30-Daagse: winterdoorbraak ligt vanaf half december op de loer
OK, volgende week lukt het (wellicht) nog niet met de winter. Het zou ook wel heel erg vroeg zijn geweest; echte winters beginnen tenslotte meestal pas rond de Kerst. Maar de ontwikkelingen op de achtergrond blijven onverminderd spannend en wijzen toch naar de winter.De MJO, de golfbeweging in de buienactiviteit langs de evenaar op de Indische en de Grote Oceaan gaat nu zijn fasen 6 en 7 in, met een behoorlijke activiteit, en komt misschien zelfs in fase 8 terecht. De buiencomplexen komen daarmee op de westelijke helft van de Grote Oceaan uit. Het kan de komende weken daardoor bijna niet uitblijven of we gaan ook in Europa iets merken van de golftreintjes die tegen die tijd vanuit het gebied van de Grote Oceaan naar onze omgeving op transport worden gezet en bij ons de straalstroom in een golfbeweging kunnen brengen.
Echte kou maakt volgende week nog geen kans
Winterminnend Nederland was deze week al wel even wakker, toen met name het Europese model voor de komende week een tijdje met winterkaarten strooide. De meeste andere modellen waren er van meet af aan al niet al te enthousiast over en lijken uiteindelijk ook gelijk te hebben gehad. Een hogedrukgebied boven het nu ijskoude Scandinavië kan de komende tijd nog niet voldoende een vuist maken om de grote activiteit van lagedrukgebieden op de Oceaan in te dammen. De andere modellen trekken aan het langste eind: de wind bij ons blijft in de zuidhoek. Daarmee maakt echte kou nog geen kans. Op de Oceaan ontwikkelt zich een westcirculatie. Ook die dringt niet tot onze omgeving door. Dat is dan weer wel de verdienste van de hogedruk op het vasteland.
Het past in een patroon: Scandinavische hogedrukgebieden die het weer bij ons in de greep krijgen, zijn in de winter de laatste jaren een zeldzaamheid, ook al zien we dergelijke situaties op de weerkaarten nog regelmatig terugkomen, maar dan altijd ver vooruit in de tijd. Eenmaal dichterbij verdwijnt het vervolgens stilletjes uit de berekeningen.
Echte westcirculaties zijn ook zeldzaam
Hetzelfde kan overigens gezegd worden van (echte) westcirculaties. Ook die verschijnen regelmatig op de weerkaarten, meestal ook verder weg in de tijd. Maar ook die echte westcirculaties weten ons vervolgens in de werkelijkheid maar zelden of slechts even te bereiken. Meestal duurt het maar een enkele dag waarna de straalstroom vrijwel meteen alweer begint te golven.
Binnen deze grenzen beginnen we aan de bespreking van de nieuwe 30-daagse verwachting van deze week. Laten we maar weer eens op zoek gaan naar die eventuele Scandinavische hogedrukgebieden, of de westcirculaties. Beide zijn op de lange termijn vast terug te vinden. Verder is het interessant om te zien of de MJO zijn verwachte invloed op het weer bij ons ook echt gaat krijgen.
Week 1: van maandag 6 tot en met zondag 12 december
- Bewolkt en soms regen of natte sneeuw
- In de nachten in opklaringen dichtbij nul, overdag 3 tot 7 graden
- Vrijdag en zaterdag mogelijk even flink kouder
We beginnen de week nog in de koudere lucht, die het komende weekend op zondag vanuit het noorden het land binnendringt. Daarna komen we een tijdje op de grens met de winter in Scandinavië te liggen. Waren de vorige runs er vrij duidelijk over dat de koude lucht het in Nederland al snel weer zou verliezen, de laatste berekening van vanochtend was daar wat minder stellig in. Niet dat het nu meteen winter wordt, maar een deel van de neerslag die maandag en woensdag passeert kan toch in de vorm van sneeuw vallen. In de nachten daalt de temperatuur als het even opklaart tot in de buurt van het vriespunt en overdag wordt het niet warmer dan tussen 3 graden in het noordoosten en 7 graden in het zuidwesten, bij een wind die uit richtingen tussen zuid en oost waait.
De verrassing in de berekening van vanochtend was dat het lagedrukgebied, dat woensdag een aanval op het wat koudere weer bij ons doet, uiteindelijk toch zuid langs lijkt te trekken. De koude lucht aan de noordkant kan aan het einde van de week dan weer wat terrein winnen. Vooral vrijdag en zaterdag zouden zelfs behoorlijk koud kunnen verlopen met in de nachten een paar graden vorst en vrijdag in delen van het land maximumtemperaturen nauwelijks boven het vriespunt.
Week 2: van maandag 13 tot en met zondag 19 december
- Bewolkt en op de passage van storingen soms regen
- Een sterke zuidelijke wind
- Temperaturen tussen 7 en 10 graden
- 40 procent kans op overgang naar kouder weer met oostenwinden
We zien lagedruk op de Oceaan en een langgerekt hogedrukgebied op het Europese continent, met bij ons vaak een zuidelijke wind. Op de Oceaan zou je van een westcirculatie kunnen spreken, maar de hogedruk boven het Europese continent is dermate sterk dat de bijbehorende storingen toch niet veel verder dan de noordwesthoek komen, Nederland incluis. Van tijd tot tijd is het dus bewolkt met af en toe regen, er waait een straffe zuidelijke wind en het is relatief zacht voor de tijd van het jaar, met temperaturen die overdag tussen 7 en 10 graden uitkomen.
De clusters met dit weerbeeld maken ongeveer 60 procent van het totaal uit. Er is een kans van 40 procent dat we een overgang zien naar een situatie met blokkerende hogedruk boven Europa, waarbij het centrum van de hogedruk steeds meer boven Scandinavië komt te liggen. Dat zou dan in de loop van deze tweede week kunnen gebeuren. In dat geval wordt het ook langzaam kouder.
Week 3 van maandag 20 tot en met zondag 26 december
- Overgang naar een noordoostelijke stroming
- Kouder weer met lichte vorst in de nachten
- Is het helder dan kouder, bij bewolkt weer gematigd
- Nauwelijks tot geen neerslag
Het beeld is dat ongeveer 60 procent van de berekeningen met een blokkerend hogedrukgebied komt, boven Scandinavië, of op een positie wat verder naar het westen bovenin het zeegebied tussen IJsland en Noorwegen. Er ook nog twee andere clusters. Eén cluster laat de situatie met een westcirculatie op de Oceaan en een hogedrukgebied boven Europa nog wat langer aanhouden, de andere legt een hogedrukgebied in de buurt van de Britse eilanden.
Al met al is de kans vrij groot dat we in Nederland deze week met een noordoostelijke stroming te maken krijgen, met de aanvoer van koudere lucht. In de nachten, als het opklaart, hebben we dan lichte vorst en overdag temperaturen die maar enkele graden boven nul uitkomen. Onder heldere omstandigheden kan de kou verscherpen, onder bewolkte omstandigheden juist worden getemperd. Neerslag wordt een situatie als deze natuurlijk niet of nauwelijks verwacht.
Week 4: van 27 december tot en met zondag 2 januari
- Noordoostelijke winden
- Afhankelijk van bewolking ‘s nachts vorst
- Bij noordelijke wind winterse buien
Het groepje dat een westcirculatie berekent, blijft ongeveer 20 procent van het geheel uitmaken, de groepen met hogedruk in de buurt van of boven Scandinavië ongeveer 40 procent van het totaal. De kans dat het hogedrukgebied boven de Oceaan uitkomt is 25 procent en die op een drukverdeling met een negatieve NAO-index (hogedruk bij IJsland, lagedruk bij de Azoren) rond 15 procent.
Nog steeds ligt een scenario met winden tussen noord en oost het meest voor de hand. In dat geval is de aflandige variant de koudste, met vooral onder heldere omstandigheden kans op winterweer. In bewolkte omstandigheden zal het wat getemperd zijn. Met noordelijke winden erbij kunnen ook winterse buien het land op komen. De berekeningen worden dan ook wat natter.
De twee weken erna
In week 5 verandert weinig in de in week 4 besproken clusters en bijbehorende drukverdelingen, in week 6 (de week van 10 tot en met 16 januari) wordt de optie met hogedruk boven Scandinavië nog dominanter, ten koste van het hogedrukgebied op de Oceaan en de variant met het hogedrukgebied bij IJsland. De optie voor een westcirculatie blijft klein, met steeds ongeveer20 procent. Eenmaal begonnen winterweer, zou deze periode dus zomaar kunnen overleven, als dit uitkomt.
Opvallend in deze berekening zijn het feit dat de westcirculatie, ondanks de aanhoudend sterke poolwervel (waarbij de onzekerheid in de loop van de tijd wel groot wordt) niet van de grond wil komen. Verantwoordelijk hiervoor is waarschijnlijk de MJO, die de komende weken sterk genoeg lijkt en op de juist plaats ligt om de straalstroom bij ons toch voortdurend aan het golven te krijgen.
Voorgeschiedenis wordt volgende week al gemaakt
Het gevolg hiervan is dat we, na een eerste week met relatief normale tot zelfs iets beneden normale temperaturen (komende week) en een wellicht wat zachtere (nog niet zekere) week daarna, naar een situatie evolueren waarin we mogelijk wekenlang met een drukverdeling te maken krijgen die een langdurig windregime uit richtingen tussen noord en oost mogelijk maakt. Een doorbraak van de winter ligt daarmee op de loer. En als die winter er eenmaal is, zou hij heel goed langere tijd kunnen aanhouden. Veel hangt van de voorgeschiedenis af en die wordt meteen al volgende week gemaakt. Houdt de kou in Scandinavië stand, of slaagt de zuidelijke wind er toch in de meeste vrieslucht naar het noorden weg te blazen? Er hangt veel vanaf voor het vervolg in de periode erna.