Foto gemaakt door Pixabay - Dikke sokken en iets warms drinken helpt ook - Binnen 18 graden, en toch koude voeten krijgen?
Foto gemaakt door PixabayDikke sokken en iets warms drinken helpt ookBinnen 18 graden, en toch koude voeten krijgen?
Nu

De ene 18 graden is de andere niet

Dat de woorden ‘warm’ of ‘koud’ voor iedereen iets anders betekenen, dat weten we allemaal. Maar waarom vind je dezelfde temperatuur de ene keer koud, en de andere keer warm?

Heb je ook wel eens ruzie om de thermostaat in huis, of op je werk? Dan heb je aan den lijve ondervonden dat het per persoon verschilt wat een prettige temperatuur is. Een temperatuur is heel subjectief. Maar ook kan precies dezelfde temperatuur voor één persoon de ene keer heel anders aanvoelen dan de andere keer. Ook zonder invloeden van wind, zonneschijn en dergelijke.

Hoezo koud

“Het is de rest van de maand gewoon koud,” zei mijn collega deze week in de dagelijkse vergadering, en hij liet zien dat het elke dag een graad of 12 a 13 wordt. Maar gisteren was het ook 13 graden, en zat ik de halve middag in een hemdje te braden in de zon. Hoezo koud?

Koud volgens de statistieken, dat is nog niet per se echt koud. Iedereen ervaart de temperatuur anders. Zo zet de één de verwarming op 22, de ander op 16. Ook de afgelopen dagen liep de één nog in een winterjas, en de ander had überhaupt geen jas meer aan. Tot op zekere hoogte heeft dat natuurlijk met fysieke verschillen te maken. Je leeftijd, je gewicht, je geslacht; het heeft allemaal invloed op je temperatuurhuishouding, en wat je als ‘koud’ of ‘warm’ ervaart.

Bitterballen

Je lichaam heeft allerlei manieren om jou op de juiste temperatuur te houden. Er wordt bloed door je aderen gepompt, je zweet, er wordt warmte geproduceerd. Als het koud is, ga je rillen: je spieren slaan dan eigenlijk zelfstandig aan het sporten om je op te warmen. Een grote rol in je warmtehuishouding is weggelegd voor zogenoemd bruin vet. Dat klinkt misschien niet zo smakelijk - al doet het wel sterk aan bitterballen denken. Maar: ieder mens heeft verschillende soorten vetweefsel. Bruine vetcellen zetten energie om in warmte. Witte vetcellen slaan de energie alleen op. Hoe meer bruin vet je hebt, hoe makkelijker je lichaamstemperatuur op peil blijft.

Koude voeten

Maar toch is daarmee de kous niet af. Want ik dacht aan het volgende: ook ik heb inmiddels in alle seizoenen thuis zitten werken. Mijn verwarming staat overdag bijna altijd op 18 graden. Toch zat ik afgelopen winter af en toe met ijskoude voeten en extra truien achter m’n laptop. Maar nu, eind april, is het binnen nog steeds 18 graden, en zit ik hier in een T-shirt met lange mouwen. Hoe kan dat toch?

IJsbaden

Wat we weten, is dat je lichaam ‘went’ aan de temperatuur waar je je meestal in bevindt. Je hele temperatuurhuishouding past zich daaraan aan. Je kunt dat ook trainen. Tegenwoordig is bijvoorbeeld het nemen van ijsbaden of koud douchen steeds populairder, (misschien heb je bijvoorbeeld gehoord van de Wim Hof-methode), vanwege allerlei gezondheidsvoordelen. Ook dat moet je natuurlijk geleidelijk opbouwen; dan past je lichaam zich dus aan. Je wordt dan dus beter in het op peil houden van je lichaamstemperatuur in koude omstandigheden.

Wennen

In de topsport zie je het ook: atleten gaan vaak van tevoren acclimatiseren als ze een wedstrijd hebben op een plek met een heel ander klimaat dan ze gewend zijn. Verstandig, want een WK wielrennen in Qatar is echt even anders dan in Zolder. Uit onderzoek blijkt dat je lichaam al binnen een week flinke aanpassingen doet in je temperatuurhuishouding. Met een weekje wennen kun je al veel beter presteren.

Bak water

Maar ook als je geen topatleet of ijsbadderaar bent, werkt dat zo. Aan nieuwe temperaturen moet je even wennen. Op kleine schaal gaat dat heel snel, blijkt uit een vrij bekend experimentje. Je houdt je ene hand in een bak met koud water, en je andere hand in een bak met warm water. Na 3 minuten stop je beide handen in een bak met lauw water. En wat zal je merken: voor de hand die uit de koude bak komt, voelt het lauwe water als warm. Maar de hand die uit de warme bak komt, zal het in het lauwe water juist koud vinden.

En daar heb je het: precies dezelfde temperatuur wordt dus heel anders ervaren, op basis van waar je vandaan komt. Misschien is dat ook wat er in mijn huiskamer gebeurt. Aangezien het in de lente warmer is dan in de winter, hoef je minder hard te werken om een binnentemperatuur van 18 graden als aangenaam te ervaren. Je zal het dus minder gauw koud krijgen. Nu is het buiten een stukje kouder dan dat. Dus buiten een jas, binnen een shirt met lange mouwen, dat klinkt allemaal heel logisch.

Maar dat spreekt juist tegen dat je het in de winter bij 18 graden koud zou hebben. Het is immers in de buitenwereld stukken kouder, dan zou 18 graden toch heerlijk aangenaam moeten zijn? Maar nee: juist in de winter zat ik te verkleumen op mijn thuiswerkplek, en nu niet.

Lui?

De verklaring zit hem misschien in onze eigen winterjassen. Ook al is de binnentemperatuur nog steeds hetzelfde; toch ben je in de winter warmer aangekleed, kom je minder buiten, slaap je onder een dikker dekbed in een dikkere pyjama en drink je meer thee en warme chocomel. Zou je lichaam er lui van worden? Raakt ons interne verwarmingssysteem uit vorm, omdat we ons ineens veel beter beschermen tegen de invloeden van buitenaf? Dat zou het kunnen verklaren. In de lente, zeker in die periodes dat je je dunner aankleedt, staat je lichaam eigenlijk aan veel grotere temperatuurschommelingen bloot dan in de winter. Daar raak je door getraind. Een tijd stilzitten bij ‘slechts’ 18 graden blijkt dan in de wintermaanden ineens een behoorlijke opgave.

Onbewust

Dan is er ook nog het mentale aspect. Neem nu vandaag. In de vroege ochtend is het wel koud – het vroor zelfs nog een beetje toen ik de deur uit ging – maar al snel maakt de zon het weer warm. Dus ik trok een zomerjas aan. Op een koude winterdag had ik dat waarschijnlijk niet gedaan, ook al was de temperatuur op die tijd exact hetzelfde. Toch heb ik het geen moment koud gehad. In deze situatie heeft mijn onbewuste dat misschien wel geregeld; ik wist immers dat het vanmiddag veel warmer zou zijn. Mijn hoofd is al lang en breed in de lentestand.

Toch is het grappig. Eigenlijk houdt je eigen lichaam je een beetje voor de gek. En eigenlijk doen we onszelf dus helemaal geen plezier met al die dikke jassen en winterdekbedden. Het zou beter zijn om je wat minder dik aan te kleden, of de verwarming wat lager te zetten. Dan laat je je eigen lichaam wat meer stoken. Misschien toch maar eens een koude douche overwegen. Lekker wat bruin vet kweken. Wie weet heb ik de volgende winter dan wat minder koude voeten.

Dorien BouwmanMediameteoroloog