Buienkans in begin van laatste Tourweek

Na twee enerverende Tourweken kwamen de renners gisteren aan in Andorra, na een bloedhete bergrit. Dinsdag, woensdag en donderdag wachten er nog drie pittige bergetappes, waarin diverse beroemde bergtoppen moeten worden bedwongen.

Spaanse hitte haalt de Tour nog niet

Terwijl het in Zuid-Europa al een paar dagen loeiheet is – aan de Spaanse Costa is het hier en daar 40 graden vandaag – ligt het zuiden van Frankrijk de komende dagen nog precies aan de rand van een lagedrukgebied. De kern ligt boven het midden van Frankrijk, en daaromheen tollen diverse storingen in het rond. Overigens liggen wij precies aan de andere kant van dat zelfde lagedrukgebied, waardoor het bij ons ook flink wisselvalig is de komende dagen. 

Daarmee is de Franse kant van de Pyreneeën ook meteen de relatief koele kant. Net ten zuiden van de Pyreneeën komen makkelijk temperaturen van 28 graden voor, maar de Tour gaat voornamelijk langs de noordkant van de bergketen, waar het de komende dagen zo rond de 20 graden is. Ga je de hoogte in, wordt het natuurlijk snel koeler.

Buien in de bergen?

Tot zo ver de temperatuur. Iets anders om in de gaten te houden, is regen. Het ziet er namelijk naar uit dat het niet helemaal droog blijft. Zeker tijdens de 16e etappe morgen (dinsdag) lijkt het behoorlijk bewolkt te zijn, en is er een redelijk grote kans op een bui. Het zullen waarschijnlijk geen grote hoeveelheden zijn. Maar toch: een lange afdaling kan met een nat wegdek ineens een heel ander verhaal worden.

We weten ook dat het weer in de bergen heel wispelturig kan zijn. Een flinke berg kan zelfs zijn eigen weer creëren. Zo kan het in het ene dal stralend weer zijn, in het volgende dal kun je zo een bui in fietsen. Daarnaast leggen de renners nogal wat kilometers af. Dus of en wanneer er exact een bui over het peloton gaat vallen, is dus heel moeilijk te zeggen. Maar de kans dat ze een buitje tegenkomen, is dinsdag dus zeker aanwezig.

Etappe 17 en 18

Op woensdag schuift het lagedrukgebied wat verder weg, waarmee ook de buienkans wat afneemt. Er komt iets meer ruimte voor de zon, al zien we ook in de weerkaarten dat juist rond de Pyreneeën nog wat bewolking blijft ‘plakken’. Ook hieruit zou plaatselijk nog een (licht) buitje kunnen ontstaan, maar de kans wordt al een stuk kleiner.

Donderdag lijkt het nog iets verder te verbeteren, al is ook dan een enkele bui nog niet uitgesloten. Het ziet er overwegend droog uit, en er is opnieuw wat meer ruimte voor de zon. De temperatuur loopt daarmee ook iets verder op. In startplaats Pau wordt het die dag 23 a 24 graden, maar bovenop de Tourmalet (2115 meter) kun je daar zo 10 graden vanaf trekken.

Warm slot

Vrijdag verlaten we de Pyreneeën, en fietsen we naar steeds zonniger en warmer weer. Er volgt dan nog een relatief vlakke rit richting (de omgeving van) Bordeaux, gevolgd door een tijdrit op zaterdag. Beiden zien er zonnig uit. Tijdens de vlakke etappe waait een meest noordelijke wind, wat in principe gunstig zou zijn voor waaiervorming. Maar het lijkt er opnieuw op dat het daar niet hard genoeg voor waait (3 Bft.). Op de dag van de tijdrit worden maximumtemperaturen rond 28 graden verwacht.

Daarna is Parijs niet ver meer. Zondag dendert de Tourkaravaan alweer over de Champs-Élysées. Net als bij ons lijkt dat weekend ook in een groot deel van Frankrijk een volop zomerse periode in te luiden. De slotetappe in Parijs zou wel eens een tropisch warme kunnen worden.