Foto gemaakt door Reinout van den Born - Leersum - Extreme weersomstandigheden komen in Nederland vaker voor en lijken ook extremer te worden.
Foto gemaakt door Reinout van den BornLeersumExtreme weersomstandigheden komen in Nederland vaker voor en lijken ook extremer te worden.
Nu

Extremen in het weer nemen toe: hoe vangen we ze op?

Een weekend vol met uitzonderlijk weer heeft ons opnieuw met de neus op de feiten gedrukt: extreem weer komt steeds vaker voor in Nederland. Moeten we ons op een andere manier dan we nu doen voor die toenemende extremen gaan prepareren?

Op papier wisten we het al veel langer, maar ook in de praktijk zien we het nu gebeuren: het weer in Nederland is aan het veranderen. Leerden we vroeger op school nog dat Nederland met zijn plek in de gematigde klimaatzone relatief veilig was voor echte extremen, nu krijgen we steeds vaker toch iets van die uitwassen mee waartegen we vroeger zo goed beschermd leken.

Om de maatschappij op de veranderingen van het Nederlandse klimaat voor te bereiden, komt het KNMI eens in de globaal 10 jaar met zijn klimaatscenario’s. De overheden in Nederland kunnen hierop hun klimaatbeleid en veiligheidsnormen baseren. De laatste versie van de klimaatscenario’s is in 2014 gepresenteerd, maar de veranderingen gaan zo snel dat we eigenlijk alweer aan nieuwe toe zijn. Het duurt nog even, want pas in de loop van 2023 worden de nieuwe klimaatscenario’s verwacht.

Om te zien waarmee we als maatschappij in de toekomst zoal geconfronteerde kunnen worden, halen we de belangrijkste extremen van de laatste jaren nog eens terug. En inventariseren we de uitdagingen waarmee de maatschappij vanwege die terugkerende extremen wordt geconfronteerd.

Droogte

Droogte is de afgelopen jaren in Nederland een belangrijk thema geworden. Vooral als het in het voorjaar langere tijd niet regent, de hoge temperaturen vroeg komen en de zon vaak schijnt, krijgen vooral de hogere delen van Nederland op de zandgronden met droogte te maken, die in de zomermaanden daarna vrijwel niet meer tenietgedaan kan worden. In de natuur is op deze manier de afgelopen jaren veel schade aangericht en de landbouw heeft er al grote last van gehad. De uitdaging hier is om tot een nieuwe manier van waterbeheer en tot een robuustere invulling van de Nederlandse natuur (die enorm van de klimaatverandering te lijden heeft) te komen. Zodat we beter op droogte voorbereid zijn.

Lage waterstanden in de rivieren

Omdat het niet alleen in Nederland, maar ook in de brongebieden van onze grote rivieren vaker weinig regent, worden we meer dan vroeger met laagstaande rivieren geconfronteerd. Niet alleen de scheepvaart heeft hier last van (waarmee de bevoorrading van het binnenland onder druk komt), ook vliegen de watertemperaturen soms omhoog en komt de drinkwatervoorziening, maar ook de koelwatervoorziening van energiecentrales af en toe in het gedrang. Verder zijn laagstaande rivieren een bedreiging voor de ecosystemen waar ze doorheen stromen. Ook hier ligt een uitdaging. Moeten we al het water nog ongehinderd naar zee laten stromen?

Late voorjaarsvorst

Ook al is het tegenwoordig in het voorjaar vaak vroeg warm en zonnig, toch kan het nog steeds op late momenten ook tot voorjaarsvorst komen. Ook de afgelopen maanden hebben we hier voorbeelden van gezien. In Frankrijk is dit jaar door vorst alweer een deel van de wijnoogst verloren gegaan, nog voordat de duiven geplukt zijn. De combinatie van vroege warmte met dus ook een vroeg uitlopende natuur tot gevolg en daarna eventueel optredende nachtvorsten maakt dat natuur en landbouw voor deze combinatie alleen maar gevoeliger zijn geworden. De uitdaging hier is hoe we de schade desalniettemin toch tot een minimum gaan beperken?

Oplopende watertemperaturen

Omdat de zon in het zomerhalfjaar vaker schijnt en de temperaturen stijgen, wordt ook het oppervlaktewater warmer. Op meren en plassen ontstaat steeds vaker een warme laag, die de uitwisseling met de eronder gelegen (koudere) waterlagen tot stilstand laat komen. Zuurstof kan de diepere delen van de meren daardoor niet meer bereiken en daarmee staat het leven in die diepere lagen op het spel. Verder zien we op steeds meer plaatsen op Europese zeeën ook steeds vaker het zogenoemde zeesnot opduiken, dat ook bedreigend is voor de ecosystemen in de gebieden waar het in grote hoeveelheden opduikt. Hoe gaan we dit probleem in de toekomst te lijf?

Extreme regenval

Behalve met droogte worden we in Nederland ook vaker met extreme regenval geconfronteerd. In delen van Noord-Holland viel op vrijdag 18 juni plaatselijk meer dan 100 millimeter in slechts een aantal uren tijd, Delen van Oost-Nederland kregen maandag 21 juni met regenhoeveelheden tussen 40 en 60 millimeter binnen 12 uur tijd te maken. In beide gevallen kwamen hele gebieden (bijna) onder water te staan en waren extra maatregelen nodig om de situatie op te lossen. Hoe gaan we die extreme buien in de toekomst te lijf en zorgen we ervoor dat we droge voeten houden?

Extreme valwinden

De valwind, die Leersum op vrijdag 18 juni in nog geen minuut tijd in een soort rampgebied veranderde, was uitvoerig in het nieuws. Een andere valwind die dag, die bij Oosterwolde vier hoogspanningsmasten tegen de grond smeet, was wellicht wat minder in het nieuws, maar eigenlijk minstens zo imposant. Hoogspanningsmasten zijn zo ontworpen dat ze feitelijk tegen de meest extreme weersomstandigheden die in Nederland voor kunnen komen bestand moeten zijn. Ze zouden eigenlijk niet moeten kunnen omwaaien. Dat dit nu toch is gebeurd (en sinds 14 juli 2010 toen er bij Vethuizen vijf hoogspanningsmasten omgingen al voor de tweede keer) zegt iets over de manier waarop het weer aan het veranderen is en de toenemende kracht van sommige extremen. Hier is het de vraag of de bestaande normeringen nog wel adequaat zijn?

Extreme hitte

Zomers zonder hittegolven komen in Nederland eigenlijk niet meer voor. Ook dit jaar hebben we het in Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel alweer tot (regionale) hittegolven geschopt. Een landelijke hittegolf laat nog even op zich wachten. Worden bij verwachte temperaturen vanaf 27 graden al hitteprotocollen van kracht, de echte hitte in Nederland komt steeds vaker en ook langduriger in de regionen van temperaturen tussen 35 en 40 graden uit. En in 2019 dus ook voor het eerst op een aantal plaatsen boven 40 graden. Hier liggen uitdagingen voor heel de maatschappij, maar ook voor de plekken waar we onze zieken, kwetsbaren en ouderen verzorgen. Nu wonen die vaak nog in gebouwen zonder airco die uitzonderlijk warm kunnen worden. Verder ligt er een energie uitdaging. Want hoe meer airco’s we gebruiken, hoe meer stroom er nodig is om die te laten werken. Voor veehouders is het klimaat in de stallen waar de dieren staan een grote uitdaging.

Extreme hagel

Een deel van de schade, die tijdens het noodweer van het afgelopen weekend ontstond, had te maken met de combinatie van extreme wind, regen en hagel, met stenen tot wel 5 centimeter. Ook hagel alleen levert steeds vaker hoofdbrekens op. Hagelstenen met diameters die soms ook in Nederland al 10 centimeter benaderen, zijn een grote bedreiging voor de landbouw, de tuinbouw en soms zelfs voor de veeteelt. Zo werd het zuidoosten van Brabant op 23 juni 2016 door een extreme hagelbui getroffen. Hagelstenen met een diameter tot rond 8 centimeter en lokaal zelfs 10 centimeter veroorzaakten enorme schade aan huizen, schuren, stallen en kassen. Fruittelers zijn ieder jaar weer bang voor hun oogst als een zware onweersbui op hun boomgaarden afkomt. Hoe gaan we met deze uitdagingen en de enorme schade die hagelbuien soms veroorzaken om?

Het is maar een greep uit de extreme weersomstandigheden die we de laatste jaren in Nederland voorbij hebben zien komen. Er was nog veel meer. Samen laten ze zien dat datgene, wat vroeger alleen op papier verwacht werd, nu ook daadwerkelijk aan het gebeuren is. Het laat de noodzaak zien om hier in onze planningen rekening mee te houden. Om de manier waarop we leven zo aan te passen die we die toenemende extremen aan kunnen en hopelijk ook kunnen bestrijden.

Reinout van den BornChef Redactie