt, bestaat de kans dat we vanaf de tweede helft van augustus en mogelijk ook in september wel met langdurigere fasen met hogedrukweer te maken krijgen. Als dat gebeurt, zou de zomer ook nog eens door een fraaie nazomer kunnen worden gevolgd. Het lijkt erop dat we ons de komende tijd in eigen land niet hoeven te vervelen. Want niet alleen moet het vaak zomerweer kunnen zijn, ook horen regen- en onweersbuien er steeds bij. Goed voor de natuur en de landbouw, en ook voor de broodnodige afwisseling.