30-Daagse: een unieke periode eindigt
Nu het koude weer maar van geen wijken weet, lijkt de combinatie van de maanden april en mei op weg naar een zeer uitzonderlijke prestatie. Als de huidige verwachtingen uitkomen, komen de twee maanden tezamen op een gemiddelde temperatuur van 8,8 graden uit, goed voor mogelijk een tweede plaats op de lijst van koudste vergelijkbare perioden ooit. Kouder nog was de combinatie van april en mei 1941. Toen kwam de gemiddelde temperatuur op 8,2 graden uit.Neem je de afwijking ten opzichte van de geldende normaal als maat, en in 1941 lag die normaal veel lager dan nu, dan winnen april en mei van dit jaar samen dik. Met de verwachte 8,8 graden als gemiddelde komen we bijna 3 graden (2,9 graden om precies te zijn) onder de geldende norm uit. Dat is een dikke eerste plaats op de lijst van koude april/mei combinaties sinds 1901. Dan staat de combinatie van april en mei 1941 op de tweede plaats. Toen bedroeg het verschil met de op dat moment geldende normaal 1,9 graden, een hele graad minder dus dan dit jaar. Dit geeft maar eens aan hoe uniek de voorbije twee maanden zijn geweest. Je kunt hier gerust van een ‘once in a liftetime’ gebeurtenis spreken. Dit gaan we waarschijnlijk niet nog eens meemaken.
De zomer van 1941 was wel mooi
Het grappige was dat de zomer van 1941, na het koude voorjaar van toen, heel behoorlijk uitpakte. Hij verliep relatief droog en de zon scheen meer dan normaal. Verder kenden zowel de juni- als de julimaand een hittegolf, waarvan die in juni 7 dagen en die in juli 8 dagen duurde. Vooral juli verliep met een gemiddelde temperatuur van 18,6 graden behoorlijk warm. In augustus 1941 was de koek op. Het gemiddelde stortte in naar 14,8 graden en het grootste deel van de regen uit deze zomer kwam voor rekening van de laatste zomermaand. Een ander koud voorjaar uit een veel recenter verleden, namelijk dat van 2013, werd ook al door een mooie zomer gevolgd.
We schreven het eerder deze week op Weer.nl: een koude lente hoeft een warm vervolg in de zomer helemaal niet in de weg te staan. Dezelfde luchtdrukverdeling die in de lentemaanden nog tot een koud en wisselvallig weerbeeld leidde, kan in de zomer op basis van maar kleine veranderingen juist heel goed in een mooie periode met stabiel en warm zomerweer overgaan.
Twee stabiele hogedrukgebieden
Wat we nu weten is dat er op het noordelijk halfrond, omdat de grote zeeën die we daar hebben allebei warmer dan normaal zijn, twee uiterst stabiele hogedrukgebieden liggen. Eén ten westen van de Verenigde Staten, dat het zuidwesten van de VS een ongekend droge periode brengt, en het andere op ‘onze’ oceaan. Ten oosten van dit hogedrukgebied, dat vaak in de buurt van IJsland bivakkeert, zakken steeds weer nieuwe bellen met kou vanuit het noordpoolgebied naar onze omgeving af. Hier botsen ze op de warmere lucht in het zuiden en brengen een wisselvallig weerbeeld teweeg. Tegelijkertijd houdt de wind uit het westen tot noorden de temperaturen laag.
De grote vraag is nu of dit patroon ook tegen de zomer bestand zal zijn. De temperaturen gaan de komende weken nu eenmaal nog verder omhoog, ook in het poolgebied, waar het smeltseizoen van het zeeijs goed op gang begint te komen. Het kan bijna niet anders of er komt een gebrek aan kou om de fase met lage temperaturen in ons deel van Europa nog veel langer te laten duren. Afnemende kou heeft daarbij, zeker in de bovenlucht, invloed op de ontwikkeling van de luchtdrukverdeling. Het mooie is dat de weerkaarten die veranderingen nu ook echt beginnen te tonen.
Week 1: van maandag 24 tot en met zondag 30 mei
Eerst is het nog wisselvallig en koel. We komen uit een soort van westcirculatie die ook de eerste dagen van deze week nog aanhoudt. Een lagedrukgebied, dat het weer in onze omgeving op maandag en dinsdag in de greep heeft, trekt maar langzaam weg. Vooral in de bovenlucht houdt een bel met kou het nog lange tijd vol. Nog tot en met donderdag lijkt de buiigheid aan te houden. Tegen het einde van de week zorgt het hogedrukgebied op de oceaan, dat langzaam richting Nederland trekt, ervoor dat de buiigheid wordt onderdrukt en dat de perioden met zon wat dominanter worden. Omdat de wind nog steeds noordelijk is, gaan de temperaturen maar langzaam omhoog. Overdag wordt het tussen 17 en hooguit 21 graden en de nachten verlopen nog steeds koel.
Week 2: van maandag 31 mei tot en met zondag 6 juni
In deze week zien we zowel hogedrukinvloeden boven het Europese continent, in de buurt van Scandinavië en nog steeds op de oceaan, ten westen van Europa. Volgens de berekeningen van het Europese model is de hogedruk op de oceaan daarbij het sterkst. Dan zou de wind bij ons nog altijd uit richtingen tussen west en noord waaien. Doordat de hogedrukgebieden dominant lijken, zou het wel een relatief droge periode kunnen worden, met geregeld zon, maar ook stapelwolken en het risico dat af en toe wolkenvelden van de Noordzee binnendrijven. Ook al is het met 17 tot 21 graden vaak aangenaam, de temperaturen zijn voor begin juni nog steeds aan de lage kant.
Week 3: van maandag 7 tot en met zondag 13 juni
Eigenlijk verandert in het beeld niet zo heel veel. Op de oceaan, maar ook boven het Europese continent, worden hogedrukgebieden verwacht, met zwaartepunt boven Centraal-Europa. Lagedrukgebieden zien we in het hoge noorden, maar ook boven het zuidwesten van Europa. Met Nederland overal tussenin, kan het alle kanten op. Het signaal voor deze week is heel onduidelijk en het is nu niet goed mogelijk om een gefundeerde uitspraak over het weer in deze wek te doen.
Week 4: van maandag 14 tot en met zondag 21 jun
Nu zien we wel weer een iets sterker signaal voor een hogedrukgebied met centrum boven de Britse eilanden en onze omgeving. Als dit zo uitkomt, hangt het van de precieze ligging van het hogedrukgebied af hoe de windrichting bij ons uitpakt. Met de koude zeeën, die nog van het voorjaar resteren, voor de deur maakt het flink uit of de wind van zee waait of niet. Hoe oostelijker de wind, hoe beter, is daarbij het devies. In elk geval lijkt het een verregaand droge week te worden met behoorlijk wat ruimte voor de zon, maar als de wind van zee waait ook af en toe wolken van zee. En hoe oostelijker de wind, des te hoger kunnen de temperaturen uitpakken.
Het weer verandert dus, een unieke periode eindigt
Het weerbeeld verandert de komende weken dus, zoveel staat wel vast. Een unieke periode met kou en wisselvalligheid gaat heel geleidelijk ten einde. Een duidelijke eindbestemming is er echter nog niet. Vooral in week 3 is het weer compleet onduidelijk.
Duidelijk is wel dat een doorbraak van de zomer nog niet in beeld is. Na een koele eerste helft van de verwachtingsperiode, die zich tot over de eerste week van de junimaand uitstrekt, is er voor de weken 3 en 4 geen duidelijk temperatuursignaal meer. Wel zou in week 4 een hogedrukgebied bij Nederland kunnen komen te liggen. Blijkt dat straks ook echt het geval, dan mogen we hopen voor het verdere vervolg van de junimaand. En misschien wel voor de zomer als geheel.