Hoe beïnvloeden omgevingsfactoren de verspreiding van corona?
Al bijna twee jaar lang zijn we in de ban van de coronapandemie. Omdat corona zo enorm in ons dagelijkse leven heeft ingegrepen, is er een massa aan onderzoek beschikbaar gekomen over de relatie tussen besmettingen door het virus en omgevingsfactoren, zoals het weer, vuile lucht en (als het om besmettingen binnen gaat) beschikbaarheid van ventilatie. Om iedereen weer enig houvast te bieden in deze brei aan gegevens, heeft het Joint Research Center van de EU (JRC) nu een overzicht van al die onderzoeken gemaakt. Wat kwam er uit?Hoe raken mensen besmet door corona?
Meestal springt het virus over bij direct contact, waarbij mensen dichtbij elkaar komen, elkaar aanraken of elkaars lucht kunnen inademen. Kleine druppeltjes met het virus daarin kunnen zo bij de ander terechtkomen en een nieuwe besmetting veroorzaken. De druppeltjes komen in de lucht bij hoesten, niezen, praten, juichen of zingen. Maar ook alleen ademen doet het al.
Een andere bron van besmetting die steeds meer in de belangstellig is komen te staan, is die via aerosolen, kleine deeltjes die via de adem in de lucht komen en die het virus kunnen transporteren. Ook deze vorm van besmetting wordt genoemd. In een omgeving met veel aerosolen (als dragers van het virus en door besmette mensen via de adem in de lucht gebracht) kunnen veel anderen besmet raken, ook als ze geen direct contact met elkaar hebben. In dezelfde ruimte zijn, is genoeg.
Zijn er omgevingsfactoren die het besmettingsgevaar verkleinen?
Uit veel onderzoeken blijkt dat met name de virusdeeltjes op aerosolen gevoelig zijn voor Uv-straling, luchtvochtigheid en temperatuur. Gaan die drie factoren omhoog, dan kunnen die virusdeeltjes minder lang overleven. Vooral toen de klassieke variant van het coronavirus nog dominant was (vorig jaar zomer) leek er een duidelijk seizoenseffect te zijn. De nu dominante deltavariant van het virus is (veel) besmettelijker en daardoor minder gevoelig voor seizoensinvloeden.
De concentratie aan aerosolen binnen hangt sterk van de beschikbaarheid van ventilatie. Hoe beter je een ruimte ventileert, hoe minder aerosolen in de lucht hangen en hoe kleiner de kans op die vorm van besmetting. Zo bezien zou besmetting door aerosolen in de buitenlucht, waar ventilatie altijd maximaal is, een minimale rol moeten spelen. Besmetting hier lijkt voornamelijk door direct contact van mensen te worden veroorzaakt, zeker nu de besmettelijke deltavariant actief is.
Speelt luchtvervuiling een rol bij besmettingen (door aerosolen)?
Hoewel al veel onderzoek naar dit mogelijke verband is gedaan, hebben wetenschappers het tot nu toe niet kunnen aantonen. Ook al bevinden zich in vervuilde lucht veel meer aerosolen (samenhangend met de vervuiling en niet direct uit de adem van mensen) dan in schone lucht, toch is niet te bewijzen dat die ‘andere’ aerosolen het virus helpen bij zijn verspreiding. Ook in binnenruimte lijkt er voor het virus, als het om besmettingen gaat, geen verschil tussen schone en vervuilde lucht te zijn. Het zijn de aerosolen uit de adem van besmette mensen die bepalend zijn. Andere aerosolen lijken geen rol te spelen. Toch wordt deze mogelijke relatie nog steeds verder onderzocht.
Heeft vervuilde lucht invloed op de mortaliteit van het virus?
Ook dit verband werd vorig jaar al snel vermoed. Hier geven diverse onderzoeken, gedaan in onder meer Italië en in China, wel enige indicatie. Volgens onderzoekers in Italië kan luchtverontreiniging de mortaliteit van het virus met tot 7 procent vergroten. In China werd zelfs een toename van ongeveer 11 procent gezien. Uit andere delen van de wereld liggen nog geen resultaten voor.
Welke maanden zijn de omstandigheden het geschiktst voor de verspreiding van het virus?
Als temperatuur en luchtvochtigheid de meeste invloed hebben op de verspreiding van het virus, zijn in Nederland de maanden maart en april, en in het najaar november en december het meest geschikt voor de verspreiding van het virus, zo laten kaartje in het onderzoek zien. In de maanden juni, juli, augustus en september werken omgevingsfactoren de verspreiding van het virus het meeste tegen, is het idee. Ook kunnen veranderingen van het gedrag van mensen tijdens de zomermaanden (het leven speelt zich dan meer buiten af en minder binnen) hierbij een rol spelen.
Is het raadsel van de verspreiding van het virus hiermee nu opgelost?
De opstellers van het overzicht zeggen van niet. Er zijn nog teveel vragen en losse eindjes. Om die reden is er meer onderzoek nodig. Verder is het gedrag van het virus zelf natuurlijk ook bepalend. Zolang het zich blijft verspreiden, treden mutaties op. En die kunnen datgene, wat nu in het overzicht is opgeschreven, weer deels of zelfs voor een belangrijk deel veranderen.
Wat kunnen we doen?
Behalve vaccineren, kun je zolang de epidemie aanhoudt en er veel mensen in de samenleving zijn die het coronavirus met zich meedragen, voorzichtig omgaan met direct contact. Verder lijkt een goede ventilatie van binnenruimten van groot belang om aerosolen de pas af te snijden.