Donkere dagen, maar licht is onderweg
Grijs, druilerig, laat licht en héél vroeg donker: het is niet de uitbundigste tijd van het jaar, zullen we maar zeggen. Toch zijn de lichtpuntjes dichterbij dan je misschien denkt.De winter kan een fantastisch seizoen zijn, maar het grootste nadeel: het is zó donker. En met dit grijze, druilerige weer lijken de donkere dagen voor kerst nog net even iets donkerder. Een vooruitzicht van nog wekenlang avondlockdown maakt het er ook al niet lichter op. Toch is er al een lichtpuntje te vinden vanaf nu, in de letterlijke zin van het woord. Heel binnenkort worden de dagen namelijk weer wat langer.
De kortste dag van het jaar komt eraan. Aanstaande dinsdag 21 december is het zover. Daarna wordt de daglichtperiode weer langer. Dat duurt dus nog een paar dagen. Toch is het eerste begin van de omslag al gemaakt.
Zonsondergang
Oké, je gaat er waarschijnlijk op heel korte termijn nog nauwelijks iets van merken, maar het is wel een fijn idee: de zon gaat nu alweer dagelijks een beetje later onder, hoera! Het verschilt nog niet eens een minuut per dag op het moment, maar toch: de verschuiving naar de ‘lichte kant’ is begonnen, het tijd begint al te keren.
Omdat de zonsopkomst nog wel dagelijks een heel kleine beetje later is, worden de dagen nu feitelijk nog niet langer. Dat duurt dus nog een kleine week, want de kortste dag van het jaar moet dus nog komen. Volgende week is het zover.
Zonnewende
Die kortste dag, die ook het begin van de (astronomische) winter markeert, is de dag waarin de tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang het kortst is: 21 december. De daglichtperiode is dan – afhankelijk van waar je precies bent in het land – 7 uur en 41 minuten. Omdat de aarde een beetje scheef staat, draaien wij op het noordelijk halfrond in de winter wat van de zon af. Daarom krijgen we minder lang licht; het minste licht is er dus op die kortste dag. We noemen dat de winterzonnewende.
Dit jaar is het exacte moment van de zonnewende om 16.59 uur. De zon heeft dan voor ons de meest zuidelijke positie van het hele jaar, dus staat ie bij ons het laagst aan de hemel.
Rondom de kortste dag
Dat betekent niet dat de zon op die dag ook het vroegst opkomt, en het laatst ondergaat. Dat loopt niet helemaal gelijk. Dat heeft te maken met de ellipsvormige baan van de aarde. Er zit een periode rondom die kortste dag van ongeveer drie weken. Die begint met het weer later ondergaan van de zon, waar we nu mee begonnen zijn. Het eindigt met het weer eerder opkomen van de zon. Dat punt bereiken we pas in de eerste dagen van januari. Vanaf dat moment wordt er aan beide kanten weer iets van de lange nachten afgesnoept.
Beetje bij beetje
In eerste instantie gaat dat nog heel langzaam, met enkele tientallen seconden per dag. Dat merk je nauwelijks. Maar ook de snelheid waarmee de dagen langer worden, gaat oplopen. In de loop van januari zijn het al twee minuten per dag. Bij de lente-equinox, rond 21 maart, winnen we het meest. Dan komt er dagelijks bijna 5 minuten daglicht bij. Dat kun je heel goed merken.
Als dan ook de zon af en toe weer eens doorbreekt, scheelt dat helemaal. En na een paar hele grijze en ook natte dagen, lijkt er de komende dagen ook voorzichtig wat meer ruimte voor de zon te komen. Dus ook al moet die hele winter eigenlijk nog beginnen: qua licht gaat het al weer voorzichtig de goeie kant op.