Er is op dit moment in Nederland vrijwel nergens droogte meer
Ook al beleven we tot nu toe een warme zomer – met 18,0 graden staan we op een tweede plaats op de lijst van warmste zomers sinds 1901 (achter de zomer van 1976 die op hetzelfde moment met 18,9 graden nog 0,9 graden warmer was) – vergeleken met voorgaande jaren is de droogte de grote afwezige. De droogtemonitor van het KNMI laat zien dat het landelijke neerslagtekort dit seizoen nog niet verder dan tot gemiddeld 30 millimeter is gegroeid. Daarmee liggen we ver onder het gemiddelde van de meeste andere zomers en is de situatie veel beter dan vorig jaar.Als je buiten komt, zie je het ook meteen: het is de natuur veel groener dan in de drie voorgaande jaren, die vooral tijdens de start van het groeiseizoen door droogte werden gekenmerkt. De achterstanden, die toen door watergebrek in de natuur ontstonden, konden later in het seizoen, zelfs als het toch regende, niet meer worden weggewerkt. Dit jaar is dat heel anders. De bomen staan dik in blad, de gewassen op het veld doen het goed en er is veel gras. Verder is juist op die plaatsen, waar aan het begin van het nieuwe droogteseizoen nog van watertekorten uit voorgaande jaren sprake was, de afgelopen maanden af en toe erg veel regen gevallen.
Vorig jaar in voorjaar recordtekort
Het KNMI houdt jaarlijks vanaf 1 april het doorlopend potentieel neerslagtekort bij. Uit 13 meetpunten, verspreid over het land wordt een gemiddelde berekend, maar er zijn elk jaar ook lokale verschillen. Door het uitzonderlijk zonnige, droge en warme voorjaar van vorig jaar kon het neerslagtekort toen recordsnel oplopen. Eind mei hadden we al een landelijk neerslagtekort van 163 mm te pakken en dat was een record voor de meimaand. Het oude record was 142 mm in mei 2011.
Uiteindelijk liep het tekort verder op tot 253 mm, een 8e plek sinds het begin van de metingen in 1901. Daarna werd het in het westen een stuk natter, waardoor de droogte daar snel voorbij was. In het (zuid)oosten bleef het ook in de nazomer kurkdroog, waardoor het neerslagtekort in die gebieden alleen maar groter werd en richting 400 mm opliep. Weerstation Arcen kwam op een neerslagtekort van 426 mm uit. Alleen in 2018, 1976 en 1959 was het neerslagtekort regionaal nog groter.
Als het neerslagtekort in de zomer regionaal oploopt richting 400 mm, is het lastig om dat hele tekort in het winterseizoen dat volgt weg te werken. De afgelopen winter is dat dan ook niet overal gelukt. Sinds 27 december was het landelijk gemiddelde neerslagtekort wel weggewerkt, maar in het noorden, oosten en zuiden was het regionaal nog steeds veel te droog.
Situatie verbeterd
Op 1 april, bij de start van het nieuwe seizoen, was de situatie verder verbeterd. Vrijwel nergens was er nog een neerslagtekort, met uitzondering van het zuidoosten. De Betuwe, het oosten van Brabant en het zuiden van Limburg (alleen niet het uiterste zuiden) kenden nog een klein neerslagtekort van 20-40 mm. In Midden- en Noord-Limburg bedroeg het tekort ruim 100 mm. Weerstation Arcen stond sinds 1 april 2020 nog op een tekort van 151 mm en in Ell (bij Weert) verdampte over die periode 165 mm meer dan er aan neerslag viel. Dit waren op 1 april de koplopers.
Inmiddels zijn we drie maanden verder en staat het landelijke neerslagtekort over dit jaar nog niet hoger dan 30 millimeter, zo’n 70 millimeter onder de voor dit moment van het jaar gebruikelijke 100 millimeter. Een groot deel van de kaart, waarop de verspreiding van de tekorten te zien is, kleurt geel, wat aangeeft dat het tekort minder dan 60 millimeter bedraagt of zelfs afwezig is.
West-Brabant het droogst
Opvallend is het westen van Brabant, waar het opgebouwde tekort tussen 90 en 120 millimeter bedraagt. In een strook van Utrecht via het grensgebied tussen Gelderland en Flevoland naar Friesland en Groningen bedraagt het tekort op diverse plaatsen tussen 60 en 90 millimeter en datzelfde geldt voor delen van Overijssel en voor een gebiedje in het midden van Limburg. Maar zelfs als je die wat ‘drogere’ gebieden bekijkt, dan zie je dat ook daar dit jaar meer regen dan normaal is gevallen, misschien met uitzondering van de droogste plekken in West-Brabant.
De gebieden die nog droog aan het nieuwe seizoen waren begonnen, hebben het vaak goed gedaan in de maanden tot nu toe. Zo staat het neerslagtekort in het oosten van de Achterhoek en in delen van Twente nog vrijwel op nul en dat is een groot verschil met het grote tekort dat we in die gebieden vorig jaar rond dezelfde tijd tegenkwamen. Dit geldt ook voor het grootste deel van noorden en zuiden van Limburg. Met name in het smalste deel van Limburg, klimatologisch gezien één van de droogste gebieden van het land, is de laatste tijd zelfs erg veel regen gevallen.
Eigenlijk nergens droogte meer
Al met al is de droogtesituatie in Nederland dus verder verbeterd. Vrijwel nergens hebben we nog met opvallende watertekorten te maken. Een laatste gebied met een klein tekort zou de noordelijke helft van Limburg kunnen zijn, maar zelfs daar zijn, ook als je de tekorten van voorgaande jaren nog meetelt, de afwijkingen op dit moment eigenlijk vrijwel normaal te noemen.