Foto gemaakt door Joost Mooij - Lisse - De bollenvelden bij Lisse beginnen al mooi te kleuren.
Foto gemaakt door Joost MooijLisseDe bollenvelden bij Lisse beginnen al mooi te kleuren.
Nu

De lente ziet er opnieuw zonnig, droog en warm uit

We lijken opnieuw op een vrij droge, zonnige en uiteindelijk ook relatief warme lente af te stevenen. Volgens Weer.nl spelen hogedrukgebieden de komende maanden, net als in voorgaande lentes, opnieuw een hoofdrol. Met de bijbehorende vaak zonrijke en ook relatief droge omstandigheden. En de vrijwel onvermijdelijk bij die combinatie horende relatief hoge temperaturen.

De astronomische lente gaat vandaag, zaterdag 20 maart van start. Om 10.37 uur staat de zon boven de evenaar en begint op het noordelijke halfrond het zomerhalfjaar. Wat gaat het weer deze lente doen? Om daarover iets te kunnen zeggen, is het goed om eerst nog even terug te kijken op de lentes uit het recente verleden. Want die vertellen meteen al een eigen verhaal.

Lentes tegenwoordig vaak zonnig en droog

Voorjaar en regen vormen in Nederland de laatste jaren een weinig gelukkige combinatie. Als je naar de lentes uit het recente verleden kijkt, dan zie je dat we in de periode van 1999 tot en met 2008 nog een min of meer willekeurige afwisseling van lentes met een bovennormale, normale en beneden normale hoeveelheid neerslag kenden. Daarna begon een periode waarin droogte in het voorjaar sterk de overhand kreeg. Van de 12 lentes sinds 2009 waren er maar liefst 9 droger dan normaal, waarvan twee zeer droog en één (die van 2011) zelfs recorddroog.

Nog opvallender is de hoeveelheid zonneschijn in de lentemaanden. Kijken we naar de 22 lentes die we sinds 1999 hebben gehad, dan verliepen 20 daarvan zonniger dan normaal. Er zaten 12 zeer zonnige lentes tussen, waarvan die van 2011 en 2020 zelfs extreem zonnig verliepen. Slechts één lente (en wel die van 2013) bracht minder zonuren dan normaal in de boeken en de lente van 2000 liet het ongeveer normale aantal zonuren zien. Al bij al een indrukwekkend verhaal dus.

Lentes verlopen bijna allemaal warm

Bij de temperaturen zien we een sterk overwicht van de warmere dan normale lentes. Sinds 1999 waren 18 van de 22 lentes warmer dan normaal, waarvan er 11 zeer warm en één (de lente van 2007) extreem warm waren. Twee lentes kenden een normale temperatuur en slechts twee lentes waren kouder dan normaal, waarvan de lente van 2013 zelfs zeer koud was. Dat was de lente waarin we in maart nog op uitgebreide schaal vorst en bij meren prachtige ijssculpturen hadden.

Warm, zonnig en sinds 2009 heel vaak droog dus; dat is inmiddels toch het beeld van het voorjaar in ons land geworden. Nu is de lente hoe dan ook het seizoen in Nederland waarin klimatologisch gezien de minste neerslag valt; landelijk ongeveer 153 millimeter volgens het huidige klimaat van 1990-2020. Daarna volgt de winter met landelijk 216 millimeter. De zomer met 235 millimeter en de herfst met 245 millimeter zijn landelijk de natste jaargetijden die we in Nederland hebben.

De gemiddelde temperaturen maken tijdens de lente een snelle stijging door. Kijken we naar De Bilt dan beginnen we in maart met 6,5 graden (variërend van een gemiddeld minimum van 2,4 graden tot een maximum van 10,5 graden), voor april staat de normaal op 9,9 graden (tussen 4,5 en 14,8 graden) en in mei komt het gemiddelde al op 13,4 graden (tussen 8,0 en 18,3 graden).

Maart redelijk normaal

In de maartmaand lijken we tot nu toe op een vrij normale gemiddelde temperatuur af te stevenen, vooral omdat de laatste week van de maand redelijk warm lijkt te gaan verlopen. Komt dat lenteweer er inderdaad dan kan maart net als februari ook nog als een (iets) te warme maand de boeken in gaan. Verder kan de maand met een normale tot wellicht ook iets beneden normale hoeveelheid neerslag eindigen. Dat hangt van het weer in de laatste week af. Met de zonuren zitten we nu nog aan de lage kant, maar dat kan in de laatste week makkelijk goed gemaakt worden.

Hogedrukgebieden hebben de overhand

Voor de maanden april en mei geven de verschillende seizoensmodellen dit jaar het signaal dat hogedrukgebieden opnieuw een hoofdrol zullen spelen, zoals in voorgaande jaren ook steeds het geval was. Voor de temperatuur is daarbij belangrijk waar ze precies terechtkomen. De meeste seizoensverwachtingen leggen het zwaartepunt van de hogedrukgebieden zowel in april als in mei boven de oceaan op een vrij noordelijke positie. Als dat uitkomt, zal de wind bij ons vaak noordelijk zijn en zullen de temperaturen toch geregeld relatief gematigd zijn. Wel hangt het ook dan weer van de details af. Nat lijkt geen van de twee maanden op deze manier te worden. En de zon kan weer uren maken. Daarmee komen we eigenlijk als vanzelf op het weer van voorgaande lentes uit.

Op basis van de ervaringen uit dat recente verleden ligt het dan ook voor de hand om opnieuw een lente met veel zon, een de kop opstekende droogte en uiteindelijk temperaturen (ruim) boven normaal te verwachten. Met veel mooi-weerdagen en dus ook vaak weer om buiten te zijn.

Reinout van den BornChef Redactie